zaterdag 26 februari 2011

Huisdieren

Toen Zoon1 vijf jaar werd, een paar maanden geleden, kregen Echtgenoot en ik het infantiele vriendelijke idee om hem een huisdier te geven. Het werden er twee, omdat E tijdens het halen van de ene, overvallen werd door het idee dat twee leuker is dan een. (wat mijns inziens alleen geldt voor wijn. En vooruit, ook kinderen). Cavia's. C1+2.

Nu een paar maanden verder, zijn ze natuurlijk gewaardeerde leden van ons gezin. Hoewel je dat niet echt zou zeggen, als je als toevallige voorbijganger ons hoort discussieren over wie er water geeft, wie de kooi verschoont (niet ik) en hoe Zoon1 ze eigenlijk niet durft vast te houden, hoe Zoon2 een wilde blik in zijn oogjes krijgt als ze tevoorschijn komen, een boeiende mix van angst, eetlust en maniakale liefde.

We hadden het kunnen weten. Wij hebben tijdens onze relatie reeds 2 katten versleten, beiden inmiddels woonachtig hier ver, ver vandaan. Zelf heb ik vroeger drie vissen onder mijn hoede gehad (Koos, Roos en Spoetnik) waarvan de eerste 2 na een fraai leven tussen de waterplantjes ter ziele gingen tijdens een rondje zwemmen, en de 3e het helaas heeft begeven ergens in de twee maanden dat ik zijn kommetje niet verschoonde. Toen mijn blik opeens viel op een viezig modderpoeltje in een hoek van mijn kamer en ik mij herinnerde dat Spoetnik daar ooit heel zoet in ronddobberde, was het al te laat. Tja.
Verder had ik een hamster, Paulus, die ik van de ondergang dacht te redden door hem te adopteren nadat hij op een rommelmarkt werd aangeboden. Paulus had lange blonde haren en zwarte kraaloogjes. En nadat ik hem een korte periode met liefde omringde, lag hij op een ochtend helemaal koud in zijn kooi, maar wel nog met ademhaling. Het feit dat ik hem daarna op de verwarming legde, deed hem kennelijk geen goed en de begrafenis was een feit.
Ook Goofy De Cavia was ooit aan mijn verzorging overgeleverd. Ook deze had ik heel liefdadig van een eerdere eigenaar overgenomen maar ik herinner me vooral dat ik elke week zijn ranzige kooi moest verschonen en dat je hem alleen met handschoenen, masker en bijtwerend pak kon oppakken om eens lekker te knuffelen. Die was geloof ik erg ziek ofzo, toen hij zijn leven omruilde voor de CaviaHemel.

Dat Echtgenoot en ik onszelf ooit vertrouwd hebben tot het krijgen van 2 kinderen, is een raadsel. Ik denk zelf dat het te maken zal hebben gehad met veel drank.

Desalniettemin lijkt het tij gekeerd. Ook wij hebben geleerd van onze fouten en tot nu toe lijken Zoon1+2 redelijk gezond door het leven te gaan. We verliezen ze maar af en toe uit het oog, ze liggen best vaak in een schoon bedje en ook krijgen ze met regelmaat te eten.

Ik heb altijd al een babyhondje gewild.

donderdag 24 februari 2011

slim

'Pappa is heel grappig, ik ben heel slim en Zoon2 is de liefste baby van de wereld ' aldus Zoon1.
En ik? Vroeg ik werkelijk heel geinteresseerd. 'jij bent niks, mamma' was het antwoord. Leuk he, kinderen. Zo eerlijk. Een klap in mijn gezicht zeg ik, een klap.
Ach, zei het kind vergoelijkend, jij kunt goed de was doen.

Nou was dit natuurlijk een hele troost, dat mijn wasvaardigheden tenminste door 1 man in mijn huis gewaardeerd worden. Toen ik net een beetje bekomen was van deze informatievoorziening door Zoon1, kwam hij met nog een stelling:
'wel gek he, dat ik veel slimmer ben dan jij, terwijl jij een stuk groter bent '.
Ik heb een soort van bevestigend gereageerd en ben in een hoekje gaan zitten en begon waarlijk wat waanbeelden te krijgen van Zoon1 die mij in elk gesprek de slimste af is, toen ik hem opeens hoorde zeggen;
'heeeee, kijk eens! Zoon2 heeft niet alleen tànden, maar ook tandvléés'.

En op een of andere manier was dat toch geruststellend.

maandag 14 februari 2011

Andere mamma

' Ik wil een andere mamma ' vertrouwde Zoon1 mij toe. Heel begrijpend keek ik hem aan, want ik snap dat best wel, van Zoon. Immers had ik het halve weekend een kater gehad, had hij zijn Zondagse Diner op zijn kamer moeten nuttigen vanwege verregaande brutaliteit aan tafel en wilde ik vanmorgen ook nog eens zijn riem om zijn broek doen, en toen hij de riem vervolgens weer uit zijn broek haalde en er mij mee om mijn oren sloeg, reageerde ik niet heel pedagogisch.

' Ah. En welke mamma wil jij dan, liefje? '
' Die moet ik nog uitzoeken. Maar jij moet hier weg, in elk geval '
' Nou, dan zal ik mijn tas maar gaan pakken. Mag ik wel Zoon2 meenemen dan, voor de gezelligheid? ' vroeg ik beleefd.
' NEE natuurlijk niet. En waar ga jij heen, met je tas? '
' Oh dat weet ik niet, waarschijnlijk zal ik dan lang door de regen moeten lopen, helemaal alleen ' deed ik heel zielig.

En toen vond Z1 het heel niet grappig meer. Luid huilend viel hij om mijn nek en verzekerde mij ervan dat het een grapje was, dat ik niet weghoefde en dat hij dan toch maar geen andere mamma bliefde.
Opgelucht zongen wij ons Vriendenlied, wat wij in het leven hebben geroepen voor zulke momenten en alles was weer goed. Zoon2 keek ons wantrouwend aan en smeerde appelstroop in zijn oor.

zondag 13 februari 2011

Doe De Dekmatroos en kotsen in Den Bosch

Het was meisjesweekend. De Meisjes, zijn Zuske en Vriendin 1 t/m 3. En ik, ook. Wij hebben een Spaarpot. De PartycentrumBeukersErIsNiksLeukersGroteSpaarPotAktie. Beukers is Vriendin1, die had een huis, dat was Locatie1. PartycentrumBeukers. (erisniksleukers). We hebben ook een Locatie 2+3. Locatie2 is Kroeg. Locatie3 is het huis van Vriendin3.
Dat zijn een hoop Hoofdletters. En cijfers. Maar daar houden wij van ja. Overzichtelijke types he.
Wij houden ook van wijn. En daarom roepen wij altijd; Chardonnay Holadiejee! Altijd roepen wij dat. Ook als het helemaal niet van toepassing is, maar wij vinden dat heel erg grappig. Wij vinden elkaar ook allemaal heel erg grappig, dus dat is lachen gieren brullen hoor.

Maar wij gingen een weekend weg. Van de Spaarpot. Naar Den Bosch. En ooh wat verheugden wij ons. We hadden een plan gemaakt en een route enzo en wij wisten al een paar dingen zeker. Wij zouden wijn gaan drinken en winkelen.
Het was nog heel spannend, want wij zien elkaar allemaal eigenlijk nooit bij daglicht. Of nuchter. Dus wij hadden allemaal een rode roos op onze jas, ter herkenning. Maar dat was toch niet nodig, bleek. Aangezien we vrij snel alcohol ophadden en elkaar dus juichend van herkenning in de armen vielen.

Wij hebben een hoop avonturen beleefd. Zuske viel direct bij aankomst al meerdere malen over het drempeltje van de hotelkamer. Vriendin1 schoot de champagnekurk in het oog van de schoonmaakster en wij bemodderden vrijwel meteen de net gedweilde vloeren. (wat de schoonmaakster gelukkig niet zag, met kurk in oog). En er was een klein geschil met de plaatselijke middenstand vanwege omdat Vriendin1 diens waar beledigde. Dit alles was in het eerste uur na aankomst.

En nou ja, wij hebben een hoop gekocht, gegeten en gedronken en vooral heel erg gelachen. Om het idee van een volleybalteam met roze shirtjes en een ex-vriendin die wij kaal zouden scheren teneinde als ballenjongen te kunnen fungeren. Om de hersenbloeding-foto, en om de te kleine schoenen- en legging die wij aanschaften maar toch aandeden.
Wij zijn in een heuse disco geweest. Met een bandje en alles. En wij dansten zooo erg dat we 4 kilo zijn afgevallen. En toen we teruggingen kotste Vriendin1 nét niet midden op de grote markt. (maar wel daarna in het hotel). We hebben een taxi genomen voor een rit van precies 48 seconden (met veel bombarie en gedoe allen in een taxi, waarna bleek dat we nog maar 10 meter van het hotel waren. De meter sloeg niet eens aan.) maar we zijn niet eens gevallen ofzo, dat dan weer niet.

En bij het ontbijt de volgende dag waren we allemaal weer gezellig en fris en hebben we eieren gegeten en kleine potjes jam ontvreemd.
En toen en toen moesten we weer terug en hebben we in Bloemendaal nog een koffie gedronken en daar zo hard gelachen dat we niet meer welkom zijn. (best lastig, aangezien we daarheen gaan verhuizen. Zal haar weer moeten verven). We deden De Dekmatroos, wat niet uit te leggen is en wij baalden eigenlijk een beetje dat er niét midden op straat gekotst was. Want dàn zouden we hebben gelachen..

Dat was het dan. Een legendarisch weekend. Waar wij het woensdag als het borrelavond is, nog wel even over zullen hebben.

woensdag 9 februari 2011

Tegoedbon

Een paar maanden geleden kocht ik een jurkje, in de stad. Bij een winkel waar ik normaal nooit echt kom, het is niet echt mijn stijl, alles is heel erg basic en bovendien net te duur. Maar een mens doet wel eens spannend en dus was ik er binnen en kocht een jurkje. De mevrouw achter de kassa was irritant. ' ohoo dat is een leuk jurkje ! ' zei ze. Eh ja, dacht ik en verliet na het pinnen snel de winkel. Eenmaal thuis vond ik het helegaar geen leuk jurkje eigenlijk. Te wijd aan de bovenkant, te lang aan de onderkant en bovendien leek ik er dik in.
' Echtgenoot, lijk ik hier dik in? '
' Eh. Neeee. Neenee, natuurlijk niet liefje '

Wel dus. En ik bracht de jurk terug.
Achter de kassa stond een irritante mevrouw. Wederom.
' Oei, terugbrengen? Hoezo? Heb je niet gepast? Het is zo'n leuk jurkje! Nou jaa, okeee daaaan. Je krijgt een tegoedbon '

Ik houd niet van tegoedbonnen. Maar ja, je bent wel eens suf en dom assertively challenged, en dus toog ik huiswaarts met de bon.
Een andere dag was ik weer in de stad en kocht in de winkel een truitje. Met mijn bon. En een tientje meer, notabene, maar het truitje leek echt erg leuk.
Achter de kassa stond een irritante mevrouw.
Zo eentje met een kopje thee in haar handen, die het een Kop Thee noemt, en niet een KopJE thee, zoals het hoort. En die dan die Kop in haar beide handen houdt, alsof ze niet in een bloedhete winkel staat, maar net van een ijsberg af is gekomen na een barre tocht waar ze haar beste vriendin heeft moeten opeten.
Die mevrouw vond het wederom nodig om mij haar mening over de kleding in haar eigen winkel te doen toekomen en keek mij een beetje lelijk aan, toen ik haar de bon gaf.
' nou, dit keer veel plezier ermee he, harharhar '.

Ik rende de winkel uit met de angst in mijn ogen, en ik zag die angst ook in de ogen van Zoon2, die mij vergezelde in zijn wagentje. Hij was ook een beetje afgelikte cracker in de winkel vergeten, trouwens.

Eenmaal thuis vond ik het truitje waarlijk niet zo leuk. De kleur was gek, het stond me niet leuk en bovendien leek ik er dik in.
Maar ik durfde niet terug naar de winkel.
En dus is Echtgenoot voor mij gegaan.
En toen had ik wéér een tegoedbon.

Vandaag was ik in de winkel. En ik heb een jasje gekocht, van mijn bon. Onderhand natuurlijk een gratisj jasje, want wie weet nog ooit dat ik ook echt géld heb uitgegeven, aan dat lelijke jurkje.

Er stond een vrij vriendelijke mevrouw achter de kassa, die mij alleen een beetje vreemd bekeek toen er de hele tijd alarmbellen afgingen in de winkel, daar waar ik rondliep. (Dat was ook vreemd. Ik keek mijzelf ook vreemd aan). Ik overhandigde haar mijn bon en was vrij opgelucht over de hele gang van zaken.
En toen. En toen! Kwam er opeens een overduidelijk heel irritante mevrouw ook bij de kassa staan. Zij voelde de behoefte om mij te vertellen dat ik Heel Veel Plezier zou gaan hebben van mijn nieuwe jasje. En dat hij in de wasmasjien kan! In de wasmasjien!
Ik keek haar juichend aan, natuurlijk, want ik vond het zo griezelig dat ik dacht, dat aanpassen het beste idee was.

Ik verliet de winkel. Kwam thuis. (nadat er her en der nog wat winkelalarmen afgingen) en... Het jasje blijkt een goede aankoop! Het tij is gekeerd, het is gelukt, ik heb de bon niet meer, maar wel een leuk jasje. Hoezee zeg hee, wat een gedoe.
Misschien dat ik ooit nog eens naar de winkel terugga en een foto maak van de kassamevrouw. Puur ter illustratie.

woensdag 2 februari 2011

Na het werken thuiskomen. Enzo.

Gisteren werkte ik de hele dag, heel prima, met koffie in de ochtend en lunch en leuke collega's en alles. De ochtend was soepeltjes verlopen, met De Zonen naar school en kinderdagverblijf enzo, soms loopt dat soepeltjes hoor.
Echter in de middag, stapte ik vrij blijmoedig 's werk's deur uit en bleek het te miezerregenen. Zo'n soort waarvan het lijkt alsof het niet echt regent, maar waarvan je binnen 10 minuten compleet doorweekt bent. Natuurlijk had ik geen paraplu. En aan regenpakken doe ik niet. (Net als aan rennen. Sommige dingen passen gewoon niet bij me, ja).
Toen ik bij Zoon2 aankwam, druipend, klaarde ik weer op doordat het kindeke zo blij was om mij te zien, dat hij alle druppels van mijn gezicht likte bij wijze van kusjes. Dat doet een mens goed, waarlijk. Na een heel klein gedoetje van sokken weer aan, slofjes kwijt, speen kwijt, armen vol met slaapzak en inhoud van mandje voor slofjes, koekje ondertussen, overal koekkwijl en in regen met kind naar fiets, voetjes per ongeluk òver het stuur in plaats van onder het stuur, kind huilen, voetjes auw, voetjes goed gedaan, speen per ongeluk vergeten, speen in mond, kind weer blij, ik heel naar scheenbeen gestoten aan trapper van fiets, konden we op weg naar Zoon1. En opeens regende het wat harder, dus compleet verzopen aangekomen bij Zoon1, die bij oma was.
Zoon2 krijgt een halve toeval van blijdschap om oma te zien en stort zich bijkans van fiets. Zoon1 stapt echt heel lenig op zijn zitje, zodat Z2, fiets en ik nog net niet neerstorten op de stoep.

Maar toen was ik nog steeds vrij blijmoedig, zo ben ik hoor. Thuis slinger ik Z2 op de grond met wat speelgoed, Z1 wil een hut bouwen, is boos omdat het speelgoed van Z2 per ongeluk zijn nieuwste lievelings is (en nu stuk), ook weer boos omdat de hut niet mag van zijn stommestomme mamma.

Hatsflats gooi ik vrij willekeurig wat eten en water in pannen en dek tafel.
Zoon1 lustniet wat we eten. Zoon2 lust alles wat maar smeerbaar is over tafel, zijn gezichtje en willekeurige voorbijgangers. Echtgenoot komt thuis en moet 'eeeven bijkomen hoor' met wijntje in de tuin en ik schrans in 5 minuten hele bord leeg teneinde daarna Z1+2 te ondersteunen met hun diner. Ergens ongemerkt zit de hele vloer vol met iets van een toetje-achtige substantie, en ik weet werkelijk niet of dat nu door Z1, 2, of Echtgenoot komt.

En dan.. nog 5 minuten en ik weet mij gewaarborgd van bedtijd. Maar eerst mogen Cavia 1+2 nog even uit hun hok, dat is ons enorm leuke (ja echt enorm leuke) momentje na-het-eten. Zoon1 krijst dat C1 op zijn schoot poept, Zoon2 schiet van de ene emotie in de andere (Ja! Nee! Ik hou van Cavia's! Ik haaaat Cavia's! Ik wil een Cavia eten! Ik wil een Cavia kusssssen).

Nou ja, lang verhaal kort. Daarna liggen ze dus in bed.

En beginnen Echtgenoot en ik aan een knusse ruzie over hypotheken, badkamers, ovens en meer huisgerelateerde zaken. Maar daarover later meer.

Zomaar een dag, hoor.