maandag 29 mei 2017

Groots, en dat is het.

Vanmiddag kon ik in mijn nieuwe huiske. Sleutelgewijs.
De lieve meneer van het beheer aldaar, op mijn nieuwe landgoed, deed de deur voor me open, en mijn ouders waren mee. Om te zien waar hun dochter en Kleinzoon1+2 nu maar weer terecht zouden komen.
Twee jaar geleden was hetzelfde aan de hand en moesten ze toezien dat ik in een, weliswaar heel ruime, maar zeer brakke woning zou gaan wonen. Met paarse verf, een hoop creativiteit en gewoon acceptatie, heb ik er een Thuis van kunnen maken, waar ik oprecht heel blij mee ben geweest de afgelopen tijd.
Met als favoriete deel van het huis mijn keuken. Waar ik nu ook zit, op mijn eigen plekje, achter de laptop, kommetje wijn ernaast en het raam open. De Zonen zijn nu bij Echtgenoot1, maar voor hetzelfde geld hadden ze boven gelegen. Ik denk me dat graag in.

Het bericht dat ik weg moest kwam als een schok. En ik wilde niet.
Nu zijn we drie weken verder, en heb ik, vrij karakteristiek denk ik, al afscheid genomen. Het was een huiske dat ik nodig had twee jaar geleden. Ik heb er mijn thuis van gemaakt, voor de jongens en mij, en we zijn er heel blij geweest. Thuiskomen vond ik altijd fijn. Na een nachtje elders logeren, na een dag weg, of gewoon na het boodschappen doen. De Zonen vonden hun kamertjes fijn, de badkamer heel vervelend, maar de huiskamer was hun domein.
Waar we nu gaan wonen is een stuk kleiner, maar groots in de sfeer en de omgeving.

Het is een huiske, waar vroeger een non in woonde. En dat voel je wel. Er hangt een sereniteit die ik herken van toen ik negentien vierentwintig was of zo. Geen zorg aan het hoofd, behalve misschien wat er zaterdagavond zou worden gedaan. Wat ik eens zou gaan eten en welke wijn in de aanbieding was.
Juist ja.
Forever young ik dus he.

Ik ga uitkijken op bomen en groen en alles. Nu is dat hier in Het Dorp niet een heel raar verschijnsel, maar ik durf te zeggen dat ik er straks toch wel heel fraai bij zit hoor. De Zonen gaan samen op een kamer. Wat in het echt zal neerkomen op Zoon1 in hun kamer, en Zoon2 bij mij in bed.
Tenzij Trainer1 natuurlijk een nachtje komt logeren.
Want dat is ook nogal gezellig.

Verder was er nog verwarring gaande. De mensen van de organisatie die mij drie weken geleden vertelden dat ik opeens mijn huis uit moest, met de kinderen, om vervolgens mijn huis te verhuren aan een ander, voor drie honderd euro per maand meer, die stuurden mij van de week een brief, dat mijn huur verhoogd wordt met 8 euro. Per 1 juli.
Ook werd ik gebeld, dat aanstaande donderdag de inspectie zal plaatsgrijpen, van dit huis.
Of ik het maar wel heel schoon en netjes wil opleveren.
Ik: Schoon en netjes?
Hij: Ja, zoals je het twee jaar geleden ook hebt betrokken.
Ik: Oh, dus ik kan zeg maar de hele boel afbreken, vier emmers modder door de tent smijten en wat ratten loslaten?
Hij: ......
Ik: Ja nee serieus he
Hij: Jamaar nee, bijvoorbeeld de wastafel van de badkamer moet wel echt schoon zijn en zoooo
Ik: Toen ik hier kwam wonen, was er niet eens een wastafel.
Hij: Oh ja.
Ik: Ja. Dus.
Hij: Als de mensen van Dreefbeheer het niet netjes genoeg vinden, dan komt er een schoonmaakbedrijf in, dat kost 250 euro en dat moet jij dan betalen.
Ik: HAHAHAHAHAHAHHAHAHAHAHAHAHAHAHAHAHAHAHHAA. (Ik bleef er bijna in zeg)
Hij: Eh. Ok. Tot donderdag.
Ik: Ja doei he.

Ik denk zomaar dat ze even voor het gemak vergeten zijn, dat mijn huiske eigenlijk niet eens meer het verhuren waard was, zo brak was het toen ik erin kwam. Dat ik met handschoenen aan, en chloor in mijn ogen, hier de boel een beetje leuk heb gemaakt. Dat ik drie keer grofvuil moest bellen om de bende op te halen die er nog in stond.
Is ze even ontgaan denk ik.
Nou, dan moet je net mij hebben. Dat ga ik ze wel even vertellen hoor donderdag.

Er is een nieuwe huurder dus. Een meneer die ook woonruimte nodig heeft, maar t geluk heeft dat ik het hier bewoonbaar heb gemaakt. En ja, er is een muur paars, maar dat is altijd nog beter dan het bruine behang dat eerst op de muren zat.
Hij heeft geluk.
Het is hier een gemeenschapje. Met BuurmanP en zijn VriendinL. Zulke lieve mensen. Buurvrouw 2, 3 en 4 en Buurman2. De kinderen die hier wonen en de deuren die altijd open staan, als het mooi weer is.
Het was mijn eerste huis weer alleen. Ik heb hier een verkering laten slapen. Ik heb dates gehad. Ik ben alleen geweest. En heel veel met Vriendinnen en mijn Zuske. Ik ben hier thuisgekomen en ik heb geleerd alleen te zijn.
Maar het is nu ook weer klaar. Ik ga morgen afscheid nemen en het is goed.
Misschien dat ik wel een beetje moet huilen morgen, maar ook daar staat de wijn weer koud, en knijp ik in mijn handjes dat er toch zoveel hulp is morgen, op t laatste moment, zomaar op een dinsdag.
De jongens en ik hebben t toch maar weer mooi voor elkaar straks in ons Huiske

vrijdag 19 mei 2017

De verloren kies en het huisje

Zoon1 verloor gisteren maar weer eens een kies. Het kind is nogal laat met wisselen. Ik weet nog goed dat ik persoonlijk zijn eerste tandje uit zijn kleine bakkesje trok, toen hij een jaar of vijf was. Die zat wel los hoor. Maar ik kon het niet langer aanzien, dat gewiebel aan een draadje.
Daarna lieten er nog wat los op de normale manier, en hij maakte een keer een doodklap op de fiets, waarbij een hoektand eruit viel, waarvan we pas onlangs wisten dat het een melktand was omdat er in het gat eindelijk wat begint te groeien.
Hij is laat met wisselen.
Was ik ook. Schijnt dat dat niet erg is.

Mijn moeder vertelt nog steeds altijd met smaak, dat ik zó laat was met überhaupt tanden krijgen toen ik een baby was, dat ze aan de tandarts heeft gevraagd of er ook wel eens kindjes worden geboren, die nooit tandjes gaan krijgen.
Is allemaal goed gekomen gelukkig. En de tandarts van toen heeft tot op de dag van vandaag een mooi verhaal op feesten en partijen.

Zoon1 heeft nu meer gaten dan kiezen, maar dat zal allemaal ook wel gaan groeien. Ik maak me vooralsnog geen zorgen. Behalve dat hij wel een beugel zal moeten, zoals het er nu uitziet. Maar daarmee komt mijn eigen wens van vroeger dan weer uit, dat ik zo graag ook slotjes wilde. Zo'n prachtig rijtje zilveren dinges op je tanden.
Helaas was ik behept met keurig rechte tanden.
Dus vouwde ik er maar een paperclip omheen, en sliste mij de brugklas door.

Zoon2 is ook niet al te vlot met wisselen. Heeft pas twee tandjes in volwassen vorm, en de rest zit nog muurvast. Tot zijn grote ellende, natuurlijk. Zijn beste vriend heeft prachtige gaten en grote tanden, en hij grijnst de ganse dag nog met zijn lieve kleine melktandjes. En kreeg pas twee keer geld van de Tandenfee.
Het gesprek vanavond in mijn bed ging dan ook over de kies van Zoon1. Of die wel onder zijn kussen gelegd zou worden. Want dan krijg je immers geld. Want de Tanden fee haalt dan je tandje op en bouwt daar huisjes van, voor het dorp waarin ze wonen. Het dorp van de Fee en al haar vriendinnen. Zoon1 werd er bij geroepen, die heel meelevend was en beloofde dat hij de kies onder zijn kussen zou leggen.
Zoon2 vroeg zich nog af of het bloed dat op de tanden en kiezen zit, dan ook op de huisjes zou zitten. Waarop een enerverend gesprek volgde over de kleuren die gebruikt worden om de huisje te verven en zo.
Het is geen wonder dat ik dagelijks een uur bezig ben om het kind in bed te krijgen.

En toen kwam het kind, terwijl ik natuurlijk net de sponde wilde verlaten om eindelijk een kommetje wijn in te gaan schenken, met de volgende opmerking:
'Vroeger dacht ik dat Sinterklaas niet bestond.' En hij keek er heel serieus bij.
' Ja zeg, dat was ook wat he, weet je nog? ' Deed ik heel begripvol.

Waarop een hele conversatie volgde, over dat hij dus zeg maar vorig jaar het bespottelijke idee had gekregen dat Sinterklaas helegaar niet bestond en alles. Maar, toen zag hij hem immers in het echt op tv en op school, dus nou ja, waar zat hij met zijn gedachten?

'Ja haha, nou inderdaad Zoon, hoe kom je erop!' Was ik maar weer eens leugenachtig in mijn ouderschap.

En zo grinnikten wij maar een beetje, in het grote bed, over zoveel onwetendheid en ik schreeuwde ondertussen naar Zoon1 dat hij onder de douche moest, en zijn smerige haar moest wassen. Heel idyllisch allemaal.
Net toen ik echt dacht dat ik klaar was met het avond ritueel, wilde Zoon2 toch nog even weten of ik óók dacht dat Sinterklaas ooit wel eens iets met hulppieten deed, als de echte Pieten te druk waren, of verkouden of zo.
Weljaaaa, dat zou best kunnen, deed ik vaag.
En of ik dan ooit wel eens die taak had gehad? Met die trouwhartige oogjes he. En toen moest ik wel weer wat verzinnen.

Nou, zo vertelde ik, ik niet, maar opa wel hoor! Ja, opa was in zijn tijd een bepaald heel goede Piet geweest. Echt waar.
Met grote ogen keek de Zoon me aan en zag opa natuurlijk al stiekem pepernoten eten en cadeautjes inpakken.

Ik zie een schone taak voor mijn vader dit weekend.
Misschien moet ik de man even inlichten van te voren.

Waarom Zoon2 ineens grote interesse heeft in deze verhalen van Tanden fee en Sinterklaas... zo in de lente van dit jaar... dat weet geen mens.
De psycholoog in mij, of gewoon het moederhart, denkt dat het komt, omdat er in zijn échte leven zoveel gaat veranderen, dat hij misschien behoefte heeft aan de troostende werking van het sprookjes-fantasie-leven dat je nu eenmaal nog met groot gemak kunt hebben als je 7 bent.

Hij moet gaan verhuizen binnen nu en anderhalve week, en hij wil het niet. Sterker nog, als hij niet de lieve hond had ontmoet die ook woont waar wij gaan wonen, dan zou hij niet eens overwegen om met me mee te gaan.
Ik heb altijd gedacht dat Zoon1 degene was met het ietwat licht ontvlambare gevoelige karakter, maar het blijkt dat Zoon2 er ook wat van kan. Het is ook wel wat natuurlijk. Zijn ze net echt gewend, sleep ik ze weer mee naar wat anders.
Dat de dingen nu eenmaal anders lopen dan je bedacht had, daar zijn ze inmiddels wel achter. Maar ik zou het natuurlijk toch graag anders voor ze zien.

En voor mezelf natuurlijk ook. Hoewel er ook dingen anders lopen dan ik dacht, die absoluut de verandering waard zijn. Of ineens beklijven. Het nadenken waard zijn. Het accepteren ineens makkelijker maken en ervoor zorgen dat je weet dat alles uiteindelijk goed komt.
Of het nou tanden zijn of woonruimte. En alles eromheen.

En over hulppieten en Tanden fee gesproken. Van alle kanten krijg ik verhuisdozen en hulp aangeboden. Van mensen zelfs die ik in jaren niet in het echt gezien heb. Alsof ik iets onder mijn kussen leg, en er een sprookje langs vliegt om te helpen.










maandag 15 mei 2017

Ziek, slang, wandeling, boterhamworst.

Van de week waagde ik het om Zoon2 boterhamworst op zijn brood te geven, bij het ontbijt. In plaats van chocolade pasta. Ik kon de pot niet vinden geloof ik.
Wat ik wel niet dacht? En dat hij niet ging eten en alles.
Zoon1 was ondertussen zijn bed niet uit te krijgen, maar daar kan ik tegenwoordig mee omgaan. Ik zet gewoon ontbijt neer, doe het tien-uurtje en lunch in zijn tas, negeer zijn geschreeuw omdat ik zijn schoenen kwijt heb gemaakt of omdat zijn ondergoed door de kaboutertjes is weggehaald midden in de nacht of t zit in de drie wasmanden vol was die ik wel gewassen heb maar niet opgeruimd en ik zorg dat tenminste een van de Zonen op tijd op school is.
Zoon2 weigerde dus intussen zijn broodje. Waardoor ik hem de toegang tot Netflix weigerde tot t geconsumeerd was. Dat hielp.
Hoe deden de ouders dat vroeger in godsnaam?

'Nou, de kindertjes in de arme wereld zouden anders ENORM blij zijn met een bammetje met worst hoor!' Zo riep ik om tien voor acht op een donderdagochtend.
'En laat staaaaaaan dat ze zouden zaniken over het gebrek aan wifi. Allemachtig, ik had pas internet toen ik 21 was, denk daar maar eens aan, ondankbare apen' deed ik nog een duit in het zakje.

'Was het toen oorlog?' Wilde Zoon2 geschiedkundig weten.
'Nee jongen, zo oud ben ik nou ook weer niet. ' Maakte ik koffie.

'HAHHHAAAHAHAHAHAHA jij bent vet oud' Was Zoon1 opeens toch wakker. Hoorde ik vanuit zijn kamer.


Omdat mijn fiets maar weer eens stuk was, en ik het vehikel van Echtgenoot1 dus geleend had, maar die heeft ee'Hm h'h,n stang, zoals mannen-fietsen dat nu eenmaal hebben, ook al weet niemand waarom, en ik me bovendien helemaal niet lekker voelde, liet ik Zoon2 zelf naar school fietsen. Ja, een schandelijke moeder was ik. Geen chocolade pasta en ik liet hem die hele 300 meter zelf fietsen. Brullend ging het kind naar school. En ik zou dat een aanslag op t moederhart hebben gevonden, ware het niet dat ik te druk was met hoesten en naar adem happen en me algeheel ellendig voelen. Koffie hielp niet, een sigaretske hielp niet. En ik had geen kater of iets van dien aard. Ik was niet goed zeg, ik liep de trap op en moest even gaan liggen.
Na een fikse hoeveelheid paracetamol en thee en dinges, voelde ik me waarlijk nog steeds niet zo goed en bedacht me dat ik me eigenlijk al een paar dagen niet zo best voelde.
Aldus telefoneerde ik met de huisarts en kon langskomen.
Bleek ik een longontsteking te hebben zeg. Nahh, zei ik. Dat verklaart wel een hoop.
Of ik dan soms stress had in mijn leven? Wilde de arts weten.

'Ja nou ja, ik moet mijn huis uit, verder niks, hahahahaha' deed ik.
En toen ging ik hoesten op een manier waar de honden geen brood van lusten zeg.
'hmmmm hmmmm' deed de huisarts heel huisarts-esque.

Of ik dan maar rustig aan wilde doen, en hier, pak aan, een recept voor een fikse antibiotica kuur.

Heerlijk, dacht ik, daar knapt een mens van op. En ik ging eenmaal thuis in mijn bed liggen.
Kwam er vervolgens een paar dagen niet uit.

Hahahahaha. Wel natuurlijk, want de Zonen verwachtten toch iets van moederschap.
Terwijl ik zwetend spaghetti stond te koken dacht ik aan mijn bed.
Op t schoolplein dacht ik aan mijn bed.
Broodjes smerend dacht ik aan mijn bed.

Toen ik eenmaal in mijn bed lag. Kon ik niet slapen. Ik heb twee hele boeken uitgelezen. En ben meerdere keren midden in de nacht opgestaan om thee te zetten.

En ik werd stapelgek van de thee. Ik sleepte mezelf naar de supermarkt en kocht cola. Een mens moet toch iets drinken.
Zoon1 haalde een pracht score op zijn eind cito toets.
Ik haalde aardbeien en slagroom.
Zoon2 wilde weten waarom ik zo warm was.

Maar de antibiotica hakte in.
En de jongens gingen naar hun vader.

Het Herstel trad in en ik voelde me allengs beter.
Zo kalmpjes aan dacht ik aan een koud wit wijntje, wat duidt op gezondheid, vond ik zelf.

Terwijl ik zo heel gezond naar een kiwi zat te kijken, want die had ik mij aangeschaft, kreeg ik een bericht.
Nu leef ik zo ongeveer via mijn whatsapp, dus daar keek ik verder niet perse van op hoor.
Maar het bericht was van Trainer1.
Trainer1 is de voetbaltrainert van Zoon2.

Of ik misschien mee wilde gaan rennen.
'RENNEN?' Was ik subtiel
'HAHAHHAHAHAHAHHAHAHAHAHAHAHAA' deed ik ook nog.
'Oh nou ja, wandelen dan?' Deed de man heel lief.
'Wandelen kan ik, als het maar niet te ver is.' Vond ik.

Even tussen haakjes was dit dus een date-uitnodiging he, dat u t even weet.
Trainer1 en ik hadden elkaar de afgelopen tijd zo heel subtiel vrindelijk in de ogen gekeken, terwijl ik aan de kant stond te kijken naar mijn voetballer, bevriezend, en Zoon2 leerde van trucjes en dinges en sportgeleuter waarvan ik net doe of t me interesseert

Nou heb ik in het afgelopen jaar wel wat gedate hoor. Doorgaans neem ik mijn aspirant liefdes mee naar de kroeg, of zij mij, en is er bier in t spel en meestal een desillusie na afloop. Een vrij duidelijk, best wel gezellig, maar niet echt hoopgevend stramien.

Maar dit was anders.
Wandelen. Overdag. Zon.

Ik zei ja.

Zondag 12.00 uur. Ik deed mijn haar los en niet mijn wandelschoenen aan. Want die heb ik natuurlijk niet.

En wandelen gingen we. Over een duinpad en alles. En ik wilde heel natuur lievend overkomen, maar toen zag ik een slang. En ik verzin het niet. Er was daadwerkelijk een slang. Ik deed een schreeuw en krijs en zeer on charmant in het algemeen.
Misschien niet perse de beste keus zo op een eerste date, maar t kan maar duidelijk zijn hoe ik ben.
Toen hij daarna niet meteen vol afgrijzen wegrende, maar een kleedje uitspreidde en mij, uit de tas toverend, een koud wit wijntje inschonk....nou. En toen zei hij ook nog: je moet zeker wel even roken nu.

Die hele longontsteking kon me gestolen worden hoor.

En het zand in mijn schoenen ook.

Niet die slang. Daar ga ik nog even over dromen. Ik denk wel dat Zoon2 dat een cool verhaal gaat vinden. Zoon1 zal mij wel een aansteller vinden. En mijn Zuske gaat bewijs eisen. Maar dat kan, want ik heb van haar een nieuwe laptop gekregen en dus is Google weer in mijn leven. En dat maakt mij zo gelukkig. Want zonder laptop heb ik geen leven. Zoals chocolade pasta is voor Zoon2, zoals uitslapen is voor Zoon1, zo is mijn leven een laptop, een kommetje wijn, de Zonen en zand in mijn schoenen.



woensdag 3 mei 2017

Niet dakloos op mijn 38e. En er is een trampoline.

Nou zeg. Dat was weer wat hier. Was ik net bekomen van het feit dat ik zowaar een keer voor mezelf gekookt had, zonder dat de Zonen bij me waren...Ja, ik kan verrukt zijn over kleine dingen hoor.
- Kreeg ik een telefoontje dat mijn ganse leven maar weer eens op de kop zette.

Of ik even mijn makelaar wilde ontvangen, want die wilde namelijk wel wat foto's maken van mijn huis. Zodat het weer op de markt gezet kon worden en alles. Over een maand.

'Eh. WAT? WAAAAATTTTT??' Brulde ik door de telefoon.
'Ja, je moet er 1 juni uit' Zo meldde Makelaar1. Met een piep in zijn oor, zo schat ik in.
En, zo zei hij nog heel olijk: 'Wat doe je eigenlijk verrast, je hebt toch zeker twee maanden geleden een brief gekregen?'
'Neen. Neen dat heb ik niet.' Deed ik onschuldig, en wanhopend bovendien. Met in gedachten mijn brievenbus die ik niet perse elke dag open om te kijken wat ik nu weer moet betalen.

'Ja ja, een aangetekende brief. Heb jij gekregen. En al je buurvrouwen ook' deed hij overtuigend.

Kijk, nu ontgaan mij dingen wel eens hoor, heus wel, (Zoon2 sprak vandaag foutloos Archeologisch uit, bijvoorbeeld. Wist ook nog wat het betekent, ik denk dat hij niet eens weet wat sperziebonen zijn bij wijze van spreken.) Maar tekenen voor een enge brief en dat vervolgens vergeten? Nee, dat gaat zelfs voor mij te ver.

Vervolgens had ik natuurlijk daarna een roodgloeiende lijn met Buurvrouw1,2,3+4, die ook het bericht des onheils telefonisch hadden ontvangen. En ook geen brief hadden gezien, laat staan getekend.
Voorts werd er dus in paniek heen en weer ge-appt, gebeld en riep ik hulp in van Oom1 die Advocaat is. Die mij zelfs vanuit het zonnige oord waar hij verbleef wilde helpen. Ondertussen zocht ik naarstig mijn contract en aanverwante administratie, dat ik, geheel op eigen wijze, kundig had kwijt gemaakt opgeruimd.

Daarna belde ik vol drama Echtgenoot1 op, die een weinig verbleekte, zo hoorde ik wel aan zijn stem. De man zag mij natuurlijk alweer met al mijn roze krukjes en vierhonderd boeken onder mijn arm bij hem intrekken. Gezellig.
De Vriendinnen en het Zuske kwamen direct langs met vierhonderd flessen wijn onder hun armen, ter steun en toeverlaat. Oprecht gezellig.
En Verkering1 van Echtgenoot1 hielp mij toen Makelaar1 op bezoek kwam, en dronk bovendien daarna een kalmerend kommetje wijn met mij.
En ik zette een oproep op Facebook.

Want inmiddels, na onderzoek, advocaat en een hoop gebel en gelees, bleek dat het onoverkomelijk was. Ik moet per 1 juni mijn huis uit. Iets met vergunningen en een hoop ellende. De nooit ontvangen brief maakte niet eens wat uit.
Mijn bericht werd als een malle gedeeld, wat mij ontroerde zeg. Ik werd gebeld, gemaild, ik kreeg appjes en berichten en er kwamen van alle kanten adviezen, tips en vriendelijkheden.
Zelfs mij volledig onbekende mensen wilden mij helpen. Zomaar. Omdat ze aardig zijn.

En toen kwam de Gouden Tip. En daarop volgde een berichtje van mij. Een berichtje terug. Een schrikbarend aantal telefoontjes, een paniek aanval van mij, een zere knie van mij, want ik viel nog even van de trap, en een mevrouw bij de gemeente Bloemendaal die ik voor altijd in mijn hart heb gesloten. Ik ga haar zoenen zeg. Ik denk wel dat ze daar van op zal kijken, want zij heeft geen idee wie ik ben. Behalve die iemand die door de telefoon gilde vandaag, toen ze mij het verlossende woord gaf.
Ik heb nieuwe woonruimte.

Ik kan er binnen een maand in. Het is weer tijdelijk, maar voorlopig zit ik daar prima. Ik heb nog geen idee wat voor ruimte het precies is, maar er is ongetwijfeld plek voor mijn eekhoorn-lamp, mijn krukjes, mijn roze kaarsen en, natuurlijk, De Zonen.

Die ik vandaag het nieuws ging brengen, dat we, weer, moeten verhuizen.
Ter verzachting kocht ik lekkere broodjes en chocolade muffins. Door ervaringen uit het verleden is altijd gebleken dat dat wel helpt, bij de Zonen die akelig nieuws ontvangen.

Zoon1 was lief. En moest huilen. Maar vooral omdat hij het zo zielig voor mij vond, omdat ik mijn huiske, dat een volledige bouwval was toen ik er bijna twee jaar geleden in kwam, toch redelijk heb op weten te knappen. En dat we nu weer weg moeten.
Zoon2 was woedend. Tussen het huilen door. Hij gaat niet weg, zo vertelde hij mij. Hij blijft hier.
Maar wilde toch wel weten of we de lekkere stoel en onze bank dan wel meenemen? EN HOE DAN?
'Die kan jij toch niet tillen mamma?'

En ik kreeg nondenju toen pas eigenlijk de harde waarheid voor ogen. Zo gaat dat wel vaker bij mij. Het moet soms even landen.

Ons huiske. Met ons terraske. Waar ik potdikke net weer nieuwe plantjes op had gezet. In verwachting van een weer mooie zomer hier, met wijntjes buiten, mijn lampjes aan en barbecue met al mijn lieve buren en Vriendinnen.
Het huiske waar ik twee jaar geleden hard huilend in ben getrokken. Omdat ik weg moest uit de echtelijke sponde, immers.
Het huiske waar ik bloed zweet en tranen in gestopt heb, om het leuk en gezellig voor ons te maken. En waar ik weer een beetje tot mezelf kwam na alle gedoe. Al mijn avonden in mijn keuken, met een Liefde, met vrienden, met Vriendinnen. Etentjes, borrels, kerst, Netflix avonden en heel veel koffie en ontbijt met de Zonen.
De Woonkamer waar de jongens het liefste zijn op de bank en mijn heerlijke stoelen.
De gare badkamer, met de douche die lekt, maar waar je nou eenmaal aan gewend raakt.
De deur die altijd open staat, bij alle buren ook, als het maar een beetje mooi weer is.

Het eerste huis waar ik weer alleen woonde, na dertien jaar. Mijn eigen huis. Met een trap en kamers en alles.

En weer kan ik gaan inpakken. Het is onderhand de achtste keer dat ik verhuis. Waarvan dit de derde keer in zes jaar tijd.
Het worden steeds minder spullen, dat scheelt dan weer. Hoewel ik in de afgelopen twee jaar toch weer aardig wat verzameld heb.
Of De Zonen weer een eigen kamer krijgen, dat weet ik nog niet eens, maar ik denk zomaar van niet.
Dat nieuws houd ik nog even voor mezelf. Daar kan geen chocola tegenop.
En ik hoop dat ik wel weer een muur paars mag schilderen....dan voelt het in elk geval meteen weer als Thuis.

Maar verder ben ik niks dan dankbaar. Dat het zo snel opgelost is voor mij. Want dat kan wel heel anders, dat weet ik ook wel. En ik pak straks lekker weer alles in en daarna uit, en zorg dat de jongens het ook daar weer leuk gaan vinden. Er is een trampoline zag ik. Dat gaat Zoon2 leuk vinden.
En gelukkig gaat Zoon1 morgen met zijn vader op reis. Dat verzet de zinnen nogal.
En ik word overmorgen 38, en ben dan niét dakloos. Als dat geen reden voor een kommetje wijn is, dan weet ik het echt niet meer.