vrijdag 18 december 2020

Voorlezen van asielkatten en een klimbos

Het was een sombere maandag, van de week, weersgewijs, en ik zat zo'n beetje mijn bestaan te overdenken. Daar heb ik veel tijd voor tegenwoordig, vanwege mijn werkeloze bestaan. Het bevalt me vooralsnog helemaal niet slecht trouwens. Daar vinden ongetwijfeld mensen wat van, maar ik ervaar het niet-werken tot nu toe elke dag als een vrije dag. Zo eentje waar je je op verheugd als je steeds heel veel hebt gewerkt. Ik las laatst: De avond voor een vrije dag, is nog fijner dan de dag zelf. En dat klopt.

Evenzogoed dacht ik dat het misschien aardig was om wat núttigs te gaan doen met al mijn tijd. Op een gegeven moment zijn de bedden wel verschoond en de vaatwasser is uitgeruimd en het aanrecht schoon en begint de Man zich te ergeren aan het feit dat ik alles opruim. Ook de dingen die hij net even op tafel legde om een minuut later weer te gebruiken. Oh, dat lag alweer in de kast. WAAR HET HOORT. Ja, ik ben een nette huisgenoot.

(Behalve wanneer het gaat om mijn nagellak bijvoorbeeld. Die liggen in alle kleuren denkbaar, overal door het huis.)

Ik appte met mijn Zuske en deelde mee dat ik dacht aan vrijwilligerswerk. Wat dachten wij ervan als ik eens fijn bij de Voedselbank ging werken, bijvoorbeeld? Ik zag me al helemaal zeg. Gul zou ik alles uitdelen, vriendelijk zou ik lachen, een schouder zou ik aabieden, bij ongetwijfeld veel leed, en ik dacht aan alle lieve kindjes die ik zou ontmoeten, die ik dan bij wijze van verrassing een bellenblaas of zo zou geven. Wie houdt er niet van bellenblaas?

Na wat onderzoek bleek dat alle voedselbanken in mijn omgeving, omkomen in de vrijwilligers. Er zijn kennelijk heel veel mensen die veel eerder dan ik, het goede in zichzelf wilden beproeven. Ik ben altijd al een laatbloeier geweest. Maar wat nu?

Zuske was, in tegenstelling tot mijzelve, hard aan het werk, maar vond toch tijd om mij wat websites te sturen die op zoek waren naar mensen voor een grote diversiteit aan weldoenigheid. Zo kon ik kaarten gaan sturen naar eenzame mensen, al dan niet asielzoekers of mensen boven de tachtig jaar. Een eenvoudige taak, leek het mij en Zuske. Ik zag mij zélfs al zelf kaarten maken, met uitgeknipte mandjes bloemen, en egeltjes in een bakje met wol, en glitter natuurlijk. Een bijkans andere persoonlijkheid leek ik bijna, zo erg leefde ik me in zeg. Het bleek een kwestie van een mailtje te zijn, om adressen te verkrijgen van landgenoten die zouden opfleuren van een ansicht van een wildvreemde. Gretig stuurde ik mijn contactgegevens aan een voor mij eveneens wildvreemde meneer Hans, waar sommige mensen dan ook weer wat van zouden kunnen vinden, maar ik was geheel in de ban van de compassie mijnerzijds, dus ik wuifde alles weg wat ergens in mijn achterhoofd aan de alarmbel rinkelde. Ik was blij dat Zoon1 hier niet bij was. De kritische secretaris van mijn levenswandel.

Eenmaal op zo'n site is er moeilijk mee stoppen. Er bleek een oude dame te zijn, die graag wat aanspraak had, iemand die met haar een kopje koffie ging drinken en soms eens nieuwe schoenen kopen. In de app conversatie die daarna volgde, hadden Zuske en ik haar reeds in drie grappen bestempeld tot een lieve suikertante die niet alleen voor zichzelf nieuwe schoenen kocht. Ook had ze een lief babyhondje die ik in huis zou moeten nemen, mocht zij tragisch komen te overlijden, én stond ik in haar testament, omdat ik haar laatste maanden zo mooi had laten zijn. Geen familie had zij. Stond in de advertentie. HEEL hard lachten wij om onze grappen. Zo hard, dat ik misschien een beetje de online les van de Man verstoorde, die aan onze tafel probeerde om wat studenten deugdelijk Engels bij te brengen. Vervolgens bedachten Zuske en ik dat ik de Man toch wel te vriend moest houden, om voor de hand liggende redenen, (ik hou erg van hem) maar ook omdat hij, als het zou regenen, mij naar de oude dame zou moeten brengen. Het geeft immers geen pas om met natte haren haar vintage bontjas aan te nemen. Bovendien zou hij het babyhondje moeten uitlaten 's avonds, als het ook alweer regende.

Kortom, ik was er maar druk mee. Er was ook een advertentie van een jonge vrouw van 31, waar ik oprecht een beetje verdrietig van werd. Ze zocht vriendinnen, of in elk geval iemand om af en toe eens mee te wandelen, en als het écht klikte, mee naar een klimbos te gaan. Een klimbos? Als ik toch érgens verdrietig van word... dan is het dat wel. Ik zie me al gaan zeg. Het is beter voor iedereen dat zij en ik geen vriendinnen worden. Desalniettemin hoop ik dat ze iemand vindt. Oprecht.

Er was ook een bericht, op een vergelijkbare site, die zoeken mensen om asielkatten voor te lezen. Nou ben ik op zich enorm fan van katten, van asielkatten al helemaal, zo heerlijk zielig en alles, maar voorlezen? Ik zag mezelf al met een boek van Dikkie Dik op de vloer zitten, met een kring van plukkerige ongelukkige poeskes om me heen, die met tranende oogjes luisteren naar 's lands dikste dommige rode poes' verhalen.

In de app-gesprekken die daarna volgden, moesten Zuske en ik ZO HARD lachen, dat ik niet alleen de geloofwaardigheid van de Man als Docent Aan De Hogeschool bijkans eigenhandig om zeep hielp, maar ook bijdroeg aan een geluidswal tussen De Stad waar Zuske woont en Het Dorp waar ik woon. Ik weet bijna zeker dat er een petitie van deur tot deur is gegaan om iets dergelijks te realiseren.

Vooralsnog ben ik in afwachting van mail. Met adressen van eenzame bejaarden, treurende alleenstaanden of mensen uit den vreemde die het leuk vinden om met mij te wandelen en stroopwafels te kopen of zo. Ik ben serieus reuze benieuwd. Tot die tijd zou ik het heel prima vinden om toch iets voor die voedselbank te doen, ik vind dat een pracht van een goed doel. Nu woon ik toevallig in de rijkste gemeente van Nederland (in een van de vier kleinste huisjes van die hele gemeente), dus hier is doorgaans niet heel veel armoede te bekennen, maar misschien vind ik er nog wat op. Tot die tijd lees ik onze adoptiepoes dan maar voor. Ze braakt bijna elke nacht over ons meubilair, misschien houdt ze niet van Dikkie Dik.

maandag 14 december 2020

Heel erg stomme dingen

Er zijn zo vreselijk veel stomme dingen. Ik schreef er al eens eerder over, maar dat is jaren geleden, in een tijd dat ik natuurlijk ook dingen stom vond, maar weer ándere dingen. Ongetwijfeld zaten daar zaken bij waar ik nog steeds overheen wil braken, maar sommige aangelegenheden vind ik misschien nu minder erg, of zelfs acceptabel. Ik kan ze nu even niet noemen, maar dat komt omdat ik in alle staten ben.

De Man zei zelfs: 'Ja, schrijf er maar over.' Hij zag waarschijnlijk al voor zich hoe ik de ganse avond schuimbekkend zou gaan oreren over mijn ongerief, en hij wilde gewoon lekker 'Ik Vertrek' kijken. Waar ik het helemaal mee eens ben, maar soms neemt de toorn en verbolgenheid het van mij over en word ik woedend en misschien een beetje onredelijk, als ik het over bepaalde dingen heb, waar ik op dat moment bepaald mindere sympathie voor heb.

Ik heb dat vaak.

Het kan gaan over iemand met een heel vervelend kapsel. Daar kan ik werkelijk boos om worden, vanachter mijn laptop. Dat fledderige haar, wat dan zo sliertig en dun naast iemands gezicht hangt. Doe daar wat aan! Dat brul ik dan snerpend door de woonkamer, waar de Man dan van schrikt en mij daarna geruststellend over de rug aait. Het is een goed man.

Mensen die veinzen een ziekte te hebben waar ik niet in geloof. Dat klinkt niet aardig, maar geloof mij, het is erger voor mij dan voor die mensen. Zij zwelgen namelijk prettig in hun verzinsel, ik moet het allemaal aanzien in een televisie programma wat ik ook al liever niet zou zien.

Ik kan in woede ontsteken om mensen die heden ten dagen geen mondkapje wensen te dragen, omdat ze dat onzin vinden. Werkelijk, ook al vind je dat, omdat er essentiele hersencellen ontbreken in je te kleine brein, dan doe je het gewoon alsnog, omdat dat nou eenmaal nu moet. En het is geen enkele moeite. De wegwerpdingesen kosten geen drol, je kunt ze zelf maken, je kunt ze overal kopen voor nog geen vijf euro, en dan zit er nog een printje op ook. Ikzelf heb er eentje die ik in Duitsland heb gekocht afgelopen zomer. hij is zwart met bloemetjes. Wat kan mij het nou toch werkelijk schelen om er eentje op te doen in de supermarkt? Wat heb je er nu echt voor last van? Mijn bril beslaat een beetje, maar ik heb daardoor een excuus gevonden om mijn lenzen weer wat vaker in te doen, en een ander make-upje te proberen. Win-Win lijkt me dan toch.

Razernij maakt van mij meester, als ik denk aan mensen die 'kids' zeggen. Volwassenen die 'gaaf' zeggen, mensen in een elektrisch karretje die eigenlijk gewoon kunnen lopen, een avocado die niet rijp is, alle keren dat ik het programma Steenrijk Straatarm kijk. (Waarom zien de arme mensen er ook altijd arm uit? Ik ben een tijdje arm geweest, maar had niet ineens fledderhaar hoor). Mensen die metalen vlinders aan hun schutting hangen. Mensen die niet 'goedemorgen' zeggen als ze door mijn tuin lopen terwijl ik op één meter afstand met mijn kopje koffie zit. Mensen die een KerstKabouter kopen, in een woonboulevardwinkel. Zo eentje met een gezicht zonder ogen, omdat daar een olijke kerstmuts overheen hangt.

Gek genoeg word ik vaak niet boos om dingen waar andere mensen boos over worden. Mijn Zoon1 die gruwelijke dingen tegen mij zegt, omdat hij dat grappig vindt. Ik kus zijn vlassige bovenlip en bak nog maar eens een ei voor het kind. Zoon2 die zijn bureaulaatjes vol heeft met snoep, maar hier de kastjes leegtrekt op zoek naar een koekje. Die aai ik over zijn heerlijke onbevlasde snuitje. Mensen die voordringen in de rij, die laat ik gewoon. Ik heb meestal geen haast.

Een contradictie is: ik erger me wild aan de buurvrouw die, letterlijk, ongeveer negen keer per week een pakje laat bezorgen, maar nooit thuis is. Maar, ik heb grote sympathie voor de Turkse pakjesbezorger die ze allemaal bij mij aflevert, omdat er nooit iemand thuis is op andere adressen. (Ik neem elke week een groot aatal pakketten aan van andere mensen.) Hoewel deze meneer inmiddels weet dat hij bij mij een sigaret kan bietsen voor op zijn route, hij zeer slecht Nederlands spreekt en inmiddels niet eens meer zoekt naar huisnummers, maar alles hier op het tuinbankje kiept, heeft hij mij voor zich gewonnen en is er van irritatie, aan beide zijden, geen sprake.

Vanavond echter, was van mijn doorgaans vriendelijke aard, niks over. Begon de avond nog met wat jolige berichten in de familie app-groep, heel rap was ik van humeur gewisseld.

Die mensen. Die buiten het raam van het Torentje stonden te schreeuwen, terwijl Mark Rutte ons de tragische lockdown boodschap gaf.... Was ik al teleurgesteld omdat de Man niet naar de kapper kan, aanstaande zaterdag (hij is een kapsel-man), omdat de Zonen wederom fulltime thuis gaan zijn (in de zomer hadden we nog de buurmeisjes en de trampoline, nu in de regen zie ik het somber in met de activiteiten buitenshuis), kunnen Zuske en ik niet onze Gourmet-Karaoke-Kerstplannen doorzetten en ook al is het allemaal nog niet zo erg, in het grote oog der dingen, jammer is het wel weer allemaal. Maar ja, voor een goed doel he.

En dan gaan er mensen dus vanavond uit huis. Met een pan en een pollepel, met fluitjes, met trommels, helemaal met de fiets, of de auto of de tram en de bus, om naar Het Binnenhof te gaan en daar dan te gaan staan schreeuwen. Heb je nou wérkelijk niks anders te doen? Ben je zó treurig dat dat je uitje is? Je kiest ervoor om dat te doen, in plaats van thuis een kommetje wijn in te schenken, of desnoods muntthee? En lekker warm en droog naar de televisie te kijken, of met je vrienden te kletsen, of je akelige reptiel-huisdier te voeren, of je diamond-painting hobby uit te oefenen, of een stick te draaien of een lijntje te leggen, wat dan ook. Maar om buiten in de miezerregen te gaan staan fulmineren over zaken waar je geen idee over hebt... Mijn god. Dat is zo dom, daar kan je nauwelijks boos over worden. Dat is gewoon zielig. En heel erg stom.

dinsdag 8 december 2020

Piepschuim, de kerstboom en de stofzuiger

Na Sinterklaas, wat dit jaar een ontspannen avond was geworden, met mooie suprises, grappige gedichten en voor de Zoons nieuwe mutsen en handschoenen, zoals dat hoort, dronken de Man, het Zuske en ik nog een paar kommetjes wijn en besloten dat het toch fijn is dat de kinderen ouder worden. Om voor de hand liggende redenen, maar ook omdat het de feestdagen een stúk makkelijker maakt allemaal, zonder de stress, oververmoeidheid, hysterie en geloofswaanzin.

Ook bespraken wij de nazorg van een feestelijke avond. Het hele huis van Zuske lag vol met piepschuim, aangezien zij had getracht met een aardappelschilmesje een hond te beeldhouwen, van een groot stuk schuim dat ooit om een televisie zat. Nadat het geheel steeds minder op een hond was gaan lijken, besloot ze er een kerstbal van te maken, met zestien rollen zilverfolie. Die lukte uiteindelijk zeer goed. Er zat zelfs een balhaak aan. En mijn hele huis onder de zilveren snippers na het uitpakken door mijn vader. Als je ziet hoe die man een pinda pelt, en wat er dan tot grote treurnis van mijn moeder op de grond ligt..kun je je een voorstelling maken van hoe een levensgrote ontmantelde kerstbal eruit ziet. Maar het was een groot succes geweest.

Wij zelf verzamelden al een paar maanden karton in de bijkeuken, 'alvast voor de surprises, dat is handig'. Uiteindelijk gebruikte de Man vooral hout, deed ik iets met een computerscherm van de kringloopwinkel en moesten we voor Zoon1 en 2 alsnog naar de kantoorboekhandel voor allerhande karton en kon ik ze inderdaad voorzien van een deel van een oude doos, maar niet in verhouding tot wat we opgespaard hadden.

Aangezien we inmiddels niet meer bij de vaatwasser konden en al helemaal niet meer bij de droger en de stofzuiger, zonder dat er de hele tijd schoenendozen en verontrustend veel pizzaverpakkingen door de lucht vlogen, besloot de Man dat er opgeruimd ging worden. Vlijtig ging hij aan de slag met een mes, veel tape en was er veel gesnij, gevouw en bij elkaar geplak. Het is maar goed dat hij zulke dingen doet, want nu staat alles keurig in een vierkante stapel om naar de vullisbelt milieustraat te worden gebracht. Als ik het had gedaan, had ik vloekend alles in elkaar gestampt en waren er hoogstwaarschijnlijk meer dingen stuk gegaan dan alleen wat verpakkingen.

Voorts reden wij dit weekend naar een tuincentrum voor een kerstboom. Normaal ben ik niet zo snel met een boom, in het kader van gedoe en zooi en een ambivalent gevoel over kerst in het algemeen. Maar dit jaar is het anders, want ik had mij nieuwe kerstballen aangeschaft. Uit de boedelscheiding met Echtgenoot1 heb ik een paar jaar geleden van de afdeling Versieringen nagenoeg niks meegenomen, dus toen de eerste kerst alleen zich aandiende en ik droef vaststelde dat ik zélfs niks had om mijn bloedjes een mooie kerstboom te geven, (In die tijd was er weinig nodig om mijzelf tobberig ter aarde te doen storten.) kwam mijn moeder aanzetten met een doos vol kerstballen in elke kleur denkbaar, die zij, zoals ze opgetogen meedeelde, op een rommelmarkt had gevonden. Of aan de kant van de weg, dat kan ook.

Sindsdien tuig ik jaarlijks mijn boom op met die afdanksels van iemand anders. Wat heus niet erg is, en ik vond het ook wel wat fijn desolaats hebben en bovendien goed voor het milieu en duurzaam en alles. Die betamelijke houding liet ik compleet los, toen ik een paar weken geleden een grote nieuwe doos tegenkwam, vol met glanzende gouden ballen, en sommigen met glitters en met mooie lintjes eraan. Ha! Ik zou mijzelf eens even mooi nieuwe kerstversiering cadeau doen. Dat had ik namelijk verdiend, en nodig bovendien. En dus had ik opeens ook haast om daags na Sinterklaas een boom in huis te halen. De Man bestuurde de auto, had een mening over een boom, koos uiteindelijk voor degene die ik mooi vond en zeulde het ding omslachtig naar de achterbak, waarnaast ik kweelde dat hij toch zo stérk is en toen bleek dat we misschien een iets te kleine auto hebben voor een vrij grote dennenboom, kon ik ook al niet echt helpen want ik had steeds scherpe naalden in mijn vingers. Doet zeer hoor. Het is een goed man. We kwamen heelhuids thuis en inmiddels staat het ding prachtig. Met een combinatie van de nieuwe gouden versiering en de oude meuk.

Ik moest er wel het huis een beetje voor verbouwen, want zo groot is het hier niet, en er is eigenlijk maar één plek waar hij kon staan, en daar stonden al dingen. Maar het is prachtig nu, en heel sfeervol. Poes1 heeft zich er vooralsnog verre van gehouden en dat is maar goed ook. Hoewel ik nu wel weer bij de stofzuiger kan.

dinsdag 1 december 2020

Wij hebben een poes tegenwoordig

Wij hebben een poes tegenwoordig. Ze is wit, veertien jaar en heet Josefien. Zoon1 noemt haar Jacobien, waar ik geheel tegen mijn zin in, elke keer weer om moet lachen.

Ze is eigenlijk van de goede vrind van mijn Zuske, maar hij is op een wereldreis en kon haar niet meenemen. Het schijnt dat dat nogal een gedoe is, als je bijvoorbeeld van Egypte naar Costa Rica gaat. Ik weet dat soort dingen niet, want ik kom doorgaans niet veel verder dan Nunspeet.

Ze had een pleeggezin gevonden, maar daar waren katten waar ze ruzie mee maakte, dus moest ze daar weg. Nu is De Man hier in huis niet onwijs fan van katten. Dat weet ik omdat ik al een paar jaar elke paar maanden toespelingen maak op zulks een huisdier, maar hij was niet te vermurwen, hoeveel plaatjes van schattige baby poezen ik ook stuurde. Maar nu bleek dat Josefien niet bij haar pleegmoeder kon blijven en dat kwam mijn Zuske met een desolate blik vertellen, terwijl zij een paar biertjes koud legde voor De Man. Zij zou naar het asiel moeten. Op veertienjarige leeftijd. En ze is al zo mager. Ja, een bedroevend beeld.

De Man is een lieverd en had bovendien helegaar geen zin in eindeloos gezeur van mij (en Zoon2, de grootste dierenvriend hier in huis) dus ging akkoord met de adoptie van Josefien. Zoon2 en ik togen opgewekt naar de winkel voor vlees en brokjes en snoepjes en de moeder van de vrind kwam het poezenkind brengen. Verheugd kweelde ik tegen haar dat ze reuze welkom was en dat ze een fijne oude dag zou hebben hier in het bos, met als bijkomend voordeel voor iedereen, dat ze muisjes kon vangen.

Ze heeft zes dagen achter de bank gezeten.

Daarna kwam ze tevoorschijn en tot mijn grote plezier werd ze met de dag vriendelijker. Er was een kopje, er waren wat spingeluiden en soms liep ze, overdag, zelfs dwars door de kamer.

Wij lieten in de nacht de deur naar de slaapkamer open, want mocht ze eenzaam, alleen, ellendig of verdrietig zijn, dan zou ze op bed kunnen springen voor de broodnodige fysieke aanraking. Dit geheel tegen de wens in van de helft van mijn huishouden.

Na verloop van tijd ging ze daadwerkelijk eten, en hoé. Inmiddels zitten we op tweemaal daags een zalm-gerecht, van het duurste merk. Iets anders blieft ze niet. Dat weet ik, omdat dan het meurende prakje blijft staan, nadat ze er een paar keer aan gelikt heeft,en met een blik, die in het midden hangt tussen teleurgesteld en hooghartig, in de plantenpot gaat zitten, waardoor er de hele tijd overal aarde ligt.

Inmiddels krijgt zij de spijzen die haar voorkeur hebben, maar de plantenpot is kennelijk nog steeds favoriet.

Ik kreeg de verzekering dat zij een buitenpoes was. Ze houdt erg van buiten, wat goed uitkomt hier op het landgoed, en zou verder, zoals een bejaard dametje betaamt, lekker op een warm plekje liggen en blij zijn met wat aandacht en peuzelarij.

Nou. Ze houdt inderdaad van elke drie minuten van binnen naar buiten lopen en andersom. Ze houdt inderdaad van warme plekjes. Bijvoorbeeld op de laptop als je net iets aan het schrijven bent. Of zoals vorige week, toen De Man een online les gaf en ze op het toetsenbord liep en er dertig Hoge School studenten opeens een zwart scherm hadden.

Ze zou niet heel erg knuffelig zijn, maar daar zou ik wel even verandering in brengen. Ik pak haar de hele tijd op, want ik geloof erin dat dat gewoon gewenning is. Dat heb ik bij de Zonen ook gedaan vanaf dat ze baby zijn. En ik heb hártstikke knuffelkinderen. Als ik dat wil.

Van de week had ze de kattenbak heel vies gemaakt. Ik ging een beetje over mijn nek, dat doe ik nogal snel, dus daar kijkt niemand van op, maar ik had wel het ding even buiten gezet om even te luchten. Was ik vergeten.

En toen stond er iemand hier in huis met zijn sokken in de poep die opeens bij de bank op het kleed lag. Ik wil niet zeggen wie het was, maar hij was niet blij. Ik ging het opruimen. Want dat had ik beloofd. 'Ja, we krijgen een poes in huis, maar IK ZAL ALLES DOEN, ECHT, NEE ECHT! BELOOFD!!!' Tot dusver was dat goed gegaan.

Maar poep uit een hoogpolig tapijt halen..... Twee keukenpapiertjes verder hing ik brakend boven de gootsteen. En werd het werk mij uit handen genomen. Ik kon er heus niks aan doen.

De volgende dag ging ik grondig stofzuigen. Omdat ik gewoon best wel huishoudelijk ben. En ik het vermoeden had dat er vlooien in huis waren, ook dat. Ik kwam bij onze voordeur en het matje dat daar ligt, vanwege omdat vooral Zoon2 nogal eens voetbalt in een modderpoel en hij daar zijn voeten kan vegen. En ik zag iets onwijs goors. Poep. Wederom. Ik walgde, zei niks, braakte niet, en rolde het ding op en kiepte het naar buiten. Vervolgens vroeg ik Zoon1 of hij misschien zo vriendelijk wilde zijn om de vuilniszak en 'oh ja dat oude matje' even naar de container te brengen. Opgelost. Niemand hoefde dat te weten.

Bij de dierenwinkel in Het Dorp vroeg ik naar anti-vlooienspul, waar nog wat verwarring ontstond omtrent mijn doel. Wilde ik gif op mijn huisdier spuiten, of alleen in mijn huis? Nou, beiden niet perse, maar aangezien ik niet moordlustig ben, ging ik toch voor het huis-gif. Het bleek een heel ingewikkelde spuitbus te zijn, dus voordat ik het vermeende veiligheidskapje eraf had, had ik mezelf al duchtig bespoten en bijna om zeep geholpen, als ik de winkelmeneer zou geloven. Ik waste maar gewoon goed mijn handen, zoals tegenwoorig sowieso, en sprayde daarna royaal in het rond, waar ik de verdere huisgenoten maar karig van op de hoogte bracht. Geen paniek zaaien denk ik altijd maar.

De deur zette ik open, waardoor de hele middag ons huis op een vrieskast leek, en ik maar raaskalde over een koude herfst.

Maar verder gaat het Josefien goed. Ze schreeuwt luidkeels om haar ontbijt, wat nu de taak is van Zoon2, als hij hier is. Dat vond ik opvoedkundig en zelfzuchtig een goed besluit. Vanaf klokslag drie uur in de middag begint zij om haar diner te schetteren, wat ze, naar gelang mijn humeur, ongeveer om vier uur krijgt en de rest van de dag ligt zij in de plant, op de vensterbank of draalt zij rond haar etensbak, hopend op een late dis.

Het geeft zoveel plezier he, een huisdier. Van de week was ze drie uur niet in huis. Ik maakte me grote zorgen. En daarna kwam ze gewoon aangewandeld en riep om eten. Wat dat betreft is het gewoon Zoon1, maar dan wat kleiner en met heel scherpe nageltjes.

zaterdag 28 november 2020

Van de volwassen fietser zonder baan

Het zijn zorgelijke tijden. Niet alleen maar omdat er een pandemie is, of omdat René le Blanc blijkt te bestaan, maar vooral ook omdat Zoon1 ineens weer jarig was en dat was allemaal niet eenvoudig hoor, om dat te regelen. Het kind werd vijftien en dat is best wel veel, als je bijna vijftien bent. Ook als je zijn moeder bent trouwens. Hij is een kop groter dan ik, draagt schoenen in twee maten meer dan zijn vader en soms doucht hij uit zichzelf of doet aardig tegen zijn broertje. Natuurlijk konden we geen groot feest aanrichten, dus we verdeelden de taart dit keer maar tussen twee huizen, wat ik ook wel weer een dingetje vond, maar het was gelukkig de schuld van Covid en niet een of ander ex-echtelijk drama. Want daar doen we hier niet aan hoor. Het kind kreeg een felbegeerd spel waarmee hij dood en verderf zaait op zijn kamer. Soms hoor ik hem zo hard schelden dat ik oprecht denk dat er bloed aan de muren zit, maar het blijkt evenwel elke keer slechts enthousiasme over het neerschieten van zijn vrinden te zijn. Een hele opluchting. Verder zit ik zonder werk sinds deze maand. Mijn jaar voor de klas is ten einde, ik heb er een hoop van geleerd en erg leuke mensen ontmoet, maar dat is inmiddels inherent aan mijn carriere tot dusver. Ik doe van alles nieuws, doe van alles wat ik altijd al deed, leer wat nieuwe dingen af -en aan, gooi mijn bulderende lach de gangen door en na verloop van tijd is het weer zaak om wat nieuws te vinden. Volgens het UWV heb ik reeds eenentwintig jaar werkervaring. Daar schrok ik een beetje van. En stuurde daar een foto van naar mijn Zuske, die mij heel meelevend terug appte dat ik, inderdaad, oud aan het worden ben. Ik vond dat reden om een nieuwe nagellak te kopen en eens goed na te denken over mijn werkzame bestaan. Het eerste is goed gelukt, aangezien ik nu pastel-blauw gelakt door het leven ga. Het tweede is een onvergangelijk gegeven vrees ik. Zo inloggen op een overheids-pagina die kennelijk alles van je weten, is heel confronterend. Het liet zien wat ik al jaren probeer te negeren. Namelijk mijn vrij verontrustende streven tot een deugdelijk ambacht. Van Adviseur bij een bank ging ik naar Intercedente,ging ik naar Secretaresse, daarna kreeg ik mijn nageslacht, werkte jarenlang in een functie op Personeelszaken, kreeg nog wat broedsel en deed een periode van alles, van Pedagogisch Medewerker tot Receptioniste, soms een tijdje niks, en daarna voor de klas. En dan heb ik het nog niet over de periode dat ik misschien wel betaald kreeg om achter de bar te werken in Amsterdam, maar dat dat nergens vermeld staat. En daarna dat het wel vermeld werd en ik leerde om bloemen en hartjes in de cappuccino van de dames hier in Het Dorp te maken. Dat ik dat,daar in elk geval, nooit meer wil doen, is een heel mooi streven in elk geval. Ik ga nog liever bij de scouting. Verder sta ik voor een hoop open. En dan is Sinterklaas ook nog in het land. Dit jaar voor het eerst met surprises met de familie. Zoon2 regelde de lootjes, omdat hij dit jaar voor het eerst ECHT niet meer gelooft en dat mocht beloond worden. Hij weet wie iedereen heeft en ook al weet iedereen wel al ongeveer wie iedereen heeft, Zoon1 heeft zelfs een schema opgesteld in zijn telefoon, diezelfde iedereen houdt Zoon2 in de waan natuurlijk. Gewoon blijven liegen mensen, de basis van het decemberfeest mag nooit helemaal verloren gaan. Met mijn Zuske had ik het over het hele surprise-maken. Ik weet al weken wat ik wil maken, maar heb er nog niks aan gedaan, gewoon om zelf nog even lekker in de stress te schieten in de laatste dagen. Ook al heb ik dus alle tijd van de wereld tegenwoordig. Wij hadden een geanimeerd gesprek over papier mache en aanverwante zaken en ons gebrek aan papieren kranten. Wél hebben wij een online abonnement op de Volkskrant, dus we zagen ons al met een USB stick naar de copy shop gaan om een paar maanden kranten uit te printen, om daarmee, met behulp van behangerslijm, een fraai bouwsel te creeëren. Dat idee lieten we varen, om voor de hand liggende redenen, en verder konden we er niet over praten, want geheim en alles. Verder schafte ik mij een fiets aan. Online kwam ik een aanbieding tegen, dat de korting meer was dan de waarde minus de som van de delen en plus een meerwaarde van een percentage, zoiets, en ik zag iets met roze, en dan heb je me al snel. Ik liet De Man nog even meekijken, voor ik opeens een kinderfiets met drie wielen zonder stuur aangeklikt had, maar ik had zelfs de frame hoogte goed, dus ik vond mezelf al een hele rijwiel deskundige. Als het goed is wordt hij vandaag of morgen bezorgd en ik zie mij al blijmoedig het leven doorfietsen. (Mijn huidige fiets is een roestig barrel waarmee ik weliswaar mijn bestemming bereik, maar waarmee het wachten is op een akelig ongeluk, veroorzaakt door rampzalige oxidatie.) Toen mijn moeder gisteren kwam thee drinken, vertelde ik dan ook over mijn nieuwe aankoop, en toen zij weer huiswaarts keerde, zei ik: 'Vertel Vader even over mijn nieuwe fiets aankoop. Want, goed he, wat een volwassen aankoop!' Moeder: ..... Ik: 'Toch? Een nieuwe fiets! In plaats van allemaal truitjes of nagellak of zo.' Moeder: '.... Je bent 41.' Ik: ' Hm..??' Zoon2: 'Echt niet, ze is 40! ' Ik: 'Ja klopt, favoriete Zoon.' Moeder:' Neen, je bent 41. Wil je nou dat ik trots ben omdat je een keer iets volwassens doet?' Zoon2: 'Ben je 41? ' Ik: 'Eh. Ja?' Ik: (tegen Zoon2)'Ik ben 38 ' Zoon2: 'Echt niet' Moeder:' Nou kind, ik ben blij dat je jezelf serieus neemt.' Toen zat er niks anders op dan een kommetje wijn te nemen. Dat is namelijk mijn talent. Een bijzonder goed ontwikkelde eigenschap. Kijken of daar ook banen in zijn. '

zaterdag 21 maart 2020

Jongens, gaat het niet?

Vanmiddag hebben wij Zoon2 naar zijn vader gebracht. Eigenlijk wilde het kind gisteren al gaan, na een minder verkwikkelijk gesprek met mij, zijn liefhebbende moeder.
Ik wilde namelijk graag dat hij het Jeugdjournaal keek, leek me goed, en in deze tijden, zelfs misschien wel verplicht. Maar daar dacht hij heel anders over hoor. En dus was ik meteen 'gemeen' en 'altijd boos'. Daar was ik het niet mee eens, en ondanks dat er bij ons thuis zelden boosheid en zulks is, werd de sfeer toch allengs wat minder. Dat had misschien ook wel iets te maken met het feit dat we allemaal al de hele week thuiszaten, net als u allen.

Eigenlijk ging het best goed. Vorig weekend was de Man in Duitsland bij Zoon3, en hij kwam maar net aan op tijd thuis op zondag. Met de allerlaatste vlucht. Vanaf een leeg vliegveld Neurenberg, (spookachtige foto's vielen ons ter deel), kon hij nog net ons Dorp bereiken. En vanaf maandag zaten wij dus allemaal thuis. De Hogeschool van de Man was sowieso dicht, ik heb een vervelend kuchje ontwikkeld in de week daarvoor, maar opeens was dat dus reden om thuis te blijven en de scholen van de jongens waren dus dicht.

Op maandag was het allemaal nog wel grappig, onwennig, extra-weekend-achtig en spannend een beetje. Zoon1 en ik gingen naar de Supermarkt, we ergerden ons ongelooflijk aan idioot volle karren en de mensen die graaiden, we zeiden dat ook hardop, zo zijn wij, en schaften onszelf gewoon wat normale dingen aan. De jongens kregen van school uit wat mail, ik kreeg wat apps in de klassen apps, en in de sport apps. En in het online onderwijs systeem wat berichten. En van werk wat mails. En de man kreeg heel veel mail en apps en telefoontjes en we dachten allemaal aan opa en oma en de andere opa en oma, en de andere opa en oma, en opa, en heel veel aan mijn Zuske, aan de andere kant van de wereld.

Op dinsdag kon ik nog niet echt wat doen voor mijn werk, vanuit huis, in tegenstelling tot mijn mannelijke huisgenoten, dus ik sloeg aan de voorjaarsschoonmaak. Zo noem ik het dan maar.
En als je opeens thuis bent, zonder dat je echt ziek bent, of vrij hebt genomen om een reden... dan heb je dus ineens ongelooflijk veel tijd. Want de invulling op deze manier, duurde voor mij tot ver in de donderdag. Op wat werkmail na, en een heel professioneel Online Overleg, met de laptop en de camera aan en alles, had ik heel veel tijd.

Blijkt dat ons huisje helemaal niet geschikt is voor alle schone handdoeken. Past niet. Normaal is nooit is álles schoon! Nu opeens wel. Blijkt ook dat onze kledingkasten niet gemaakt zijn voor alle schone kleding van iedereen. Normaal gesproken ligt een deel in de was, hangt een deel op de lijn, ligt een deel in de droger en ligt een groot deel in de wasmand-met-schone-was. Nu ineens is alles schoon, droog, EN opgevouwen. Waar laten mensen dat?

Natuurlijk is dat geen probleem, in het grote geheel der dingen. Een grote stapel schone handdoeken staat misschien niet helemáál in verhouding met een gruwelijk dodelijk virus dat de hele wereld kapot maakt. Heus niet. Maar in ons Boshuisje, zat ik even met de handen in het haar. Mag u best weten.

Verder was het natuurlijk super genieten he, thuis met alle mannen hier. (…)

Zoon2 zit lekker in groep6 van het dorpsschooltje. En ik heb ze allemaal hoog zitten daar, maar het had me niks verbaasd, als alles niet perse meteen online zou zijn of zo. Niks was minder waar. Meteen begin van de week zat het kind achter mijn laptop met zijn meester en de rest van de klas in een groepsgesprek, waren er pakketjes in de school met lesstof en, tot zijn grote verdriet, waren er diverse berichten aan de ouders, was zijn leesboek ingepakt en werd zelfs door ons, zijn stomme ouders, zijn password achterhaald.

Zoon1 daarentegen. Zit op Het Stedelijk Gymnasium. Hij heeft de afgelopen week alleen nog maar wat vage berichten gekregen, tot, notabene, zijn eigen ergernis. Elk moment verwachten wij nu een bode te paard, die het landgoed op komt, met een perkamentrol, met daarop dat de Koning heeft besloten dat hij paragraaf 3.1 van zijn Latijn tekstboek moet maken. Of zo.
Desalniettemin is hij goed aan het werk. Voor zover je van een Puber kunt verwachten in een verplichte thuissituatie. Hij maakt een hoop grappen, is bijzonder veel aanwezig, eet nog meer dan normaal, groeit opeens waar je bij staat en loopt de hele week in dezelfde trui en slonsbroek.

Ik daarentegen, trek elke twee dagen een schóne slonsbroek aan.

Ook experimenteer ik met mijn huid. Hoe goed is het, om een week helemaal geen make up op te doen? (Leuk was dat ook, toen bleek dat de online vergadering mét camera was).

En met mijn haar. Wat doet het met je kapsel als je er NIKS mee doet? (Het doet niet veel voor je. Kan ik eventueel elke beauty vlogger nu als tip geven)

En als je op dag 5 tegen je Zonen zegt dat je gaat hardlopen, omdat je jezelf ineens heel dik vindt. En ze lachen HEEL hard daarom. Hoe reageer je daar dan op?
(Niet. Ze hebben groot gelijk)

Als blijkt dat andere mensen jouw merk wijn in grote getale hebben gekocht. Hoe ga je daar mee om?

- Fase 1 : Ontkenning. (Je denkt 'whatever, moeilijke tijden' en je koopt een ander merk)
- Fase 2 : Woede. (Blijkt godvergeten gore wijn te zijn, veel te zoet. Maar hele doos in bezit)
- Fase 5 (3) : Aanvaarding. (Blijkt best te doen na paar kommetjes)
- Fase 3 (4) : Onderhandelen. (Stuurt Man naar andere naburige supermarkten voor goede flessen wijn)
- Fase 5 : Pleizier. Heeft goede wijn in huis. Nothing on the hand.

Ach en ja, hoe ging verder de week. Vriendin2 kwam twee keer langs voor een kommetje wijn. We zaten buiten, anderhalve meter van elkaar af. We kusten elkaar niet.
Mijn ouders zitten thuis en komen alleen buiten voor de hond.
Mijn schoonouders zitten thuis en voeren de vogeltjes.

Mijn ex-schoonvader zit in zijn eentje in een verzorgingshuis. En is blind. En, eerlijk is eerlijk, wij hebben nooit een geweldige band gehad samen, maar toch denk ik aan hem t meest. In deze tijden.

Ik denk aan twee heel goede vriendinnen die deze zomer gaan trouwen. Of niet, misschien.

Ik denk aan Vriendin2 bij de politie.

Ik denk aan alle mensen die ik ken die in de zorg werken.

Ik denk aan mijn vrienden en vriendinnen die ZZP-er zijn.

Aan mijn lieve ex-collega's die een (nul)uren contract hebben in de horeca.... En waarvan ik niet weet of er wel goed voor ze gezorgd wordt.

Ik denk aan mijn favoriete Horeca mensen, die zo getroffen worden door dit.

Ik besef wat een geluk wij hebben hier in ons onderwijs gezin. We kunnen thuis werken. We krijgen salaris.

En Zoon2 is nu bij zijn vader. En morgen Zoon1 ook. En Zoon3 is in Duitsland.

Dus we zijn straks een week lang alleen, de Man en ik. In een normaal leven, zou dat wel even lekker zijn. Het enige voordeel van gescheiden zijn. Zeg ik altijd. Hahaha. Hahahahahah. Even met zijn tweeën.
Nu is dat anders hoor. Nu is dat, komen ze volgende week nog terug? Zien we Zoon3 nog ergens binnenkort?
Komen Zoon1+2 volgende week gewoon weer vol bombarie binnen?
En hoe zit het met mijn Zuske?

Maar ook, hoe zit het met mijn handdoeken?
En mijn gezicht tegen dat van Zoon2. Want dat helpt altijd.

En, om poëtisch te eindigen. GA GODVERDOMME NIET MET ELKAAR NAAR BUITEN EN NAAR DE MARKT EN NAAR DE SPEELTUIN EN NAAR WAT DAN OOK. GAAT HET NIET???!!













donderdag 12 maart 2020

Marktplaats, Corona en wc papier

Nadat het verlies van onze trouwe, saaie, maar niettemin aanminnige hamster een beetje op de achtergrond verdween, begon Zoon2 te denken aan zijn inkomsten. De een z'n dood, is de ander z'n brood, is een beetje zijn instelling nu lijkt het. Hoewel ik denk dat hij nog nooit van die uitdrukking gehoord heeft, was hij ineens erg bezig met de verkoop van de kooi van zijn verloren vrind.
Nadat het voormalige hamsterhuis al een paar weken werkeloos in zijn slaapkamer stond, (compleet met rottend half appeltje en zulks erin), vond ik het in elk geval tijd worden dat hij dat schoonmaakte, en, in zijn geval, klaar voor de verkoop.

Even dacht ik nog dat het zeer harteloos van mij was, dat hij dat allemaal zelf moest doen. Iets met kinderhart en verdriet en zo. Dus ik besloot het voorzichtig te brengen, en als ik dan enige vorm van verdriet of neerslachtigheid zou zien, zou ik natuurlijk, heel moederlijk, die taak van hem overnemen. En doorschuiven naar De Man.

Niks van dat al hoor. Natuurlijk werd het een paar dagen uitgesteld, maar vanmiddag was het toch zover. De kooi werd naar de huiskamer gesleept, er werd glassex en keukenrol aangedragen en er werd gepoetst of het een lieve lust was. Geen traan werd gelaten, er werd een beetje binnensmonds gebraakt over het vergane appeltje, maar na een klein half uurtje stond er een kooi te shinen en werd ik verzocht de boel op Marktplaats te zetten. Of veertig euro dan een beetje leuk bedrag was? Vroeg het kind.
Na een klein warenonderzoek en wat verhalen uit de krochten van mijn levenservaring, kwamen we op het mooie bedrag van maximaal vijf euro.
Nou, daar kwamen de tranen dan toch hoor.

Uiteindelijk besloot ik de rouwende zoon dan maar wat tegemoet te komen, en beloofde dat ik het geboden bedrag zou verdubbelen, voor zijn spaarrekening. Of dat nou lief van mij is, of ronduit waardeloos qua opvoeding, daar ben ik nog niet helemaal over uit, maar hij was in elk geval blij. Ik heb wel een maximum van vijftien euro bedacht met hem. Dus hij hoopt nu op een rustige veertien euro, zodat ik dat nog dupliceer.
Nee, het is allemaal niet eenvoudig, het ouderlijk bestaan.

Ondertussen was Zoon1 al de hele week ziek. Braakte alles uit wat hij niet gegeten had, zag er witjes uit en, zeer verontrustend, had geen trek in eten.
Zoon1 is 14 jaar, en zijn leven draait grotendeels om eten. Waar is eten, wat is er voor soort eten, is er genoeg eten, wat gaan we vanavond eten, is er nog meer eten, waarom is bepaald soort eten er niet, waarom is er niet meer, waarom is er te weinig, kan er gehaald worden en, de grote vraag:'Waarom bestaat leven niet uit frikandel broodjes'.

Maar niks van dat al deze week. Er werd nauwelijks wat gegeten. Er werd wat thee gedronken, er ging wat yoghurt in, maar kwam er ook keihard weer uit. De jongen zag er witjes uit, lag in bed, zoals gewoonlijk, maar sliep dan ook, in plaats van alleen maar Netflix en aanverwante zaken te kijken. Ik wilde hem temperaturen, maar daar is hij te groot voor. Ik voelde aan zijn voorhoofd, ik mocht hem knuffelen, hij appte me droevige berichten over zijn gesteldheid en in zijn kamer was het helemaal geen grote bende.
Ja, dan maakt een moeder zich toch zorgen.

Vervolgens gaat De Man morgen met het vliegtuig naar Zoon3 in Duitsland. Of hij er komt, is al een eerste. Er mankeert hem niks, maar als hij zich per abuis verslikt en moet hoesten bij de douane, dan gaat hij helegaar niet weg, want moet in quarantaine op Schiphol. Redt hij het tot Neurenberg, is het maar de vraag of hij zondag ons land weer in mag, aangezien er een gruwelijke Corona Ellende in Duitsland is. Alles goed dit he, voor de psyche van mij.

Aangaande de Corona, zat ik vanmiddag voor de televee met de Zonen, om de persconferentie te bekijken van de heer Rutte. Gaan de scholen dicht?? Dat was natuurlijk de grote vraag. In een Onderwijs-gezin zoals het onze, een zeer interessante kwestie. Dat het niet zo blijkt te zijn, vooralsnog, stemde de Zonen zeer teleur. Ik zou haast zeggen, nog meer dan de dood van onze hamster, en het virusje dat Zoon1 heeft.

Toen ik vanmiddag naar de supermarkt ging, was al het wc papier bijna uitverkocht, het enige dat er nog was, was een of ander Eco-merk, voor veel meer geld dan normaal. Die hebben wij nu dus. Mocht het allemaal volledig uit de klauwen lopen, hebben wij in elk geval drie-laags-eco-papier. Verder niks, trouwens. Ik zit aan mijn laatste kommetjes wijn vanavond, aan een voorraad potten en blikken heb ik nog nooit gedaan, er liggen drie pizza's in de vriezer en misschien nog een brood.

Maar, ik kan altijd nog de voetbalschoenen van Zoon2 op Marktplaats verruilen voor een pan soep of zo. Alle sport is toch afgelast voor de komende maand. Kijken hoe hij dat vindt.




donderdag 27 februari 2020

Dat is het allemaal waard

Nou, emotionele toestanden heur.
Het is potdikke een achtbaan geweest hier, en die gaat maar door hoor. En eigenlijk durf ik dat allemaal niet eens. Over de kop en ondersteboven en dinges.

Het Zuske ging op wereldreis zeg. Na een weekend vol met een afscheidsfeest, compleet met wereldbol-helium-ballonnen (en een klein, niet erg pedagogisch, maar hilarisch experiment met Zoon1 en helium) en een berg familie en wat litertjes wijn, brachten we haar naar Schiphol. Waar ik de ganse tijd heel cool was, totdat ze natuurlijk toch uiteindelijk echt door de douane moest en zulks, en ik daarna brullend door de gangen van 's lands grootste luchthaven liep.
Na zes en twintig uur vliegen hoorden we van de veilige aankomst, een buitenlands bier, warme temperaturen en maar liefst een hele dag tijdsverschil.

Sindsdien wensen Zuske en ik elkander op hilarische wijze natuurlijk goedemorgen en goedenavond. Ik met een koffie en zij met een borrel,en precies andersom. Gelukkig is er in deze tijden gewoon Whatsapp voor de mens. Toen ik twintig jaar geleden eens een half jaar in Italië woonde en werkte, moesten we het nog doen met luchtpost en collect call.
Wat natuurlijk super irritant zou zijn nu. Als ik bijvoorbeeld hoognodig advies nodig heb omtrent een nagellak keuze of zo. Om dan een week te moeten wachten, is behoorlijk vervelend. En collect call is ook alleen maar leuk als je bij je ouders woont met een vaste lijn, laten we wel zijn.

Ondertussen moet ik me al bijna twee weken vermaken zonder mijn trouwe Zuske aan mijn zijde. Zij zit in prachtige omgevingen
en zonsondergangen, watervallen en natuurbronnen. Ik ben deze week al vijf keer natgeregend. En ja, in vier dagen. Natuurlijk heb ik De Man en De Zonen, die zo nu en dan voor vermaak en vertier zorgen, op meer of minder positieve wijze.

Zoon2 kreeg zijn rapport, wat prachtig was. Vooral voor hem, want aangezien hij een ondernemende geest heeft, heeft hij intussen behoorlijk meer contant geld in zijn portemonnee dan ik had in mijn horeca jaren. Hij komt om in de opa's en oma's, en hoewel dat heus niet best is soms voor de tere kinderziel met gescheiden ouders, is het voor de gulzige kleine zakenman een goudmijntje.

Het lot was echter niet geheel aan zijn kant. Midden in de vakantie, kwam ik zijn kamer binnen, waar hij geheel volgens verwachting stompzinnige Youtube filmpjes aan het kijken was, en ik bracht hem een beetje verlepte appel, om aan zijn hamster te geven. HamsterB. Samen sneden wij de appel in tweeën en openden de kooi, om het beestje wat vitaminen te doen toekomen.
Ik wist het meteen zeg.
Geen geruis, gerommel en gescharrel.
'Oohh hij slaapt lekker zeg' kweelde ik.
Waarop Zoon2 direct achterdochtig naar mij omkeek.
'Normaal komt ze altijd' wist het kind.
'Ooh???' Deed ik halfbakken.
En terwijl de zoon het zaagsel en het dekentje (door oma gemaakt) een beetje wegveegde, zag ik het. En Zoon ook. En hij stortte wenend ter aarde en daarna na drie trapjes omhoog in zijn stapelbed. Zoon1 kwam ter plaatse en was lief. Ik seinde de man in, dat we een tragisch verlies aan de orde hadden, ik appte oma en zijn vader en wist mij verzekerd van maar wederom een huisdierenuitvaart. Daar wordt een moeder bedreven in hoor. De man maakte een kistje, oma kwam een schepje brengen, Zoon1 hield zijn lachen in en ik had een zeer plechtig gezicht. Zoon1 maakte nog wat ongepaste hamster-zombie grappen, maar dat had niemand door, dus daar kwamen we goed mee weg. Dat was weer dat.

Maar dat was niet alles omtrent Zoon2.

Sinds kort wil hij ook klusjes doen. Voor geld, natuurlijk. Omdat zijn broer een baantje heeft en daarmee zijn zakgeld verdubbeld, is er bij Zoon2 een grote drang naar eigen geld ontstaan.
Nu ben ik best wel conformistisch in deze, dus ik bedacht, samen met het kind, dat we misschien af en toe wel eens iets zouden kunnen bedenken waarmee hij een klein extra beetje zakgeld zou kunnen verdienen.
Ik moest ook wel, want ik zag hem ervoor aan om bij de plaatselijke kroeg te solliciteren als barman. En buiten dat dat niet helemaal past bij zijn leeftijd (10), ken ik het etablissement waar hij zou willen werken, en dat zou ik mijn ergste vijand nog niet aandoen. Laat staan mijn lieve afstammeling.

Evenwel, heeft de zoon vorige week voor twee euro ons bos opgeruimd. Gewapend met een vuilniszak en handschoentjes aan, ruimde hij al het vuilnis op dat per abuis door de wind vanuit de container was gewaaid, of misschien van die keer dat wij onze volle vuilniszak niet meteen hadden weggedaan en dat er toen een vosje uit het bos kwam en dacht dat er naast lege spaghetti pakken, appelschillen, eierschalen, chips verpakkingen, sigarettenpeuken, wattenstokjes, bierblikjes, kaasverpakkingen en restanten broccoli, misschien ook wat regenwormen inzaten. Hoewel de vos een voedselopportunist is, wat inhoudt dat hij feitelijk alles eet wat er enigszins smakelijk uitziet, bleek bij nadere inspectie van ons stukje bostuin, dat hij niet perse gecharmeerd was van spaghetti, want dat ligt nog steeds smakelijk uitgesmeerd tussen onze fietsen. Zo zag ik vanmorgen.

Geïnspireerd door zijn kleine bijverdienste, wilde Zoon2 vanmiddag best wel weer wat verdienen. Samen met de Man zat ik op ons terras te genieten van een kommetje einde-middag-wijn en beloofde het kind om er eens over na te denken.
En opeens schoot mij de was te binnen.

Die verdullemse was altijd. Wij doen de was. Als in, wij wassen de vuile was. Hangen de was op. Of doen deze in de droger.
En daarna houdt feitelijk het proces voor geruime tijd op.
Zodoende staat er altijd een hoeveelheid schone was, te staan.
Heel ergerlijk, maar, voor de fulltime werkenden onder ons, weliswaar een doorn in het oog,maar ook een onoverkomelijk feit.

Totdat Zoon2 ineens wilde werken.

En toen gebeurde het vanmiddag. Voor twee euro (en, indien zeer goed uitgevoerd, drie euro), was het kind heel enthousiast, toen ik hem voorstelde dat hij de was zou vouwen.
Ik legde hem uit hoe ik de handdoeken gevouwen wil hebben, dat wel (Ik ben best wel relaxed over een hoop dingen. Vind ik zelf. Maar niet over de manier waarop de handdoeken in de kast liggen). (En hoe de vaatwasser wordt ingeruimd. En hoe ik reageer als er een insect in huis is. Als er een deur niet goed dichtzit. Als een elektrisch apparaat niet werkt. Als ik me moet haasten. Als mijn mascara in mijn oog komt. Als de koffie op is. Als er niemand in huis is om de schuld te geven van iets. Zulks.)

En hij vouwde de was.

'Mammaaaa? Van wie is deze onderbroek?'(die duidelijk te klein is voor de rest van het gezin)
'Maaaaammaaaaaaaa? Is dit een handdoek? (gaat misschien niet naar het Gymnasium) (grapje)
'Maaaaaaaaaaammmmmaaaaa? Mag ik dit shirt hebben? (beste shirt van man. Antwoord: neen)
'Hee mamma? Kijk eens, ik heb alles netjes neergelegd.'

En toen keek ik, en lagen er vier nette stapeltjes op bed. En was ik trots, en ontroerd. En drie euro armer.

En dat wilde ik mijn Zuske appen. En daar was het toen veel te vroeg in de ochtend. Maar dat komt vanzelf wel.
Maar mijn kind kan mij nu helpen, het kost wat, maar dat is het waard. Dat is het sowieso wel he.
Dat is een kommetje wijn waard.