maandag 30 september 2013

De bijna-laatste keren en de kleine arm.

Nou het was zover zeg. Het ging de afgelopen week opvallend over Laatste Keren.
Zoon1 zou gaan afzwemmen voor zijn B-diploma en Zoon2 ging voor de laatste afspraak naar mijn vrienden van het consultatiebureau.

Beiden goed voor wat gejuich van mijn kant, jawel. Voor zeker een jaar ben ik af van de wekelijkse zwemles en ik hoef nóóit meer naar dat verdullemse consultatiebureau.

Op Zoon1 kon ik rekenen. Met zijn gelukssteen van oma in zijn zak, mijn volledige vertrouwen in zijn oortjes geprent en patatten in het vooruitzicht, zwom het kind fluks door het gat onder water en deed alle andere zwemproeven als een volleerd vis. B-diploma in the pocket en iedereen opgelucht en blij.

Zoon2 was een iets ander verhaal. Natuurlijk. Had ik kunnen weten.
Omdat er een vaccinatie gegeven zou worden, dacht ik van te voren zo eens na hoe ik dat zou aanpakken. Vertellen van te voren of juist niet. Ik besloot tot het eerste. Mijn moeder heeft vroeger Polio gehad en dientengevolge een 'kleine arm'. Bij mijn Zuske, bij mij, bij onze vriendinnen, werkte het vroeger heel goed dat er verteld werd dat prikjes nodig waren om niet ziek te worden en om vooral niet ook een kleine gekke arm te krijgen.
Bij Zoon1 werkte dat ook prima.
Zoon2 echter zag een kleine arm wel zitten. Net als oma.
'Kijk mamma!' Riep hij verheugd vanaf achterop de fiets. En liet een klein wapperend armpje aan mij zien. 'Ik heb al een kleine arm!' En besloot dat hij geen prikje meer nodig had.

Oei, dacht ik dus. Dat wordt nog wat.
En toog woensdagochtend naar het consultatiebureau, dat heel handig naast de school van Zoon1 zit. Wij moesten een kwartier van te voren aanwezig zijn, maar daar let ik al lang niet meer op, dus vijf minuten voor aanvang van onze afspraak kwamen wij aangezet en toen moest ik nog naar binnen zien te komen. Dat gaf een kleine oploop voor de deur, omdat diverse kinderen zich ermee gingen bemoeien en ik stond er maar zo'n beetje naar te kijken want weet inmiddels dat dwingen niet zoveel zin heeft, dat ik beter stilletjes kan hopen dat hij opeens tóch meewerkt, en anders pak ik hem gewoon onder mijn arm.
Natuurlijk werd het het laatste. Met veel lawaai kwamen we dus binnen en pas toen Zoon2 een pratende theepot ontwaarde kalmeerde hij een weinig.
Ik hatselde zijn schoentjes van zijn voetjes, maar verder wenste hij zeker niet uitgekleed te worden.
Wilde niet op de weegschaal.
Wilde niet gemeten worden.
Ging pas mee de spreekkamer in toen hem een Diego-kleurplaat werd beloofd en wilde daarna ook niet meewerken met de diverse testjes.
Nee, hij kan niet springen.
Nee hij wilde geen rondje tekenen.
Nee, hij was niet in het bezit van een navel.
En hij is een meisje. Nee echt, hij had geen piemel zo verzekerde hij de nerveuze dokter.
Vanzelfsprekend wilde hij ook niet meewerken met de ogentest. Hoe de dokter ook haar best deed met verhalen over piraten en afgeplakte ogen.
Ondertussen zat ik er maar een beetje bij en maakte me gans niet druk.
En omdat het allemaal niet opschoot, besloot de dokter mij dan maar wat vragen te stellen.

'Hoe is het om de moeder van dit jongetje te zijn?' Vroeg ze, terwijl ik aan haar wel zag dat zij niet met mij wilde ruilen.
'Enig, hij is om op te vreten' gaf ik eerlijk antwoord.

'Is hij sinds het laatste bezoek ziek geweest?'
'Ja, vast wel, hij heeft altijd wat' deed ik heel nonchalant.

'Hoe zou u hem omschrijven, in een paar woorden?'
'Eh. Sociaal, grappig en heel knuffelig' was ik verliefd op mijn kind.

Terwijl het onderwerp van gesprek de dokter ongevraagd vertelde hij heel erg goed is in kleuren en vooral ook binnen de lijntjes en dat hij DOL is op ijs.

Toen kwam het moment van de vaccinatie. De dokter keek mij aan en zei dat het wel écht nodig was dat hij die kreeg. Ja natuurlijk, bevestigde ik. Dan moest ik hem goed vasthouden, wilde ik dat wel? Ja hoor, zei ik. En ik waarschuwde haar nog wel even dat hij echt enorm zou gaan schreeuwen. Nu, dat was niet erg. Dan kende zij de driftbuien van Zoon2 nog niet, dacht ik, maar alla.

Ik hield hem tegen me aan, zij pakte de spullen en Zoon2, ook niet op achterhoofd gevallen, had direct door welk onheil er aan zat te komen. 'Neen, dat wil ik niet' zei hij. En daarmee was voor hem de kous af.
Maar dokter en ik dachten daar anders over en terwijl ik iets deed met houdgrepen en dwang, jaste zij de prik in zijn arm.
Binnen een paar seconden was het voorbij, ik liet hem los en hij brulde als een wildeman, rende de deur uit, door de gang, terwijl de gehele wachtkamer met afgrijzen naar hem keek.

Nu, dank hoor, zei ik vrindelijk tegen de mevrouw. En liep zo'n beetje achter Zoon aan, die ik vond in de gang van de klas van Zoon1. Brullend zat hij op de grond en was nogal boos over alles.
Ik liet hem maar een beetje en na een tijdje stond hij op en liep terug naar de wachtkamer.
Ik achter hem aan.

Met een nogal wilde blik in zijn ogen pakte hij de pratende theepot, liep naar de receptiemevrouw en eiste op hoge toon de dokter te spreken.
'Wat wil je dan doen, manneke?' Deed zij vriendelijk.
'Ik ben teruggekomen om de dokter te slaan' was Zoon2 beslist.

HAHAHAHAHHAHAHAHAHAHAHAHHAHAHAHAHAHAHA bolderde ik van het lachen.

Wat misschien pedagogisch gezien niet geheel juist was, maar ik kon het niet helpen.

Kom schat, de dokter is nu met een ander kindje bezig, zei ik. En thuis mag je Dora kijken en krijg je wat lekkers.
En zo vertrokken wij weer naar huis. En nu moet ik potdorie toch nog een keer terug, om Zoon de ogentest te laten doen.

Maar ik heb wel gelachen, kortom. En er zal geen sprake zijn van kleine armpjes. Dat is toch fijn.









donderdag 26 september 2013

Broccoli en het slagveld dat het diner is.

Och het is mij hier toch een toestand mensen, elke dag weer. Het diner.
Echtgenoot is een prettig iemand om voor te koken. De werkende mensch heeft trek als hij thuiskomt en is over het algemeen in zijn nopjes met wat ik op tafel zet. Soms moet ik het allemaal nog maken. Soms lig ik op apegapen op bank en verzoek hem vrindelijk de honneurs waar te nemen en soms sta ik gezellig met mijn wijn en sigaretske op het balkon en verzoek hem ook om de pannen ter hand te nemen. Maar meestal echt, zorg ik voor ons avond'lijk maal. Zo ben ik dan ook wel weer.

Natuurlijk meestal reuze gezond met groenten en alles, want sinds ik een jaar of dertien geleden uit huis ging waardeer ik groenten meer dan alle jaren daarvoor. Thuis bij mijne moeder was ik altijd van de 'gaaadver, ANDIJVIE?' of 'ALWEEER aardappels?' En meer van zulke opbeurende teksten die je wel eens zegt, als kind.
En 'Jeeeejjj nasi!' Als het een feestelijke dag was. En al helemaal 'EINDELIJK spaghetti' als ik jarig was.
Ik was zo'n kind dat spaghetti koos, op haar verjaardag. Omdat dat een bijkans verboden maal was, bij ons thuis. En omdat mijn vader er niet van hield. Houdt, denk ik.

Ik hield niet van broccoli en dat was geaccepteerd. Ik hoefde dat niet te eten. Dat werd door ouders en Zuske gegeten als ik er een keer niet was. Bepaald een sympathieke oplossing van mijn moeder eigenlijk.
Iedereen lust wel iets niet, dat is normaal. Dat hoeft dan ook niet.
Dat ik ook enorm ging kokhalzen van paksoi ik heb nu braaksel in mijn mond en van gekookte andijvie, dat was gewoon pech, want mijn revoltantie betrof al broccoli, immers. (Revoltantie is geen goed Nederlands. Maar wel mooi, zeg nu zelf.)

Ik besloot bij Zoon1+2 dezelfde regel te hanteren. Je kunt één ding niet lusten, en dat is prima. Dat hoef je dan ook niet.
Bij beide jongens bleek dat vrij rap champignons te zijn. Dat snap ik helemaal niet, want ik hou érg van champignons, maar alla. Ik ken gek genoeg echt meerdere mensen die daar op willen spugen. Ik ken ook een aantal mensen Vriendin2+T maar ik noem geen namen die geen kaas lusten. Hoe is dat mogelijk? Maar dat terzijde.

Natuurlijk maak ik gewoon diverse maaltijden die vergeven zijn van de champignons, zo aardig als mijn moeder ben ik blijkbaar niet, maar die mogen ze er dan uitvissen. Zonder dat ik woedend word.

Zoon2 is vrij dankbaar om voor te koken. Zegt standaard: 'Maar dát ziet er lekker uit!' En roert er vervolgens zo'n beetje in, maar eet over het algemeen goed en als we macaroni koken doe ik dat voor zeven personen omdat hij vier keer opschept.

Zoon1 echter. Is werkelijk verschrikkelijk, als het om eten gaat. Eet eigenlijk alleen goed als het gewoon gebakken aardappeltjes, snijbonen en een vleesje is. De rest gaat met moeite. En langzaam. En tergend. En tot op het bot ergerlijk. En ja het is mijn lieve kind ja, maar ik wil hem soms waarlijk met de spatel op het hippe kapsel slaan en hem als een gans voeren. Dat doéoé ik niet, heus. Maar ik moet me inhouden.

'Dat lust ik niet' zegt hij bij aanvang van elk diner.
'Zeur niet, dat weet je helemaal niet' doe ik dan.
'Blerk, wat is het' vraagt hij met gezicht vol afschuw.
'Gewoon, lekker' doe ik dan heel irritant.

En dan volgt een ritueel waar iedereen zich aan ergert, inclusief Hond1 en Cavia2, maar waar ik toch aan vasthoud, omdat ook ik gewoon principes heb.

'Twéé bestekken in je hand'. 'Niét je hand onder je hoofd'. 'Ik zie een lege vork. Doe die vol.' 'Jaaa, nu iiiin je mond. Kauwen. Slikken. En meteen weer een hap maken.' 'NU'. 'Zoon1, eten. Nu. Volgende hap. Mét je mes en vork'. 'Jongen, als je nu gaat braken, dan heb je écht een probleem.'
En dit dan zeg maar keer vier.

Ik vind gewoon, je moet netjes eten. Thuis en bij anderen. Misschien is het er bij mij ingehamerd door mijn ouders, maar ik ben er blij mee weet je. Weet hoe bestek werkt. Weet dat je zegt dat eten lekker is. Vind eten ook eigenlijk altijd lekker. Omdat ik het heb leren eten. Zelfs broccoli.

Zoon1 eet tegenwoordig eerste helft van diner op gang. Omdat wij het niet meer aankunnen, spiegisch, dat hij het hele gezellige avondetenmoment verpest door zijn gezeur. Bij de eerste negatieve opmerking over het hem aangeboden eten, kan hij vertrekken en zit dan luid loeiend op de gang. Ik vind dat pedagogisch ja.

Na een tijdje ga ik dan kijken of hij al wat gegeten heeft. Zo ja, dan mag hij weer binnenkomen en begin ik met bovenstaande monoloog.
Nu ben ik over een heel aantal opvoedkundige zaken niet zo heel moeilijk, maar over eten. Wel.
Hij zal me later dankbaar zijn heus. Als hij bij zijn schoonouders gaat eten. Als hij uitgenodigd wordt door heel belangrijke mensen omdat hij de knapste en slimste persoon ter aard' blijkt te zijn.

En nu ging ik vanavond broccoli maken. Had een heel idee over gekookte groenten, bloemkool ook nog, en dat in oven en alles en fancy, en ik zette Echtgenoot in om de boel even klein te snijden, toen ik opeens IETS zag. Een onwijs gore en smerige dinges in de groente. Iets wittigs wat me misselijkmakend veel deed denken aan een made. Of iets.

'RAAHHHHHHH Echtgenoot, wat is DAT?' Deed ik luidkeels.

Oh nee, dat was heus niks, vond hij. Bij nadere inspectie bleek er meer ranzigheid in de groente te huizen, dus ik was meteen nogal rigoreus en wenste dat niet meer te eten. 'Nee, dat eet ik dus niet meer.' Verklaarde ik stellig.
Echtgenoot vond dat alles maar wat overdreven maar ik ben nogal overtuigend dus de hele bende werd weggegooid en daarmee mijn idee voor het diner en ook mijn liefde voor broccoli. Na al die jaren en geschiedenis.

Ik had in vriezer nog loempia's en deed iets met vlees en rijst en vond mezelf nogal inventief.
Zoon1 lustte het niet. Zat op gang.
En ik heb dus nu broccoli als verboden groente.
Waar Zoon1 juist zo van houdt.

Het is gewoon een slagveld.



dinsdag 24 september 2013

Mijn vader is een hipster.

Mijn moeder vroeg zich gisteren op Facebook af wat een hipster nou eigenlijk is. Is het ondergoed? Is het een iemand?
Zij kreeg twee heel zoete antwoorden eerst, van twee dames die bevestigden dat het, inderdaad, ondergoed is. 'Met van die pijpjes'. Daarmee leek de kous af. Ik zag mijn moeder denken: 'Ah. Gelukkig. Ik dácht al zeg.'

Echter daarna kwam een antwoord van een man die wist dat het iets met een baardig iemand betrof. En mijn moeders verwarring begon weer op te spelen natuurlijk. En terecht. Toen kwam ik zelf met een antwoord, zoals een meisje dat netjes doet als je moeder wat vraagt, met een summiere uitleg op haar eigenlijk best ingewikkelde vraag, waarop ik het antwoord eigenlijk ook maar half weet.
Het is een soort onderbroek én een persoon die heul hip is en zogenaamd niet met de standaard mode meedoet maar die allerlei soorten mode aanheeft en dus wel met een soort mode meedoet. Schreef ik.

En het intrigeerde me. Het intrigeerde me laatst ook al, toen we op VriendinnenBorrelAvond op het onderwerp kwamen, waarop VriendinT een gedetailleerde beschrijving gaf van wat De Hipster zoal placht te dragen. Zij weet dat soort dingen altijd heel handig.
Ik vond er wat van, en googelde zo nog eens wat.
En kwam op een aantal sites waar eigenlijk opstaat, wat ik ook al schreef, maar dan wat uitgebreider en ook wat negatiever, eigenlijk.
Het is een 'stroming' en het is een 'way of life'. Zeggen de Hipsters.
Het is een 'pseudo-houding' en het zijn 'Aanstellers'. Zeggen alle andere mensen die er 'onderzoek' naar hebben gedaan.
Daar klinkt een stuk jaloezie in door, als je het mij vraagt. Of oprechte afschuw. De lijn is dun, daartussen.

Nadat ik nog wat verder las en plaatjes bekeek natuurlijk, kwam ik feitelijk tot niks nieuws.
Het Hipsterschap bereik je, wat ik ervan geleerd heb, niet zomaar. Je bént er eentje. Je kunt er wel eentje worden, maar alleen met de juiste instelling en het bezoeken van de juiste winkels, kroegen en het luisteren naar de juiste muziek. En dan niet omdat je een hipster wilt wórden, maar omdat je opeens het licht ziet en het vanuit het diepst van je hart ontdekt te zijn. Soort uit de kast komen, dunkt me.

Een Hipster luistert naar bandjes die niemand kent maar die binnenkort heel bekend zullen zijn. Dat is overigens best een knappe gave, vind ik. Nooit zullen ze toegeven dat ze soms heel hard meezingen met René Froger. Dolly Parton daarentegen is juist weer heel Hipsteresque. Schijnt. Moet je ook maar net weten.
Zij kopen hun kleding bij tweedehandswinkels, wat overigens ook een ander groot deel van de wereld doet, maar dat ziet de Hipster liever niet zo. Zij zijn anders en aparter en, vooral, hipper. Maar zogenaamd niet op de H&M-manier. Want dat kan natuurlijk niet, want daar loopt iederéén in. Dat hun voorkomen rechtstreeks uit de etalage van de H&M-Divided afdeling komt, daar kijken ze niet naar kennelijk, door hun grote bril.
Het uniform van de Hipster bestaat uit een skinnybroek (net als de rest van, wederom, de wereld) en 'een shirt'. Woeh, gewaagd?

Het gekke is, dat de officiële Hipster, dat niet van zichzelf zegt. Neen, want ze willen geen etiket op zich krijgen. Nu schijnt niemand dat te willen, hoor ik wel eens, maar de Hipster al helemaal niet, want stel dat ze vergeleken worden met anderen.
Echter kijkt men op Instagram, dan staan daar nogal veel foto's van mensen op die zichzelf hashtaggen als #hipster. Verwarrend, kortom. Zijn ze het dan wel of niet?

En het is allemaal nog veel lastiger. Als rechtgeaarde Hipster vind je bepaalde dingen afschuwelijk, maar andere dingen juist weer wél heel cool. En daar is geen pijl op te trekken. Want het bruine café, zoals ik er bijvoorbeeld graag kom, dat kan dus echt niet. Tenzij er natuurlijk een obscuur nieuw bandje in speelt dat je moét zien.
Muntthee drinken, u weet wel, water met grote groene takken erin, dat is wel ok, en dat vind ik bijvoorbeeld bijzonder storend en heel erg 2012, maar de hipster vindt dat dus opeens wel weer heel erg goed. Bier is goed, rode wijn ook, maar witte weer niet. Nu, u snapt al wat ik daar van vind.
Een ouderwetse stoffen tas, zoals men die vroeger altijd al gebruikte kan juist wel. Ik zeg hoezee voor alle basisschoolkinderen die daar hun gymspullen in bewaren. Ik heb er eentje met snorren. En dat kan dus echt niet. Waren het brillen geweest, dan weer wel.
Televisie kijken is voor Zara-lievend gepeupel. Vegetarisch eten is voor de Hipster.
Hoewel ik heel zeker weet dat er vele hipstermeisjes zijn die op maandagavond met een blik knakworsten in de knuistjes naar Greys Anatomy kijken. Echt wel.

Het lijkt me zo lastig. Je wilt wanhopig nergens bijhoren, maar ondertussen hoor je bij de zo ongeveer meest makkelijk aan te wijzen doelgroep die er is.
De mannen hebben baarden en langig haar, of juist half kort. Dragen mutsen. En brillen. En Allstars. Alsof die niet gewoon al 30 jaar in de mode zijn.
De meisjes kijken door hun pony wat wazig de wereld in en staan op elke foto met afhangende ranke schouderkes alsof ze net niet hun nieuwe geruite mouwloze blouseje hebben aangedaan, maar de hele middag met hun kind op de schouders in de indoor speeltuin in de ballenbak hebben gerend.
Dat doet een Hipster dus nooit he. En daar kan ik dan wel weer inkomen. Of nee, misschien juist weer wel? Ik ben confuus.

Het haar bovenop het hoofd in een knot, dat weet iedereen, is heul hipsterwaardig. Maar eigenlijk al niet meer omdat iedereen dat nu doet. Stel je voor het dilemma van de Hipster in de ochtend. Knot of niet? Jamaar de buurvrouw had het ook. En die draagt een Esprit-jas, wat écht niet kan. Of kan het vandaag juist wel? HELP!

Volgens mij was je vroeger gewoon punker, alto, kak, hippie, en weetikwat. Heel duidelijk en heel aanwijsbaar en met een handige lijst van te dragen kledingstukken. En dan hoorde je bij zo'n groep. Dat vond je leuk. Met z'n allen dat zijn.
De Hipster is liever alleen. Hoort niet graag ergens bij. Maar toch tref je ze in groepen aan.

En zo kwam mijn moeder op Facebook tot de conclusie, dat mijn vader een Hipster is.
Dit maakte zij op uit een aantal harde feiten:
De baard;
De geheel eigen manier van kleden, zonder met de mode van de dag mee te gaan;
Om dan soms opeens heel hip uit de hoek te komen;
Trekt zich niks aan van anderen, in elk geval nooit hardop, maar in zijn hart ook niet;
En hoort dan opeens toch bij een bepaalde groep.

Och. Wat moest ik lachen. Serieus, urenlang. Hoewel het niet eens grappig bedoeld was. En toen ik zeg maar weer bij adem kwam, dacht ik er over na. En ja, ik ben het ermee eens. Mijn vader is een Hipster. Yaaay vader!

Nee maar kijk. Mijne pappa:


En kijk nog eensch aan. Dit is 33 jaar geleden. Mén, wat een trendsettert.










maandag 23 september 2013

Maandagmorgen gewoon

Zoon2 meldde vanmorgen vanuit zijn sponde dat hij vandaag niet naar de kleine school zou gaan. Hij moet daar namelijk altijd zoveel 'opruimen' vindt hij. En daar heeft hij geen zin aan.
Aankleden wilde hij wel, want een nieuwe broek, eten ging ook nog wel, gooide traditioneel zijn beker drinken om en toen het tijd was om naar buiten te vertrekken, bedacht hij zich weer dat hij niet ging.
Ik haalde hem over door hem te vertellen dat zijn Vriend1 toch ook zou gaan en dat het heus niet leuk was om hem alleen te laten.
Nou, vooruit dan maar, hij wilde dan eventueel wel mee naar buiten op de fiets, mét de rugzak om, maar daarna zou hij gewoon weer met mij mee naar huis gaan hoor.
'Ja hoor, we zien wel he' deed ik vaagjes.
Eenmaal bij school bleef hij bij zijn punt en hield jas en tas gewoon bij zich.
'Kom nououu' deed Vriend1.
'Neeheeeee' zeurde Zoon2.

Vriendin2 (Moeder van Vriend1 en met Kind3 in buik) grinnikte zo'n beetje en vroeg zich af hoe ik dat eens ging oplossen.
'Ja nou, je gaat dus maar gewoon naar binnen hee' wist ik niks beters te verzinnen.

En net toen ik me opmaakte voor drama en toestand, zuchtte Zoon2 heel overdreven en trok met rollende ogen zijn jasje uit.
'Vooruit dan maar' gaf hij toe.

Kijk, dat viel weer alles mee, zo voor de maandagmorgen, vond ik.

En op ons gemakje liepen Vriendin2 en ik terug naar huis, en hadden het zo over beschuit met muisjes, gordijnen voor de babykamer en meer belangwekkende zaken inzake de nogal vergevorderde zwangerschap van Vriendin2.

Ook hadden wij het over het weekend en wat we zo gedaan hadden en alles en dat we geen zin hadden om boodschappen te doen. Heel uitstekende onderwerpen zo op de vroege ochtend, kortom. Ook lachten wij nogal om mijn ontstoken oog, dat ik opeens sinds gisteren heb en daarom vandaag met bril loop in plaats van lenzen. Vorige week donderdag kwam ik des ochtends aanzetten met een gruwelijke kater, vanwege een feestje de avond ervoor, en omdat ik toen met zonnebril liep en er feitelijk niet uitzag, dachten mensen dat ik ontstoken ogen had. 'Haha nee hoor' zei ik toen zwakjes en misselijk terwijl ik me eigenlijk vooral moest concentreren om rechtdoor te lopen en niet om te vallen. 'Gewoon een beetje slecht geslapen'.
'HAHAHAHAHAHA' brulde Vriendin2 toen. En nu was ik fris en alles en had ik potdorie wel een ontstoken oog.
Het kan toch raar lopen.

Maar het goede nieuws is, dat ik gisteren een fabulous nieuw kettinkje kocht, voor het fijne bedrag van 5 euro. En ik ben daar blijijijij mee. Werkelijk. Kijk!



dinsdag 17 september 2013

Het B-diploma en krentenbollen en alles.

Ergens in 2012 schreef ik er over, de zwemles van Zoon1. Dat hij er eindelijk op zat en alles.
En sindsdien zaten wij elke maandagmiddag te zweten in het kleine kleedkamertje, stonden we 3 minuten te juichen en te zwaaien aan de rand van het zwembad en daarna óf in de zon buiten, of als het regende, weer zwetend in de kleedkamer. Ja, mooie tijden.
Toen het kind zijn A-diploma haalde, was ik natuurlijk in mijn nopjes. Ook al omdat hij nu niet meer zou verdrinken, ja, maar ook best wel omdat ik het einde van de zwemles al bedacht. Maar neen, heden ten dagen en in al deez' moderne tijden, gaat het kind van tegenwoordig minstens ook voor het B-diploma. Nou. Dat was vroeger wel anders hoor. Ik was potdorie blij met mijn opstiksel van het A-tje voor op mijn badpak, wat ze nu niet eens meer krijgen, en die B, ach die B, die was voor waarlijk sportieve kinders.

Maar nee nu niet hoor, de kranten schrijven er veel onzin over, alle kinderen uit de klas gaan voor minstens vier diploma's en toen Zoon1 er ook nog eens achter kwam dat hij voor zijn piloten-toekomst het B-diploma moet hebben.... gingen we er maar voor. Ik vind persoonlijk, zwemmen is zwemmen, en zwemmen is nietverdrinken. Meer heb je niet nodig dunkt me. Maar wie ben ik.

Dus zitten we tegenwoordig op de woensdagmiddag in het bloedhete gebeuren hier in Het Dorp en alles leek voorspoedig te gaan. Ja hoor, binnen drie maanden is het meestal wel goed hoor, dan halen ze het wel, hoorde ik heel olijk van andere moeders en toevallige voorbijgangers. Dus ik rijd elke week met zakken krentenbollen en pakjes drinken direct uit school met de jongens daarheen en ik ving positieve berichten op van Zoon en van de akelig sportieve en wijdbeens-staande juffen. 'Ha Zoon, dat doe jij goed zeg, nog een paar weken en hoplaaaa, dan zijn we er voor een paar jaar vanaf!' Deed ik nogal jolig. Voor mijn doen, als het over sport gaat.

En het gíng ook goed. Tot twee weken geleden.

'Ik wiiiiiil niet meeeeeer' kwam Zoon1 des avonds uit zijn bedstede zetten.
'Ah joh, nog even, je doet het hartstikke goed! En nu naar bed.' Voedde ik op.

Hetzelfde vorige week, op de fiets.

'Ik ga naar huis. Ik ga niet.' Mopperde de jongen.
'Jamaar ik heb krentenbollen en alles' haalde ik hem over. 'Komaan, we zijn er bijna. Je kan het juist zo goed!!' Ook nog.
En ik kleedde het arme kind midden op een bloedhete dag om in een zwembroek, lange broek, lang shirt en dichte schoenen, terwijl ik zelf in een hemdje en op slippers zowat overleed daar.

En toen kwam de juf aan het eind van de les naar me toe. Ja, Zoon1 kán het wel, maar hij is wat betreft het onderwaterzwemmen die hele zes meter nét te langzaam en dan komt hij niet door het gat heen.
Oh. Zei ik.
Dus, zo bleek, als hij het komende woensdag (morgen) ook niet kan, mag hij niet afzwemmen volgende week.
En zo stuurde ik Echtgenoot en Zoon1 dit weekend naar het zwembad om te oefenen. Maar nee, we leggen verder geen druk op hem of zo hoor, zo overlegden E en ik. Heus niet. Maar het zou toch wel HEUL fijn zijn als hij het nu gewoon even kan zeg maar.

En gisteren ging ik mijn bloedje nog even stiekem kussen terwijl hij sliep, maar hij bleek wakker te zijn, en in tranen. Want wil niet meer zwemmen.
Aiiiii. Dacht ik.
En hing een werkelijk heel goed verhaal op, over dat iedereen bepaalde dingen heeft waar hij heel goed in is en niet zoveel moeite voor hoeft te doen, maar dat sommige dingen wat moeilijker zijn, en als je maar je best doet, dan lukt het waarlijk wel. En als het dan toch niet lukt, ook al niet erg. Dan is iedereen ook trots. En houden we van je. En krijg je heus ook wel een cadeautje, voor alle moeite. Probéér het nou. Je kán het. Ik heb alle vertrouwen in je. En ik weet dat je je best doet. Echt. En, schatje, je bent eraan begonnen, dan moet je het toch afmaken. Niet zomaar afhaken. Al heeft je moeder dat al vaak wel gedaan.EN WEET JE WEL WAT DIE ZWEMLES HIER KOST HEE.
Neen, neen, hij zag het toch niet zitten. Dikke tranen.
'Jamaar liefje, het is nog maar twee keer. Dan is het over. Hoeven we nooit meer. En je vond het toch leuk ook?'
Ja, hij vond het eerst wel leuk. Maar nu niet meer.

En ik weet wel waarom. Het kind zit alles nogal mee, tot nu toe in zijn leven. Doet het nogal goed op school, zelfs soms best wel beter dan de rest. Heeft een goede vriend, een aantal ook heel leuke vriendjes. Een zeer goed kapsel. Nogal leuke familie. Een lollig broertje. Geen zorgen. Hoeft niet voor veel dingen moeite te doen.
Maar faalt nu met het zwemmen.

En, heel eerlijk. Ik zou ook willen opgeven. Heb serieus overdacht om hem mee te geven, dat als je ergens zo ongelukkig van wordt, dat je het dan niet moet doen. Hang dat principe zelf nogal aan.
Maar Echtgenoot kwam met andere principes aanzetten, waar ik me eigenlijk ook best wel in kon vinden, bij nader inzien. Van doorzetten, van niet opgeven, van accepteren dat je niet in alles heel goed kunt zijn en moeite moet doen soms, meer dan een ander ook wel eens.
Lastige kwestie.
Vooral omdat hij vanavond weer vrij ongelukkig in zijn bed lag. En ik kuste tranen weg en wapperde zo met mijn handen van 'aaaah kiiiind, komt goooooeeeeed en echt waaaaaar en nog eeeeeven' en wist het verder eigenlijk ook niet meer zo goed.
Natuurlijk gaat hij morgen zwemmen.
Hoeft zeker niet zijn C-diploma te halen als hij dat niet wil, en ik vind het te waarderen dat hij dat niet wil omdat hij dat gewoon niet nodig acht, ook al heeft zijn hele klas honderd diploma's en kunnen diepzeeduiken en duiken met een gewicht aan hun voeten en weet ik wat ze allemaal leren.

Ben er alleen nog niet over uit, dat als hij inderdaad dit kwartaal zijn B niet haalt....moet hij dan nog een kwartaal. Of laten we het erbij en gaat hij lekker verder met schaken en eventueel een andere sport die hij wel leuk vindt. Ik sleep met liefde nog een paar maanden door de sneeuw en regen met krentenbollen en Zoon2rond natuurlijk. Zo ben ik heus. Maar wat doen we.
Eerst maar eens hopen dat hij morgen door dat verdullemse gat zwemt. En dan volgende week weer natuurlijk.
Ik proost er maar op, daar geloof ik toevallig in. Hopelijk ook de juffen met de enge badpakken en de slippers en de omgeknoopte handdoeken die wijdbeens sportief staan te zijn. Brr.




maandag 16 september 2013

De Monumentendinges en mensen in verkleedkleren.

Gisteren ging ik met al mijn mannen naar de Open Monumententoestanddinges in de stad. Want Zoon1 houdt nogal van zulks, en dat stimuleren wij natuurlijk als deugdelijke ouders en al. Hopsa, het Stadhuis in. 'Kijijijik hier zijn pappa en mamma getrouwd' kweelde ik tegen Zoon2. 'Ahaaaa', wilde hij weten, 'is Vriendin1 er ook?' Want daarmee wil hij wel trouwen. Vriendin1 van Zoon2 heet P en is lief en leuk dus ik ben daar wel mee in mijn nopjes, voor over een jaar of 30. 'Liefje, wil je dan nu met mij trouwen?' Vroeg ik heel vriendelijk aan het kind. 'Neen mamma' sloot hij daarmee kennelijk die fase van zijn leven af. 'Muhuu' huilde ik tegen Echtgenoot, 'hij wil NU AL niet meer met mij trouwen!'.
Echtgenoot was helemaal niet empathisch daarover. Sterker nog, hij vond het geloof ik allemaal onzin. Dat zag ik heus wel aan de manier waarop hij net deed alsof hij helegaar niet bij me hoorde, daar op de Stadhuistrap.

Na het Stadhuis, waar Zoon1 en ik vooral het gifkastje van de beul interessant vonden, togen we naar de Grote Kerk. Daar renden de Zonen nogal heen en weer, Zoon1 een beetje hupsend, omdat ik hem vertelde dat de hele vloer gemaakt is van grafstenen. 'Iewww' zei hij en keek wantrouwig naar de grond. Mhihihii grinnikte ik, omdat ik nog heel goed weet, dat ik dat vroeger ook nogal een smerige toestand vond allemaal. Nog steeds wel, maar ik ben nu natuurlijk heel volwassen.

Toen maakte ik een foto van de heren in een kerkbank en u ziet hier Zoon1 nogal ongelovig overkomen. Dat kan ook wel kloppen. Het serene gezichtje van Zoon2 is een kwestie van precies deze seconde waarin de foto werd genomen.


Toen wij vonden dat we genoeg monumentaal hadden gedaan, gingen wij naar het Jopenfestival, elders in de stad. Zuske ging ook en wij togen aldus tesaam naar het Kerkspleintje waar wij allemaal mensen in Oudhollandsche kledij vonden en zo. Nu kunnen Zuske en ik zeer slecht tegen volwassen mensen die zich schminken of verkleden, maar daarvoor knijpen wij een oogje dicht als er ook pullen Jopenbier worden geserveerd. Wij dronken aldus twee 'dunne' en Echtgenoot twee 'dikke' bieren en gaven de jongens een pannenkoek, en toen het erg begon te waaien gingen we weer huiswaarts.

Natuurlijk niet nadat wij het erover hadden dat er best wat leuke mannen rondliepen daar, maar die helaas allemaal verkleed waren als beul, ouderwets iemand met een hoed, of bier serveerden in een akelig kleedje dat zeer Middeleeuws aandeed.
Wij vinden gewoon dat je daar niet omheen kunt. Natuurlijk, ieder zijn hobby, maar als het te maken heeft met verkleden en/of schminken, dan is dat werkelijk onoverkomelijk. Dan is dat iets in iemands karakter, wat nooit meer weggaat. Vinden wij. Wat soms best jammer is, maar ja, het is niet anders. Om die reden kunnen we ook niet tegen clowns.
Uitzondering kan zijn, als iemand voor zijn wérk verkleed moet zijn. Ben je in de onfortuinlijke positie dat je werkt in een pretpark, waar je als beer rond moet lopen, dan kun je dat niet helpen. Het verschil ligt hem daarin, dat je heel goed aan iemand ziet of hij ervoor gekózen heeft, of niet. Een beer die oprecht vrolijk rondhuppelt en ook volwassen mensen die dat duidelijk niet leuk vinden een handje wil geven, die kan het wel vergeten bij ons. Hetzelfde geldt voor Carnaval, waarbij het iemand te vergeven is die bijvoorbeeld in de functie van lerares verkleed als pepermuntje aan komt zetten. Het is heel anders als iemand zich uitdost als 'grappige persoon met lampenkap op hoofd' die dat doet omdat hij of zij dat léuk vindt. Argh. Ik kan niet anders zeggen. Argh.

Natuurlijk dwaal ik een beetje af. Maar het is Shovel List en dat moet ik toch vermelden, dat vindt u leuk.

Des avonds vroeg Zoon2 nog even of hij een mooie jurk aan mag als hij gaat trouwen en daar antwoordde ik natuurlijk bevestigend op. Want dat is compleet wat anders, immers.

(en ik krijg potdorie de foto niet groter. U kunt ze ook zien op Instagram. @kristelzon)

dinsdag 10 september 2013

Zoon2 in een doosje in mijn zak.

Zoon2 is vandaag niet voor de tv weg te slaan zeg. Maar ik serveer er nogal veel fruit bij, dus nou ja. En ook net een boterham met smeerkaas. En hij leert Engels tellen. En hij kijkt het afschrikwekkend vreselijke programma 'little Bill' wat echt heel erg is, maar hij leert ervan dat er niet alleen op de pakken pampers bij de Kruidvat een donker kindje staat, maar dat die ook in tekenfilms voorkomen. En dan misschien wel in Het Echte Leven. Hij denkt namelijk ook dat Dora hier om de hoek woont, dus hij is zeer openminded. Hier in Het Dorp hoef je voor zulke multiculturele zaken bijna niet aan te komen namelijk, dus ik zeg hoera voor Nickelodeon hoor.

Vanmorgen lag hij bij mij in bed en terwijl ik hem heel veel kusjes mocht geven, en dus zeer in mijn nopjes was, begon hij een gesprek met mij.
'Als ik later een vlinder word, dan vang ik mij in een doosje mamma'
'Oh ja, Zoon? ' Kuste ik de meest zachte wangetjes ter aard'.
'Dan geef ik mij water, en word ik weer Zoon2' legde hij mij uit.
'Dat lijkt mij een uitstekend plan liefje' vond ik.

En toen wij daarna door de eerste stromende regen sinds een paar maanden fietsten, ik was het bijna vergeten. Hoe dat is. Maar nu weet ik het weer hoor. wilde hij weten hoe de regen uit de wolken kwam. Toen ik een nogal onduidelijk natuurkundig verhaal probeerde op te dissen, had hij zelf al de oplossing.

'Laat maar mamma, wij vragen het de wolken zelf wel even'
'Ah ja, goed idee zeg' veegde ik de mascara uit mijn oren.
'Maar, ze zijn zo ver weg. Hoe komen wij daar nou dan?' Vroeg het kind van achterop de fiets.
'Eh.. ik weet niet schatteke' had ik waarlijk ook geen idee.
'Ah, maar als ik dan een vlinder ben, dan vlieg ik er wel naar toe' deed hij slim.

En toen moest ik even afstappen om zijn natte gezichtje te kussen.

Daarna renden wij door het bos, omdat het opeens nog veel harder ging regenen en ik onder bomen probeerde te staan, maar ik moest mee rennen met Hond1 en Zoon2 en dat deed ik dus maar, van boom naar boom. Compleet zwart en nat en vies kwamen we thuis en toen wilde hij tv kijken, wat ik goed vond. En daar zit hij nog steeds. En ik vind dat goed, omdat Echtgenoot en ik het gisteren nogal met elkaar eens waren over onze Opvoeding. Dat gebeurt niet zo vaak, dus ik moest eerst ook even gaan zitten, alvorens ik mijn wijnglas kon oppakken. Schrikken hoor.
Het kwam er zo van, omdat Zoon2 de laatste twee dagen niet meer perse blieft dat een van ons in zijn bedje komt liggen, zodat hij in gezelschap in slaap kan vallen.
'Ha' zeiden wij. Zie je nou wel. 'ZIE JE NOU WEL.' Riep ik best hard.
Want ik zei het dus al. Ik zei, 'het is een fase, het is een faaaase'; dan líggen we toch al drie maanden naast hem, tot hij slaapt. Wat kan ons het schelen. Het duurt maar tien minuutjes. Of drie kwartier, als je zelf ook in slaap valt, het gaat vanzelf weer over. En nu is het best nog heerlijk, naast het lieve kleine mannetje liggen, met zijn armpje om je heen. Tot hij slaapt, en je zelf compleet verkrampt uit het kleuterbed moet zien te komen zonder de hele boel weer wakker te maken. Dat gaat hij heus niet jaren volhouden. En dan nog. En dan nog. En dan nog. Straks mag ik hem natuurlijk bijna nooit meer kussen. En kruipt hij al helemaal niet meer 's ochtends bij me in bed. Ja nee, daar was Echtgenoot het met me eens zeg. En nu krijgen we gelijk. Want opeens lijkt het niet meer elke dag nodig.

'Jaa, we hebben hem dus veeeiiiiligheid geboooooden en nu vertrouwt hij helemaal op ooooons' deed ik heel zalvig en zijig en vervelend.

En nu kijk ik naar Zoon2, die met open mond voor Diego zit, en eigenlijk wil ik hem nu in een doosje stoppen. Voor in mijn zak.

vrijdag 6 september 2013

Blik op de toekomst.

Omdat Zoon2 als een razende groeit, ouder wordt en zichzelf klaarstoomt voor het leven na onder-moeders-rokken, op een dieet van ijsjes, het is een wonder, zaten Echtgenoot en ik afgelopen week op een info-ouder-avond voor de kleuterschool. Nah zeg, zeiden wij. Gísteren zaten we op zo'n avond voor Zoon1. En zat Zoon2 in mijn buik. Gísteren.

In januari zal hij zijn eerste stappen zetten in de school waar hij nog acht jaar lang op zal zitten. Hij kent al een heel aantal kindjes van het kinderdagverblijf en de peuterspeelzaal, dus hij is niet alleen, zoals Zoon1 wel was. Hij kent de omgeving al omdat hij al een hele tijd meegaat met zijn broer brengen en halen en het is dus niet nieuw, zoals het bij Zoon1 wel was. Hij kent het begrip afspreken al, hij weet van overblijven, hij kent de juffen al van gezicht en omdat hij zeg maar nogal sociaal is, kennen de juffen hem ook, alsmede een heel aantal leerlingen van de bovenbouw. Hij weet precies in welke klas hij komt, hij weet dat hij dan een rugzak meekrijgt en waar ik zal staan om hem op te halen. De voordelen van het jongste kind zijn. Zijn broer heeft de weg voor hem gebaand en alle eerste keren alvast meegemaakt voor hen allebei.

Nu ben ik niet het soort moeder dat snikkend voor de ramen van de peuterspeelzaal stond, de eerste keer dat hij daar heen ging. Ook niet het soort moeder dat daarna thuis zit te wenen in mijn koffie. Ik ben erg van loslaten en zelfstandigheid van de kinderen. Maar ik sta straks wel alleen in de supermarkt. En zit alleen bij mijn moeder op de koffie. En waarschijnlijk zit ik niet alleen in de speeltuin, want dat zou gewoonweg raar zijn. Dus daar zal ik bepaald minder vaak komen. Mijn weg ligt ook open straks. Voor het eerst in acht jaar heb ik geen klein kind over de vloer de hele dag, kan ik opeens gaan werken op andere tijden en misschien wel eens een baan vinden die ik daadwerkelijk wil gaan doen en niet alleen maar omdat de tijden en de omstandigheden passen bij de kleine jongens. Ik ben nog steeds geen fan van naschoolse opvang. Ik wil er nog steeds zijn na schooltijd, ze allebei alle ruimte geven om af te spreken doordeweeks en niet alleen maar op de ene middag dat ze niet naar zwemmen, schaken, dansen of opvang gaan. Maar het geeft me ineens een maandag. Een dinsdag. Een woensdagochtend. Een donderdag. Een vrijdagochtend. Wat ga ik doen. Het is niet alleen Zoon2 die onder mijn rokken vandaan gaat, het is tijd dat ik zelf eens bedenk welke weg er open ligt en wat ik ga doen met de tijd die er dan opeens is.

Ik ben 31 34 en heb geen carriere, geen geld en niks echt afgemaakt. Het enige dat ik kan is, naast enorm leuke Zonen maken, stukskes schrijven en een heel redelijke courgette taart maken. Ook weet ik welke huiswijn de beste is en ben ik waarlijk heel goed in haren verven. Nagels lakken gaat me goed af en ik pik in een kringloopwinkel feilloos het beste eruit. Ik heb een enorme mening over mode, over sporten, over andere mensen mhehehe en zonder mijn vriendinnen zou ik radeloos zijn.

Er rest me dus niks anders denk ik dan wijn te drinken met de vriendinnen, daar over te schrijven en in mijn leuke kleertje naar school te slenteren als ik volgend jaar beide jongens ophaal. Dan zet ik ze eten voor en verf mijn haar misschien wel een keer roze.
Mooi toekomstbeeld, eigenlijk dunkt me.

maandag 2 september 2013

Daar was ik te oud voor, maar niet in het schemerlicht.

Het is maar een half uur met de trein, naar Alkmaar. Dat is niet veel zeg, dachten Zuske en ik en wij kochten koffie en gingen er eens goed voor zitten, voor onze reis. Wij kletsten zo wat en zo na een tijdje schrokken we allebei opeens op, omdat we dachten: 'Gut, wat duurt zo'n half uur opeens lang' en we zagen onszelf alweer heel lomp in Groningen of iets terecht komen. Maar het viel mee. De tijd ging gewoon langzaam. Wat wij een goed teken vonden, anders dan je zou denken. Wij houden namelijk wel van langzame tijd op gezellige momenten.

Het hotel, waar niemand was om 12.00 uur, ook al stond er een bordje 'wij zijn er van 08.00-18.00' was alleraardigst, we hadden een leuke kamer en het beste was, het stond letterlijk twee minuten lopen van het centrum van de stad. Dus nadat wij op de bedden hadden gehupseld, zoals je doet in een hotelkamer, alle kastjes en lades hadden opengetrokken en de gordijnen open en dicht hadden gedaan, gingen we de stad in.

En kochten ons een paar fabulous nieuwe kleertjes. En liepen enorm om, wat we pas na een paar keer doorhadden, aten een broodje, dronken een drinkje, bleven in elke winkel geruime tijd hangen en er was 1 winkel waar ik eigenlijk niet weg te slaan was, vanwege een krukje dat ik onbedaarlijk leuk vond. Maar niet kocht.

En toen ik een muts opdeed, die mij echt ontzettend leuk stond, al zeg ik het zelve, zei mijne zuster tegen mij:
' Nee zeg. Daar ben je te oud voor ' toen ik door de winkel galmde hoe ze mijn hoed vond.
'WAAAT? ' was ik ontstemd.
'ghihihihi' hoorde ik een mevrouw naast mij lachen. Die het nogal vermakelijk vond zeker.

'Te oud? Te oud?' Brulde ik.
'Ja. Maar je moet het zelf weten hoor' deed mijne zuster heel vriendelijk, terwijl ze zelf een jurk met honderd poezenplaatjes over haar arm sloeg. Maar zij is drie jaar jonger.

Dus kocht ik de muts niet. Maar wel een nogal grote ketting met paarden die vleugels hebben. Ook nogal leuk.

En het leeftijdverhaal bleek een staartje te hebben ook nog. Want nadat we die middag onze nieuwe kleding hadden aangetrokken, en een paar wijntjes hadden gedronken en nog een paar en wat hadden gegeten, waarbij ik een stukje frikandel at, voor het eerst van mijn leven (wat mijn zuster aan niemand mag vertellen, dus dit is geheim), gingen we een aantal etablissementen in.
En daar dronken we bier. En deden een dansje. En lachten nogal hard in een heel foute tent, waar een zanger was die over een dooie clown zong. Wat wij een heel goed lied vinden. Clown en dood in één zin, daar kunnen wij ons wel in vinden.

De foute tent werd op een gegeven moment wel erg fout, dus togen wij naar een andere kroeg. Waar alleen maar lelijke mensen waren. Werkelijk zonder onaardig te doen. Heus. Het leek wel een bijeenkomst van een soort club of zo. Echt heel raar. Wel aardig allemaal denk ik, maar serieus echt opvallend lelijk, met rare gezichten en vettig haar en pukkeligheid en merkwaardige gebitten. Ik denk dat als we niet al veel bier ophadden, we misschien niet hadden gedanst daar, maar hard waren weggerend met een waanzinnige blik in onze ogen. Nu zeiden we 'huuu', hopsten in het rond, zeiden daarna 'nee maar echt, huuu' en verlieten het pand.

En gingen weer naar de foute kroeg. Die alsmaar fouter werd.
Toen dat de spuigaten begon uit te lopen, gingen we naar het tentje waar we die avond onze eerste wijn hadden gedronken. Daar keer je dan toch naar terug he, in een stad waar je niemand kent. Zo gaan die dingen.
En daar was het nogal leuk zeg, met veel leuke muziek, publiek dat niet zo mooi was dat we er akelig van werden, maar ook niet zo lelijk dat we angstig werden, een aardige mix van jongens en meisjes en drie jongemannen die ons het hof maakten.

Nu, dat kunnen wij wel hebben.

En toen het zover was dat we het gingen hebben over 'hoe oud ben jij' en 'wat doet je vader' toen zei Zuske tegen het ene jongmensch dat ik ál 29 was. ' Oud he ' voegde ze er aan toe. Waardoor ik me een weinig in mijn bier verslikte en een bolderende lach probeerde in te slikken. Wat lastig is voor iemand als ik.

Ja nou, dat vonden ze wel meevallen. Want, zo vertrouwde de jongste mij toe, 'vorige week hadden ze een leuk iemand aangesproken en die bleek al 32 33 34 te zijn en die was getrouwd en had twee kinderen!!!!'

'Neeeeeeee!?' deed ik met een walgende blik op mijn gezicht. Ja echt, zo bleek. Haha. Dus 29 viel ze alles mee zeg.

Nu, ik was aardig in mijn nopjes, kortom. En wij dansten en wij dronken bier en toen om half drie het licht opeens aanging, maakten we ons uit de voeten. Want in de twintig zijn is leuk, als het maar in het schemerlicht is. Zeg ik altijd maar.

En dan ziet u hier hoe wij het naar ons zin hadden. En als u zich afvraagt, wat er met mijn linkeroog aan de hand is, op de foto recht. Dat weet ik ook niet. Volgens Zuske had ik een hersenbloedingmoment. Dat hebben we wel vaker op foto's en is niks om je zorgen over te maken.