donderdag 20 juli 2023

Het is afscheid en er is vlees.

Kipnuggets met zijn vrinden. Lekker een mexicano pindasaus bij de patat en misschien ook toch maar lekker een hamlapje tijdens t diner...werd er, ogenschijnlijk achteloos, door Zoon2 eten besteld toen wij een boodschappenlijstje maakten.
Eerst keek hij nog wat schichtig om zich heen terwijl hij deze diner wensen deelde. Daarna keek hij alleen nog met een scheef oog naar mij. Tot hij zich overal overheen zette en schaamteloos pasta met spekjes naar binnen schrokte, zoals een dertienjarige in een groeispurt betaamt.

De vegetarische Zoon2 is ineens weer een carnivoor. Jarenlang at ik stukjes vis met het kind, terwijl Zoon1 en mijn geliefde zich tegoed deden aan hammetjes uit de oven en zulks. Schnitzels met erwten en kaas bakten wij, er werden twee soorten saus voor de pasta gemaakt en ik fietste dorp en stad af voor supermarkten met lékkere nep-worst voor op brood.
Allemaal geen probleem natuurlijk, want het was te prijzen dat het dier-liefhebbende kind zo barmhartig was met de viervoeters in ons bestaan. En tweevoeters natuurlijk, in het kader van de gevleugelden.
De ommekeer van het vegetarische leven naar een vleesetend bestaan is onduidelijk in zijn oorsprong. Het maakt mij ook niet uit, en eerlijk gezegd vind ik het wel zo gezond. Afwisseling is het beste, want alleen maar spliterwtenen soja is voor niemand goed, laten we wel zijn.

Daarom wissel ik ook graag af tussen wijn en bier. Granen, hop, water, druiven, sulfiet. Zeg maar de Schijf Van Vijf. Ik heb heus wel opgelet vroeger op school.

Over school gesproken, slaagde Zoon1 voor Het Gymnasium en was er dientengevolge de diploma uitreiking. Urenlang luisterden wij naar tranentrekkend goede cijfers, er werd gestrooid met Cum Laude en de komende studies van de kinders zijn allemaal schrikbarend knap en slim en soms in verre oorden ook nog. Zoon1 gaat naar Amsterdam, wat nog soort van te doen is, voor het moederhart.
Als ik even vergeet dat ik ook zeventien ben geweest. Hij werkt er ook tegenwoordig. Heb ik ook gedaan. Ook in de horeca.
Ook dat verdrink verdring ik maar even.

Filosofie gaat het kind studeren.
Levensbeschouwing. Wijsbegeerte.
En dat voor iemand die volledig in paniek raakt als hij ziet dat er een vogel op het dak zit. Of die al sinds hij kan lopen struikelt over elke grasspriet die uit het gareel staat. Maar dat is ook een levenshouding natuurlijk.

Ik heb er natuurlijk alle vertrouwen in.

Net als in Zoon2 die na de vakantie reeds naar de tweede gaat. Een sloot nieuwe vrienden gemaakt heeft, zijn voetbalteam naar het kampioenschap heeft geholpen, misschien niet geheel eigenhandig, maar in mijn ogen wel. Vleesetend en wel. Ik kan hem wel opeten.

Zelf had ik een familie reünie. Helaas verpakt in een uitvaart, maar het goede daaraan was, dat ik een groot deel van mijn familie weer eens zag. Ik dronk een geruime hoeveelheid wijn met mijn nichten en hun aanhang, ik geraakte daardoor bijna niet meer thuis van Utrecht naar de huidige woonplaats en ging de volgende dag gewoon weer aan het werk. Ook een soort kampioenschap als je het mij vraagt.

In het kader van afscheid, van rechtsdraaiende tofuburgers, van de middelbare school, van de brugklas en van dierbaren... volgt over een paar dagen het afscheid van ons brakke, oude, wiebelige, krakende maar ontzettend geliefde vakantiehuisje op de Veluwe.

Al een jaar of acht komen wij elk jaar op het vakantiepark waar mijn ouders een vakantiehuisje hebben en waar wij dan honderd meter verderop een eigen huisje hebben. We doen samen leuke dingen, we borrelen en slingeren de barbecue aan, maar we hebben ook onze eigen plek en vullen de avonden met wijn spelletjes en chips. Voor iemand die niet perse van spelletjes houdt, ben ik behoorlijk fanatiek op de verkansie.

Het huisje kraakt aan alle kanten. De badkamer is het woord bijna niet waard, Zuske moet haar leven daags wagen om in- en uit bed te komen en wat voor een keuken door moet gaan is een slap aftreksel van een waterput in Ethopië en een vorm van koken uit de Middeleeuwen. Desalniettemin worden we gevoed, vooral omdat De Man een onuitputtelijk geduld heeft met betrekking tot eieren bakken en pasta saus maken met twee pannen die uit ongeveer 1500 komen.

We nemen lichtjes mee om het terras te verfraaien, kaarsjes, koffie, wijn, boeken en zwembroeken. Het is bij voorbaat al een geweldige week.

We lunchen bij de zaak waar Mensen Met Een Beperking werken en het is altijd supergoed. Zoon1 maakt wat ongepaste grappen, Oma kijkt schichtig omn zich heen, Opa lacht in zijn vuistje. We gaan de Action in en kopen tassen vol onzin, we lachen onzettend hard om alles en Tante2 (Van vaderskant) buigt in alles mee en lacht nog harder.

Maar ze gaan het verkopen, het huisje. Onze familiebasis.
De Zonen vinden het NIET leuk, want ondanks vakantieplannen naar Griekenland of Frankrijk, is de Veluwe altijd favoriet. Zuske en ik vinden het niet leuk. De omgeving vindt het niet leuk want wij zijn grootverbruikers in de horeca en retail.

Het is het afscheidsjaar. We gaan morgen weg en ondanks jaren ervaring nemen we pas dit jaar het tosti apparaat en de koffiemachine mee. Al doende leert men, immers.

Morgen geef ik Zoon2 een broodje ham mee voor onderweg.

donderdag 15 juni 2023

Van 2005 tot 2023. En daartussen.

14 juni 2023. Zoon1 is geslaagd. Voor het Gymnasium. Dat zet ik erbij, want het is zooo knap.

Achtentwintig april 2005. Kwam ik erachter dat ik zwanger was van Zoon1. Twee dagen voor (toen nog) Koninginnedag.
Balen jonge.
Geen bier drinken.
Maar wel blij hoor. Het was gepland, daags voor mijn 26e verjaardag. Ik had het alleen niet zo snel verwacht. 'Heeeee, laten we een baby maken' zei Echtgenoot1 een paar weken daarvoor.
Ik: 'Hahahaaa ok!!!'

(...) Flats. Zwanger.

Geen wijn meer, stoppen met roken en DIK dat ik werd! Niet normaal. Ik at ongeveer vijf mars-repen per dag en kwam zo'n 35 kilo aan. Op Sinterklaasavond braken mijn vliezen en na een kleine baring was daar het kind. Mijn Zuske huilde aan de telefoon en ik heb vooral veel gelachen in het kraambed. Schijnt iets te maken te hebben met adrenaline.

Eenmaal thuis had ik geen idee. En dat is eigenlijk zo gebleven. Hij at en dronk en groeide. En dat leek mij een solide situatie. En hij was lekker dik en lachtte veel. Meer wenste ik niet van een baby.

Ik werd erg slank, want ik wandelde nogal veel, anders sliep hij niet. Ergens onderweg trouwde ik met zijn vader. Dat liep jammerlijk af een paar jaar later, maar dat doet niks af aan de goede jaren die we gehad hebben en de Zonen die we kregen.

De zoon ging naar de kinderopvang, maar een jaartje, want daarvoor was ik thuis met hem. Daar blonk hij uit in schattigheid, wat logisch was. Toen hij vier werd, was het tijd voor school.

Vijf januari 2010. De eerste schooldag van Zoon1.
Zes januari 2010. Zoon2 werd geboren.
Zes januari 2010, iets na 07.00 in de ochtend: Complete hysterie van Zoon1,(vlak daarvoor nog gewoon Zoon) zijn vader en ik. En misschien de kraamzorg die iets van de spanning meekreeg.
Het arme kind, had net zijn eerste schooldag meegemaakt en kreeg in de nacht daarna zijn broertje. Hoogzwanger had ik hem die dag nog naar school gebracht met zijn eerste broodtrommeltje en ging daarna uitgeput naar huis, nog onwetend van het feit dat de gezinsuitbreiding niet nog twee, drie of vier weken zou duren, maar nog maar een paar uur. (Ik had het kunnen weten, prima op tijd, want had zin in een kommetje wijn.)

Naar school gebracht moest hij, beschuit met muisjes moest hij mee, want zo is dat nou eenmaal. Echtgenoot1 was er maar druk mee, terwijl ik met Zoon2 aan de tiet zat en er nog van moest bijkomen dat hij er was.

Zoon1 had hier ogenschijnlijk niks van. Blij met het broertje en blij met de schoolsituatie. Mamma steeds in bed vond hij ook wel prima en al het bezoek gezellig. Opa, oma, tante, leuke vriendinnen, hij vond het allemaal wel leuk hoor.

Hij was binnen 1 dag zindelijk, dag en nacht. Zomaar opeens. Toen het net bijzonder goed uitkwam.

Dat hij in de avond om zes uur al in bed lag, zodat ik meer tijd had voor de nieuwe baby, had hij toch niet in de gaten dacht ik. Naar later inzicht denk ik daar anders over, maar hij klaagde niet.

De kleuterklassen liep hij vloeiend door. Niks aan te merken op t vingerverven en macaroni plakken. Dat hij de blokken op grootte legde en de klei op kleur, en misschien de boekjes op alfabetische volgorde....dat had niemand door.

Tot op een dag Juf F haar intrede deed. Zij had meteen door dat het kind anders was dan de rest van haar kleuterkes. Hij kon namelijk al lezen. In de kring aan het begin van de ochtend zaten alle ouders hun kind voor te lezen. Mijn kind las mij voor. Ik vond t wel gezellig, vond er aanvankelijk niks bijzonders van. Totdat Juf F het opmerkte.

Dankzij haar kon hij Groep3 overslaan en meteen beginnen in groep4.

De foto komt nog af en toe voorbij. Een lief jongetje met een geruit blousje en een voorzichtig lachje, aan het schooltafeltje.

Hij had wel vrienden, werd uitgenodigd op feestjes en deed het allemaal prima zoals het hoort. Schoolreisjes, avondvierdaagse, trakteren, op voetbal, tralala. Maar écht een klein kind was hij nooit. Elke week gingen we naar de bibliotheek en haalde hij letterlijk 7 boeken. En las ze allemaal. Op een gegeven moment had hij alles wat hij wilde lezen uit en moesten we naar andere kasten, voor oudere kinderen. Terwijl hij weer een mandje boeken vulde, las ik Donald Ducks en probeerde Zoon2 ervan te weerhouden om een en ander te slopen en/of op te eten.

Hij speelde nooit. Ongeacht welk speelgoed er het huis in werd gesleept. Het enige dat hij leuk vond waren fantasie spelletjes met zijn vader (of zijn moeder, maar die had er geen geduld voor). Mikado hebben we een tijd gespeeld, dat vond ik nog wel grappig. Hij ging op Schaken. Hij deed mee met Wiskunde wedstrijden op school en won elke keer.
Een korte periode hield hij van films kijken en waren we gedoemd om Bob de Bouwer te kijken. Die ene in Oostenrijk en die ene in het Wilde Westen. GEK werden we ervan, maar dat kon hem bekoren.

Hij heeft altijd van musea gehouden. Dus dat waren leuke uitstapjes. Naar Amsterdam, in Haarlem, of waar we op vakantie waren. "Mamma en Zoon's dagje uit" werd een heel ding. Dan gingen we samen lunchen en naar een museum. Tegenwoordig gaan we bier drinken.

Zijn hele jeugd had hij een knuffelkonijn die hij niet losliet. Nana.
Op een kwade dag was het kwijt. Hele huis en omringende buurten overhoop gehaald zonder resultaat. Ik kocht een nieuwe met het verhaal dat Nana uit logeren was geweest en in de wasserette had geslapen. Hij keek me wantrouwig aan, maar nam haar toch voorzichtig in zijn armen. Een heel aantal weken later vond ik de oude terug. En het gezicht dat hij toen trok, vergeet ik nooit meer. Een mix van ongeloof, geluk en opluchting. Hij had al die tijd geweten dat het niet klopte. Hij trok Nana tegen zich aan en ik ging stiekem huilen in de tuin.
Nana ligt nog steeds op zijn nachtkastje. Heb ik daar neerlegd hoor, maar hij heeft haar wel laten liggen.

Zijn vader en ik gingen een kleine tien jaar geleden uit elkaar. En zonder de Zonen had ik nu in de goot gelegen. Of er misschien net uit geweest, je weet het nooit immers. Misschien was ik een godsvrezend lid van de scouting geworden, in het ergste geval. Zoon1 en 2 maakten dat ik mijn bed uit kwam, dat ik een ander huis zocht en vond en dat ik iets anders dan pizza at. Ze klaagden niet dat er weer macaroni op het menu stond of dat er in ons huishouden niet op wintersport werd gegaan. Zoals in de rest van Het Dorp waar we woonden. Zoon1 vooral, en dat weet ik zeker, had haarfijn door hoe de situatie was en was de eerste die naast mij zat op ons Terraske, als ik met een kommetje wijn zat, het huilen nader dan het lachen.
Hij vertelde mij grappen, maakte mij aan het lachen, waardoor ik ook weer grappen kon maken, waar we samen dan om lachten. Hetzelfde gevoel voor humor maakt dat wij lachen om de meest gruwelijke dingen die we zeggen.

Toen het leven mij weer vrolijk gestemd was en ik De Man ontmoette, 14 september 2017, waren de Zonen de eersten die hem omarmden. Misschien nog wel eerder dan dat ik wist dat dit het was. Na een klein reeksje aan mannen-gedoe, wist ik heus wel dat ik nu een goede te pakken had, maar als de Zonen dat dan ook meteen zien...dat is wel een teken aan de wand. Ik had nooit kunnen verzinnen hoe goed dat gaat. Het grootste geluk in mijn leven.

Zoon1 heeft een vriendengroep waar ik ook erg van hou. Ze komen regelmatig hier en ik voel me een groots bevoorrechte moeder, dat ze hier graag komen, dat ik erbij mag zitten en dat het onzettend gezellig is. De jongens zijn ook allemaal geslaagd gisteren en ik was op allemaal even trots.
Ik mis het ex-vriendinnetje enorm, maar ook daar mag ik gelukkig nog mee appen. Hulde aan de tegenwoordige tijd.

We hebben ook heus wel eens onmin, Zoon1 en ik. We lijken enorm op elkaar en dan heb je dat soms. Maar we maken het altijd meteen weer goed en dat heb ik ze ook geleerd. Ruzie maken is niet leuk, maar het kan soms en het geeft niet, als je het maar weer goed maakt. De laatste keer lag het vooral aan mij. Dat wist de Zoon mij ook wel te vertellen. Maar ik ben in de overgang weet je. En het is bloedverziekend heet. Dan zijn dingen verantwoord. Als je sorry zegt daarna.

Komende tijd heeft hij welverdiende vakantie en daarna gaat hij Geschiedenis of Filosofie studeren. Van het laatste heb ik wat gelezen en was na de eerste alinea volledig de draad kwijt. Hij zoekt woonruimte in Amsterdam. Ik heb alle huisbazen al gemaild dat ze hem van alles mogen verhuren als hij 34 is. Want mijn god, wat moet ik zonder hem.
15 juni 2023. Gelukkigste moeder op aarde.

woensdag 7 juni 2023

Ik ben er weer. En dat heeft ie van mij.

Het is een tijdje geleden, dat ik u allen mede deelde wat er gebeurde in mijn leven. Maar ik ben er weer hoor. Zoon1 niet, die zit namelijk op Kreta met zijn vrinden. En wat ik van hem krijg zijn foto's van een zonovergoten terras vol flessen wodka. Het is, vrees ik, een kind van zijn moeder. Hoewel ik na een niet nader te beschouwen avond, zo'n twintig jaar geleden, nooit meer wodka heb aangeraakt. Achter die genen komt hij vanzelf. Duidelijker opvoeden kan niet.

Hij heeft eindexamen gedaan, wat voor iedereen in het gezin hier, het gezin bij zijn vader, omwonenden en omringende gemeentes wel duidelijk was. Misschien was het de walmende oven vol met saucijzenbroodjes, het gesla met de deuren of her en der een verheffing van de stemmen, maar het was onmiskenbaar. Het is ook een dingetje natuurlijk, het einde van de middelbare school. Eergisteren bracht ik hem notabene nog naar groep 4 en trok ik eigenhandig zijn eerste losse tandje uit de kleine bakkes. Nu fluisterde ik hem vorige week toe dat ik hoop dat hij het heel erg leuk zou gaan hebben, maar dat ik liever niet heb dat hij een jongedame zwanger maakt of gereanimeerd moet worden vanwege akelig verkeerde pilletjes die hij op de kop kon tikken. Zou ik toch een hinderlijke start van het studentenleven vinden voor de zoon, laat ik wel zijn. Morgen komt hij thuis.

Zoon2 vroeg ineens hoeveel een bruiloft kost. Ik als ervaringsdeskundige gaf daar een antwoord op, waarop hij wat pips werd en meldde dat hij nog even zou nadenken. Waarover, weet geen mens. Een moeder kan slechts hopen. Of vrezen. Ook verloor hij een kies, hij is nogal laat met zulken zaken en ik ben een beetje klaar met zulke zaken, dus voerde niet meer de show op die we vroeger deden met tandenfee nonsens etcetera. Hij gelooft nergens meer in behalve als het om geld gaat en dus gaf ik er niet al teveel aandacht aan. Hij vroeg zich hardop af of er iemand in ons gezelschap misschien nog wat briefgeld had. Hij is inmiddels oud genoeg om te weten dat je met vijftig cent niet ver komt, dus hij liet de inflatie van de tandenfee alvast weten. Voor de zekerheid legde hij zijn tand onder zijn kussen wat ik vergat negeerde en die we waarschijnlijk terug gaan vinden als de wasmachine monteur moet komen. Verder is er geen woord meer aan vuilgemaakt.

De Verkering reist gestaag naar Amsterdam om zijn studenten wijsheden bij te brengen, en als hij dat niet doet vertoeft hij in zijn schuur, of in de bouwmarkt. Het is echt wonderlijk hoeveel zagen en schroefjes en hout een man nodig heeft als hij een schuur heeft. In ons vorige Dorp was de man tevreden met een schep en een boormachine voor alles wat ik opeens bedacht aan werkzaamheden. Hier is het opeens noodzakelijk om een diversiteit aan materieel te bezitten. Ratels, tangen, priemen en zagen komen hier de deur door. Hij brengt uren door met zaken waar ik geen idee van heb, terwijl ik met een kommetje wijn in de tuin zit. Soms hoor ik verontrustend veel gezaag en geboor, maar na verloop van tijd komt de man altijd weer tevoorschijn. Ogenschijnlijk gelukkig met het zaagsel in de haren, en wat mij betreft is het dan goed. Ik stuur dan wel een foto naar Zoon1, want wij lachen daarom. In liefde natuurlijk.

Zoon2 heeft volledig zijn weg gevonden in onze nieuwe Stad. Heeft vrienden en sportmaatjes en sinds kort een heuse bijbaan. Eet ontzettend veel, is groter dan zijn oma, is kampioen geworden met voetbal, heeft een schoenmaat groter dan elke andere man in mijn leven en is sinds vanavond officieel sterker dan ik, net als zijn broer. Daar kwam ik achter doordat ik hem een klein kusje wilde geven.
Dat heeft hij liever niet meer.
Een hoop gegil, mijnerzijds, gekrijs, mijnerzijds, getrek, mijnerzijds, en een flinke duw van de bank (van hem) lag ik op de grond en kon ik afdruipen, het hoongelach van mijn ooit zo lieve kleine Zoon2 in mijn oren nagalmend.

Zoon1 en 2 belden met elkaar. Ik mocht niet weten waarover, want: Broeder tot Broeder. Allemaal hartstikke leuk natuurlijk,tot ze elkander weer de hersens in slaan. En dan mag ik ook niet zeuren.
Het is, kortom, volop genieten.

Ondertussen heb ik een nieuwe baan in de buurt en is mijn treinleven voorbij. Ik kon een tijdlang geen afscheid nemen van mijn geliefde Dorp en Werk en Collega's en, vooral, Vriendinnen... maar het moest wel want ik werd er compleet gek van. Teveel reistijd en te weinig tijd voor andere dingen dan werk. Nu werk ik ongeveer om de hoek en heb superleuke nieuwe collega's en ik kan zowaar mensen gedag zeggen, als ik rondloop. Ik ben niet meer een vreemde, soort van op vakantie. Ik ken nu mensen. Vanmiddag zat ik op een terras en kwam bekenden tegen. Gisteren in de supermarkt kon ik tegen twee mensen hallo zeggen omdat ik ze van gezicht kende. En natuurlijk zit ik in nieuwe appgroepen. Anders telt het niet.

De buren moeten geloof ik wel een beetje aan ons wennen. Ze zeggen niet veel. Maar ik denk niet dat dat komt door de lange avonden in de tuin, want als ik een kommetje wijn op heb, dan fluister ik altijd alles. Dat Zoon1 daar dan hard om lacht... dat heeft ie van zijn vader.

vrijdag 15 april 2022

Hoe gaat het? Goooooooeed! In De Polder.

'Hoe iiiiis het? Hoe bevaaaalt het? Hoe gaaaat het daar? ' Vliegt mij om de oren deze weken. Sinds we in De Polder wonen.
De antwoorden daarop, mijnerzijds, zijn tot dusver ongeveer hetzelfde, de afgelopen zes weken. 'Het is leuk, het huis is fijn, ik weet een beetje de weg, nee ik ken de buren nog niet echt, ja ik mis mijn vriendinnen, ja ik mis mijn werk, ja ik mis heel erg de kinderen, nee ik mis niet eens echt mijn oude lieve boshuisje, geen idee wat mijn nieuwe postcode is en ja, we zijn redelijk uitgepakt en ingeburgerd.'

We zitten hier dus nu. De verhuizing was er een uit de boekjes. Niet de meeste boekjes hoor, en ik kan het weten, maar eentje zoals in de boekjes staat van normale mensen die met een verhuiswagen van het ene dorp naar de andere stad gaan en dan zonder al teveel gedoe gewoon overgaan. Een bijzonder soepele verhuizing was het. Met sterke mannen en helemaal geen schade en alles binnen 1 dag. Natuurlijk schonk ik koffie voor de mannen, serveerde broodjes kroket en deed in overmoedige en misschien overvriendelijke bui uitspraken als: neeeee, er hoeft bijna niks naar de zolder qua kasten of zo... Terwijl natuurlijk bleek dat er best wel wat veel zware dingen twee trappen op moesten, toen we eenmaal ter plekke waren. Maar daar deed niemand zichtbaar moeilijk over. Heel professioneel allemaal. (Terwijl ik in hoekje van de tuin staande, De Man die kwestie liet oplossen.)

Ergens in de middag stond eigenlijk alles waar het moest staan, qua grote dingen. Daarna begon het Grote Uitpakken. Wat aanzienlijk sneller ging dan gedacht, en toen de volgende dag Zoon1 op de stoep stond, Zoon2 had al een nachtje in zijn nieuwe kamer doorgebracht, kwam het kind in een bijkans gespreid bedje terecht, tot ieders verbazing en anders wel de mijne.

Inmiddels zijn we een paar weken verder en is er bijna sprake van een geregeld bestaan in onze Zonnige Tussenwoning.
Sinds ik de eerste keer 48 minuten deed over het fietsafstandje van 5 minuten naar de buurtsuper, fiets ik er dagelijks heen, wel steeds via een andere route, maar volgens de Man is dat alleen maar goed voor mijn niet bestaande richtingsgevoel. Dat daar om de haverklap mijn lievelingswijn in de aanbieding is, vanaf de eerste dag al, wat ik als een teken van boven zag natuurlijk (als ex-Non-Huis-Bewoner) is een redelijke vergoeding voor het feit dat ze daar niet aan zelf-scannen doen. Wat betekent dat ik alle flessen op de band moet kletteren, ten overstaan van iedereen, dat men voor, achter- en zijwaarts van mij ziet wat ik ga eten vanavond en dat je ook nog eens snel je tas moet inpakken. Ik moet er nog steeds aan wennen.
Wat ook gek is, is dat ik niemand in de buurt ken en dus elke keer na een kwartier alweer thuis ben. In Het Dorp zei ik tegen mijn gezin en aanverwanten: Daaag, even naar de supermarkt! En zagen ze me de eerste veertien uur niet terug, want ik kwam de halve school, de buurt, oude bekenden, elke cassiere die ik kende en alle hondjes uit de omgeving tegen. Nu ben ik zo snel terug dat niemand eigenlijk doorhad dat ik weg was.

Qua uitpakken zijn we in het begin een heel eind gekomen, maar er staan natuurlijk her en der nog wel dozen, want na een week of twee excessief uitpakken, was ik er ongelooflijk klaar mee. Langzamerhand begin ik dingen te missen. Hela, waar is eigenlijk dat ene dingetje van die ene pan? Waar is de reserve oplader van de dinges en waar in godsnaam is mijn krultang die ik zelden gebruik maar die ik NU wil hebben en die altijd onderin de kast van de badkamer lag? En ik wil PERSE morgen tomaten uithollen met dat superhandige dingetje dat ik drie jaar geleden kocht en die ik nooit heb gebruikt! Om maar niet te spreken van het kistje dat vol zit met sleutels van alle huizen waar ik ooit heb gewoond (nooit ingeleverd, dus ik kan half Haarlem binnenkomen, zeg dat maar tegen niemand), want daar zat volgens mij ook dat grappige briefje in van iemand van vroeger en ik kan niet meer leven zonder dat ik dat briefje heb. WAAR IS DAT?
Zulks vraag ik dan op dringende toon aan de Man, terwijl hij thuis probeert te werken ook al hebben we nog geen wifi. Terwijl hij natuurlijk ook geen idee heeft.
Ja, het is leuk met mij samenleven.

In praktische zin ben ik serieus de helft van mijn toiletspullen kwijt. Wat een aantal dingen kan betekenen:
Ik ben prachtig van nature.
Hier in de polder ligt mijn lat lager.
Misschien had ik idioot veel spullen.

Ik stel voor dat we dat in het midden laten en dat ik vertel over mijn ándere kwalijke zaken: Mijn gescheurde enkelbanden, die daarna opeens een breuk in de middenvoet leken, die daarna toch gescheurd waren maar toen kwam er artrose bij. Mijn buitengewoon hinderlijke huisarts die me een paracetamol voorschreef na 6 weken malheureus gehink, die me toen een orthopeed voorschreef maar niet over de brug kwam en nu weer op vakantie is.... Ik heb besloten me per ommegaande uit te schrijven en gewoon weer aan het werk te gaan. Zodra ik weer normale schoenen aan kan. Kennelijk is dit een vanaf nu permanente staat van zijn in mijn linkervoet. Daar kan ik mee leven. En bier tappen ook.
Net toen ik tot dit verhelderende inzicht kwam, voelde ik me een beetje niet lekker zeg.
CORONA.
Godnondenju, appte ik de hele wereld en z'n moeder.
Bijna als laatste der mohicanen zeg. Ik was er bijna blij mee, eeeeeiiindelijk zeg!
Tot ik als de wederopstanding van de Dood (Pasen...toeval)? in de Zonnige Tussenwoning rondscharrelde, de ene voet nauwelijks voor de ander kreeg en kwijnend tegen de Man verkondigde dat ik wel even moest gaan liggen, om de volgende 36 uur niet meer op te staan.

Nu vind ik mijzelf niet perse heel aanstellerig (behalve als het mijn haar of een gebroken nagel aangaat), maar ik voelde me niet goed hoor hee. Twee nachten lag ik zwetend in de echtelijke sponde, mij voor te stellen hoe ik afgevoerd zou worden met zuurstoftanken, de Zonen jammerend aan mijn zijde, de Vriendinnen ballonnen voor mij oplatend en iedereen en elke toevallige voorbijganger wringend in hun handjes. Ik had namelijk best wel een pijntje in mijn rug door al het liggen en ook had ik een snotneus en koorts hoor. De Man lag Netflix kijkend naast mij, Zoon2 zat op zijn XBox en Zoon1 zat ergens op een feestje. Dus ik denk dat de ernst een beetje beperkt was naar mijn kant. Ondanks mijn gerichte gezucht en gesteun.
Evenwel, gaat het alweer. Na mijn zieltogende paar dagen lustte ik best wel weer een kommetje wijn en nadat ik precies 1 ochtend geen koffie wilde (OH NEE, NOOIT MEER GEUR EN SMAAK), is ook dat gevaar geweken.

Een hoop van mijn allerliefste beminden hebben inmiddels de tocht naar De Polder aangevangen en hebben hier ons nieuwe bestaan bewonderd en ingeluid, ik hoop dat er nog vele volgen. Want ik ontvang altijd graag iedereen, maar ik zit niet meer om de hoek. En ik heb al een aantal keer de trein genomen naar mijn geliefde Dorp, ik ga ook weer terug natuurlijk, want hier is nu eenmaal nu waar mijn huis woont. Gelukkig hebben we een logeerkamer en zijn de Zonen groot genoeg om ook met de trein te kunnen komen. Om de week voor nu, wat een aanslag is op het moederhart hoor. Ik snap opeens helemaal niks van leerplicht en toetsweken, maar dat zal wel aan de plattelandslucht liggen.

Het goede nieuws is, is dat ik een verhuisdoos vond met een schaar en een pak verf. Ik was het bijna verleerd.
Dus hoe gaat het?

Goooooooooeeeeed!

zaterdag 5 februari 2022

De stoelen, de toekomst en het bier.

'Nah, ik voel me wonderlijk goed' kwam Zoon1 vanmorgen monter naar me toe terwijl ik nog heerlijk in de echtelijke sponde lag. Het was vroeg, want het kind ging werken, ik niet, dus ik lag er nog in. Nou, dat vond ik fijn om te horen, zeker op dat tijdstip, waarop er doorgaans met deuren wordt geslagen.
'Ja, want ik heb toch best veel biertjes gedronken gisteren.' Sprak het minderjarige nageslacht.
Nou, dat vond ik reuze gezellig voor het kind, zo deelde ik hem mede. En gaf hem wat moederlijk advies over een colaatje en een lekker goed broodje. Ja, voor opvoedkundig advies kunt u gerust uw kind naar mij sturen.
Met een mengeling van trots (kind van zijn moeder, bovendien eerlijk naar zijn moeder) en twijfel (minderjarige hersenen nog in ontwikkeling, bovendien erg eerlijk naar zijn moeder) wentelde ik mij nog maar even in mijn nieuwe donzen dekbed. En bedacht mij dat ik inderdaad midden in de nacht wakker was geworden door een prikkende vinger en een flitslicht van de telefoon in mijn ogen. Het was Zoon1 die vrolijk op mijn bedrand zat, en meldde dat hij thuis was. Ik vind dat een fijne gang van zaken. Ik ben niet zo'n moeder die handenwringend in de huiskamer zit te wachten tot een Zoon veilig thuis is, maar weten dat het wel het geval is, dat kan ik zeker waarderen.

Vervolgens probeerde ik uiteindelijk maar het bed te verlaten. De Man was ook al reeds de deur uit en Zoon2 wenste wel een ontbijt. Met een hoop gedonder en misschien een beetje gevloek stapte ik de woonkamer binnen.
Dat komt namelijk zo... Ik heb een nogal suffe klapper gemaakt van de week. Uit het niks en nergens om, sloeg ik al struikelend tegen de vlakte, daarbij mijn voet zó verkeerd neerzettend, dat ik de volgende dag naar het ziekenhuis moest. Eerst dacht ik dat het nog wel meeviel, maar toen het allemaal zo erg dik en pijnlijk werd, moest ik toch maar foto's laten maken en zulks. Lang verhaal kort, gescheurde enkelbanden, krukken, een interessant schouwspel van zwellingen en kleuringen en zelfs uit bed stappen is een gedoe.
Ja, lekkere timing. Wekenlang zat ik thuis vanwege lockdowns en quarantaine, in blakende gezondheid van lijf en leden. En hét moment dat ik fijn weer achter de bar kon, voor gezelligheid en salaris en zo, zit ik met het been omhoog. En moet er verhuisd worden.

Maar dat was heus niet alles hoor.
Namelijk een dag na mijn noodlottige neergang, togen de Man en ik naar NoordHollandNoord om bij de Notaris eens even een duchtige handtekening te zetten. Ik verheugde mij al op de champagne die wij zouden drinken na dit volwassen uitstapje.
Niks van dat al hoor. Vlak voor het tekenen verbleekte de Notarismevrouw, mompelde dat ze wat moest uitzoeken en verdween voor een kwartier. Bij terugkomst bleek er een behoorlijke kink in de kabel. Ons nieuwe huis stond onder beslag. De oude eigenaar had her en der kennelijk wat rekeningen niet betaald en een boze schuldeiser had beslag gelegd.
Dat was niet het feestelijke moment waar ik een foto van wilde maken. De Man en ik keken elkaar paniekerig aan boven onze mondkapjes en na wat verdere uitleg en geruststelling (Alleskomtgoedheuswaar) van de Notaris, konden wij huiswaarts keren. Zonder huis, maar met een zwaar gemoed. Nu zijn wij geen sombere types, dus we schoten niet direct in een depressie, maar we schonken ons een kalmerend kommetje in en wisten niet zo goed wat te zeggen.

Alles is goed gekomen, dankzij goed werk van slimme mensen en twee dagen later reden we wederom die kant op, om ditmaal thuis te komen met sleutels en een contract dat vele tonnen heeft gekost. Een mens zou voor minder een gat in de lucht springen. Die eer was voor nu aan de Man besteed, omdat ik anders misschien ook wel mijn nek zou breken. Ik reken overal op tegenwoordig.

Daarna hield het feest aan, want Zoon2 moest nog trakteren op school sinds hij een maand geleden jarig was geweest. Hij had er specifieke wensen over die ik maar respecteerde, want, zo bedacht ik mij huilerig; het zou de laatste keer zijn.
Zestien jaar lang ben ik minimaal twee keer per jaar bezig geweest met traktaties. En dat waren nog maar de verjaardagen. Op het kinderdagverblijf, de peuterschool, de basisschool, de zwemles en de voetbal. En dan waren er nog het afscheid van de diverse educatieve instellingen. De verhuizingen die gepaard gingen met een kartonnen huisje met een doosje rozijntjes erin. De viering van nieuwe broertjes en zusjes en zelfs een keer dat Zoon2 er op stond om te vieren dat er weer eens een tand uit zijn bakkesje was. Ik heb me gek gevouwen, gesneden, gekleurd, gebakken en gesmeerd, krulletjes om briefjes gehangen en gezichtjes op druiven getekend. Deze laatste keer bleef het bij een vrolijk bakje, gevuld met glutenvrije -en vegan snoepjes. Dit schreef ik niet met droge ogen.
Ik ben dankbaar voor het feit dat het grootste deel van hun trakteer-bestaan, de Zonen nog met roze koeken konden aankomen waar ik een olijk snuitje op had gesmeerd met chocola.
Evenzogoed was het de laatste keer. En daar dacht ik lang over na.

Om het tranentrekken nog even door te voeren, nam ik afscheid van mijn lievelingsstoelen. Zeven jaar geleden, op het dieptepunt van mijn bestaan (jaja) kreeg ik van lieve vrienden van mijn ouders, een paar stoelen, zodat ik mijn arme billekes niet op de koude grond hoefde te vleien. (Ik schreef nog net niet, dat ik in lompen was gehuld en zwavelstokjes verkocht, dus geen postume zorgen.) Het waren twee fraaie, vintage stoelen in een groene stof. Waarschijnlijk best geld waard, maar ik wilde liever zitten dan eten in die tijd. En dun dat ik was. Jarenlang zat ik daarop aan tafel, at ik met de Zonen, met daarna terecht vervlogen semi-liefdes, keek ik Netflix, dronk ik kommetjes en lachte ik heel hard met de Vriendinnen. Ik verhuisde ze mee naar het Boshuisje en daar zat ik erop met De Man en moest vaak zo hard lachen dat ik er misschien wel eens op geplast heb zelfs. Er viel eten op en uiteindelijk waren ze niet meer zo mooi. En toen kwam Het nieuwe Huis. En was het tijd voor nieuwe stoelen. We kochten zes oude kerkstoelen en die werden van de week bezorgd. Heel erg leuke en ze zitten goed en staan mooi. Maar ik zat nog steeds op mijn groene. Gisteren draaide de Man een treurig muziekje en vond het tijd dat ik afscheid nam. Hard huilend viel ik in zijn armen, daar schrok hij wel een beetje van hoor, dat merkte ik wel. Hij schonk rap een kommetje wijn voor mij in en vermeed het onderwerp 'stoel' angstvallig.
Maar vandaag was ik sterk en volgens de norm normaal, en ik verruilde de twee. Ik ging zitten en dit stukske schrijven.

En net als alles weer een beetje volgens het conventionele ging, kreeg ik een appje van Zoon1, die een beroepskeuzetest had gedaan. Hij moet immers komend jaar examen doen en een studie gaan kiezen. Met veel capslock en uitroeptekens kreeg ik het bericht: PAARDENFLUISTERAAR!!!! Dat was uit de, serieuze, online test gekomen. (Zoon1 heeft denk ik nog nooit een paard vriendelijk aangekeken.)
Nadat ik mijzelf weer van de grond had geraapt, waar ik op was gevallen van het lachen (en dat met mijn blessure), appte ik het kind terug dat ik ook wel graag het linkje van de test zou willen. Met een goed gemoed deed ik de test, wie weet wat de toekomst voor mij in petto had immers.
SPORTINSTRUCTRICE!!! Kwam eruit.

Zoon1 en ik moesten bijkans aan de beademing. (Het behoeft geen uitleg, als iemand mij ook maar een beetje kent.)

Tot zover zijn academische toekomstplannen en mijn eventuele carriere wijziging, waar ik toch al niet op zat te wachten. Geef mij maar lekker tien bier op de tap en zeker geen sport.
Wat dat betreft lijkt Zoon1 nog meer op mij dan ik al dacht.

dinsdag 25 januari 2022

Over een week krijgen we de sleutel. En wat er verder gebeurde.

Ach, er gebeurde weer zoveel. Een tijdje geleden begon ik een stukske waarin ik wilde schrijven over het piano optreden van Zoon1, wat tranentrekkend was. Letterlijk, ik zat naast Echtgenoot1 heel onopvallend mijn uitgelekte mascara weg te smeren. Wat hij als rechtgeaard Ex natuurlijk volledig negeerde. Ik denk dat hij, samen met een heleboel anderen al blij was dat ik niet wenend het podium oprende, maar voor de zekerheid werd ik genegeerd in mijn emotie. Terecht wel.

Zoon2 had vervolgens een scala aan schattigheden, want hij was toen nog maar elf en heeft nog een zacht gezichtje. Sinds kort is hij twaalf en vooralsnog merk ik weinig verschil. Ik weet dat dat ijdele hoop is, maar ik wentel me er nog even in. Het kan immers altijd erger dan geschreeuw en gescheld tegen de Xbox.

Dat stukske is verloren gegaan wegens mijn verregaande slechte omgang met mijn laptop, maar het geeft niet. Want er kwam zoveel meer nog.

Zoon1 heeft verkering. Van het serieuze soort op die leeftijd. Ik weet het zelf nog goed, want het is immers pas 26 jaar geleden dat ik dat ook had. En ook al herken ik het een en ander, die twee zijn toch anders. Ze zitten samen op de bank als een getrouwd stel, maar dan die van het leuke soort. Het soort dat ik ook ben. Het is vooral allemaal leuk voor mij, want ik heb eindelijk eens een meisje in huis. Ik praat met haar over kapsels en oorbellen en zo. En dat doe ik met de Vriendinnen ook, maar het is anders met een zestien-jarige. Ik hang natuurlijk met verve de leuke schoonmoeder uit en dat gaat me heel natuurlijk af. Vind ik zelf.

Wat betreft de Corona, wat een onvermijdelijk onderwerp is, ontsprongen wij de afgelopen twee jaar redelijk de dans. Buiten wat afgelaste bruiloften, saaie Koningsdagen en gemiste kroegbezoeken om, waren wij gezond en kwam ik maar tien kilo aan. Wat nog meevalt, gezien het aantal Thuisbezorgd-maaltijden en kommetjes wijn. Maar toch had het ons te pakken zeg. Wat betreft positieve testen is eigenlijk alleen Zoon1 de gedupeerde. Die testte deze week positief. Maar daar ging een lange tijd van toestanden aan vooraf. Dan weer waren zijn vrienden positief, dan weer de Schone Dochter, dan weer de halve school. Zoon2 test gestaag negatief, maar zit om de haverklap thuis vanwege zijn klasgenootjes of nu dan zijn broer. Zelf merkte ik het vooral aan mijn werk, aangezien dat achter de bar is. Behoeft geen uitleg. De Verkering werkt thuis, want werkt in het onderwijs en het is een wonder dat wij elkaar nog zo leuk vinden. Precies de helft van onze relatie hebben we ongeveer 24/7 samen doorgebracht in ons huisje in het bos. Dat kan niet anders dan goed zitten dunkt mij.

De Zonen kregen ook nog een broertje, aangezien Echtgenoot1 samen met zijn Vriendin twee pubers en een peuter nog niet genoeg vonden, en dat is een waarlijk snoezige baby. Toen hij uitgebreid naar mij lachte, was ik verrukt zeg, maar Zoon2 zei, na mijn loftuiging, dat hij dat naar iedereen doet. Dus dat was weer een illusie armer, maar ik ben blij dat het een opgewekte baby is, want dat lijkt me wel onontbeerlijk in zo'n gezin. Verder bedoel ik dit niet odieus. Alleen zeg ik het wat snaaks. Dat zijn mooie woorden voor mijn gevoel van jolijt voor hen, met een klein sprankje leedvermaak, wat je alleen kunt hebben als moeder van twee grote zelfstandige Zonen die kijkt naar een jong gezin dat tobberig bezig is met tandjes, de peuter-nee-fase en nul vrije tijd. Verder niks dan liefde hoor.

Voorts kwam het lang gevreesde, maar altijd verwachte bericht, dat ons Boshuisje tegen de vlakte gaat. Toen ik hier kwam wonen, bijna vijf jaar geleden, zou het maar een kleine twee jaar duren, dit woongenot. Dat we hier nu al zo lang zitten is een vloek, maar vooral een zegen geweest. Een zegen omdat het hier geweldig is. Met de hertjes in de tuin, het uitzicht op het bos, nauwelijks buren, naast de school van Zoon2, vijf minuten van mijn werk, Vriendin1 op twintig meter afstand, een vooroorlogs lage huur, Zuske en de Ouders op fietsafstand en het is de plek. De plek waar ik oprecht weer gelukkig werd. Mezelf werd, met een baan, een inkomen, een fijne plek voor de Zonen, de plek waar ik De Verkering uitnodigde op onze eerste date en waar we samen gingen wonen. Wat ik nooit gedacht had weer te gaan doen. Iedereen die hier komt vindt het fijn. Er komen ook heel veel mensen, want het is zo heerlijk hier. En we hebben altijd een volle koelkast. En het is een vloek, want waar gaan we ooit weer zoiets vinden. Niks zal vergelijkbaar zijn met dit huisje. Het huisje zonder trappen, het huisje zonder kosten, het huisje waar je niet je voeten hoeft te vegen, want de vloerbedekking was in 2003 al afgeschreven volgens de normen van het normale. Het huisje zonder voordeur, de zijdeur staat altijd open, het huisje waar iedereen gewoon binnenloopt. Het huisje in het bos.

Nou, dan moet je net De Verkering hebben. Die komt namelijk uit Noord-Holland Noord, en is daarbij de rationele persoon in onze relatie, en kocht voor ons een huis. Want waar ik altijd gewoon graag doe of er niks aan de hand is, en het lot zo'n beetje mijn leven laat bepalen, (met wisselend resultaat) zag hij zijn geest al dwalen en bedacht dat er waarschijnlijk niét een elfje zou komen aanvliegen die ons een nieuw boshuisje zou aanbieden voor weinig. (Ik bladerde in mijn sprookjesboek en achtte die kans nog best aanwezig).

En dus gaan we verhuizen. Wonen in De Stad alhier, is onmogelijk, want veel te duur, zelfs in de wijken waar ik nooit zou willen wonen. Het Dorp is al helemaal niet te doen, Het Naburige Dorp ook niet, want alles hier is gewoon groot, duur, en anders groter en duurder. Dus we gaan naar Het Noorden. Schagen. De Verkering heeft dit plan al ongeveer een jaar in mijn oren gefluisterd. Zachtjes laten inweken, ingemasseerd en opgebouwd. Tot ik niet anders kon dan toegeven dat het het enige juiste plan was. Het is waar hij vandaan komt. Er zijn huizen te vinden voor prijzen waar we hier ongeveer een schuurtje kunnen pachten voor een jaar.

En we zijn gaan kijken. Naar de stad er dichtbij, naar de dorpen eromheen. Ik vond overal wat van, maar ik wende ook aan het idee. We bekeken een hoop huizen, deden een heel aantal biedingen, maar werden voortdurend overboden, met bedragen waar we rustig een klein stalletje in Bloemendaal van hadden kunnen kopen.

En toen was er toch eentje. Een huis waarvan ik oprecht dacht, dat het goed voelde. Ik zag al mijn krukjes en kastjes daar wel staan en het is een zoete straat in een nette buurt, vlakbij een station, vlakbij het centrum, en er is een Hema. De Verkering maakte de hypotheek rond, ik begon zo zoetjesaan na te denken over behangetjes en een nieuwe bank. Zoon1 is enthousiast, Zoon2 moet nog erg wennen, maar dat komt wel goed.

Over een week krijgen we de sleutel.

Ik denk dat er nog wel wat uitgesmeerde mascara zal volgen. Als het maar niet in mijn kommetje lekt.

dinsdag 29 juni 2021

Dierenvriend die ik ben.

We hadden wat dingen gaande.
Het was vooral dier-gerelateerd, als ik er zo over nadenk.

Vorige week hoorden wij een BONK tegen de ramen, maar keken daar niet echt van op, want dat gebeurt wel vaker. Ik hou er namelijk hier een weelderige plantentoestand op na. Ik ben een plantenmoeder, en ik neem het erg serieus. Het is hier een groene toestand van heb ik jou daar. En ik hou ervan, ik zorg voor ze met hart en ziel, ik verwijder oude blaadjes, ik geef water en sproei alsof het een lieve lust is. Tussendoor geef ik ook de Zonen te eten hoor, dus geen zorgen, maar die zijn minder delicaat. Omdat al mijn mooie groene planten door de ramen te zien zijn, in ons huisje in het bos, zijn de vogels hier soms in de war, kennelijk, en vliegen van de boom zó mijn weelde in. Denken ze.

Meestal is er niks aan de hand en vliegen ze, met wellicht een klein hoofdpijntje, gewoon weer verder. Maar deze keer ging de Man toevallig vlak daarna onze buitenplanten bekijken. Heel mannelijk, op zijn slippers, handen op de rug, gieter in het vizier, een rondje lopen. Ik kijk daar altijd vergenoegd naar, want ik vind het schattig.
(De buitenkant is zijn ding, de binnenkant die van mij. Het kan maar duidelijk zijn).

'Aiiiii' hoorde ik hem zeggen. Hij had daar meteen spijt van, want hij kan dingen op een heel verontrustende toon zeggen en weet dat ik dat meteen door heb, of hij nou wil of niet. En dan kom ik aanrennen. Hysterisch misschien.
Er bleek een baby-specht tussen onze bloemen te liggen. Nog ademend, maar duidelijk niet in zijn beste doen.

'Ach Dennis' zei ik. Want ik geef dieren altijd direct een naam.
Hij werd binnengebracht en ik legde het kindeke in een doos van Nike, aangezien Zoon2 net nieuwe schoenen had gekregen. Dennis was aan het ademen maar het was een beklagenswaardige aanblik, dus ik aaide hem over zijn hoofdje en negeerde alles wat ik vroeger geleerd heb. Raak Nooit Een Zieke Vogel Aan.
Ten eerste was Dennis niet ziek, zover ik wist, en daarbij sprak mijn moederhart tot mij. Aai altijd een pips aandoend kindje. Knappen ze van op. Of je nou vogelgriep krijgt of niet.

Dennis was niet echt gewond, zover ik kon zien, maar hij was ook niet bepaald blijgeestig, en aangezien ik van sommige dingen best verstand heb, maar niet van spechten in malaise, belde ik het vogelhospitaal en aan de hand daarvan, de dierenambulance.

Een uur of vier later kwamen ze. In de tussentijd nam ik een kalmerend kommetje wijn, aaide ik veelvuldig over het pluizige hoofdje van Dennis in de doos en gaf hem water met een rietje. Heel zorgzaam vond ik zelf.
Dennis gaf niet perse blijk van dankbaarheid, hij rommelde wel steeds rond in zijn doos en schrok na een aantal keer helemaal niet meer zo erg als ik er met mijn bakkes boven kwam hangen.
De ambulance mensen waren lief en aardig en beloofden goed voor het spechtenkind te zorgen.
Dat ik de volgende dag wilde bellen om te vragen hoe het met Dennis ging. Was ik de volgende dag vergeten.

Verder in de week waren er de gewone zaken. Zoon1 zat midden in zijn toetsweek, wat gepaard ging met wat geschreeuw her en der, gescheld op de Griekse taal en op het leven in het algemeen en zijn moeder in het bijzonder, de Man zit in de afrondende fase van het schooljaar en Zoon2 vond een egel op de straat voor zijn schooltje.

'MAMMA!! We hebben een egel gevonden!!' Kwam het kind binnen, met zeven vrienden in zijn kielzog.

De Man wilde net boodschappen gaan doen, maar ik had natuurlijk meteen andere plannen. Hop, naar de Egel. Evert had duidelijk hulp nodig. Ik hou erg van dieren, dus ik rende ons Landgoed af, stapte op een stuk of zeven slakken onderweg en kwam buiten adem bij Evert aan. Ik ren normaal niet namelijk. Nu weet ik niet veel van egels, maar wel dat ze niet bij daglicht enorm rondom mensen gaan lopen en dat ze sowieso niet een grote bult in hun nekje moeten hebben, wat Evert wel had, zo bleek toen we bij hem kwamen. Alle vriendjes van Zoon2 stonden erom heen, en ik kweelde dat ik hem wel ging redden. Er werd een doos gehaald, er werd gras geplukt en ik toog met doos en Evert naar ons huis, met alle kinderen achter me aan. Eenmaal thuis haalden we kattenvoer bij de buren, want daar houden egeltjes van en ik was getuige van een zwerm kinderen die met hun telefoon filmpjes en foto's maakten van Evert,die rondscharrelde, het kattenvoer at, dat weer uitbraakte en daar vervolgens in ging liggen.
Van 'Oooohh wat schattig!!' ging het naar 'Gaaaaaadver wat gooooor' en ik belde maar weer eens de dierenambulance.

De mevrouw aan de lijn kende mij nog. Van Dennis.
En ze vond mij een heel lief iemand, die zich zo bekommert om allerhande levende wezens.

Ondertussen gooide ik wat ijsjes naar alle kinderen, mepte zes muggen dood en appte de Man die intussen bij de supermarkt was, dat ik wel zin had in een lekker biefstukje. Of een stukje Zalm, net wat in de aanbieding was.

Evert werd opgehaald en werd liefdevol meegenomen. De doos met daarin de egelkots zette ik buiten neer, waar de buurkat meteen in ging liggen. Hopelijk is er niet zoiets als een besmettelijke Egel-Covid.

Kortom, het was allemaal weer fraai. In het weekend was er een familiefeestje, dat is mijn lievelings. Er is altijd wijn en lekker eten, ontzettend leuke mensen en ik hoorde dat Zoon1 gespot was met een krat bier achterop zijn fiets.
Ik prikte bij mijn nichtje een gaatje in haar oor, gewoon met een naald. Ik regende nat tot op mijn ondergoed en ik bestelde een broek in een maat, die ik dacht nooit te hebben. Een kommetje wijn is wel het minste in deze tijden. En ik ga nu vragen of de Man die afschuwelijke spin in de badkamer wil vermoorden.