donderdag 27 februari 2014

Niet echt een authentieke dag.

Vandaag zouden Echtgenoot en Zoon1 gaan schaatsen. Bij wijze van leuke vakantie-activiteit. Zoon1 kan helegaar niet goed schaatsen, wat laatst tijdens een schoolactiviteit nogal pijnlijk duidelijk werd. Het kind kon er niks van zeg. Hotselde op zijn gebruikelijke niet-zo-motorisch-begaafde manier over het ijs, klampte zich vast aan de zijkanten van de ijsbaan en hatselde met zijn schaatsen met name over het stukje hout van tien centimeter breedte dat langs de ijsbaan loopt. Dit alles hoorde ik van andere moeders, die mee waren gegaan als begeleider en schaatsen-aandoeër. Niet dat het een verrassend bericht was. Als je al ziet hoe hij fietst, en vaak ook gewoon loopt, is het idee van de zoon op schaatsen iets waarbij ik mijn ogen dichtknijp en mijn handen wring.

Maar. Hij had het wél leuk gevonden.
En kreeg ook een soort maniakale blik in zijn ogen bij de gedachte dat dus iédereen kan schaatsen, behalve hij.

Want zo bleek hoor. Hier in Bloemendaal kan dus kennelijk iedereen schaatsen. Omdat ze allemaal al op baby schaatsen zitten en daarna op peuterschaatsen en daarna op gevorderde cursussen.
Da was vroeger niet zo, bedachten Echtgenoot en ik.
Wij konden gewoon schaatsen. Omdat we dat deden met onze vaders, op het natuurijs wat er immers gewoon elke winter was.
Niks nie cursus. Huppetekee, áán die irritante houten doorlopers. Zwíkken met je enkels. Vállen op je hoofd. Nát moest je broek worden. En daarna ging je gewoon tochten maken met een rugzak met pakjes drinken en gevulde koeken. En onder bruggetjes door gewoon. Gewoon búkken en gaan.
Zo mopperden wij een beetje over al die nieuwerwetse schaatsles onzinnigheden.
Maar natuurlijk wil Zoon1 volgende winter op schaatsles. Op de ijsbaan.
En vandaag zou hij eens fiks gaan oefenen, met zijn vader.

'Heeee, weet je waaaat? We gaan met ons allen! Ook Zoon2 en ik!' Riep ik, compleet buiten mezelf om. Schrok er zelf van zeg.
Ik? Schaatsen? Al 20 jaar niet gedaan heur.
Nee, maar dát vond iedereen een leuk idee! Nah! EN DAT JIJ DAT ZEGT! Riep Echtgenoot verheugd, niet gewend aan opmerkingen van sportieve aard van mij natuurlijk.

'Ja, of wil je gewoon gezellig met pappa?' Krabbelde ik weinig succesvol terug. Want nee zeg, natuurlijk gingen we met ons allen.

Zoon2 brulde werkelijk van plezier, toen hij ontdekte dat hij mee mocht, dat hij echte schaatsen aan mocht en hij ging ZONDER HANDEN, zo verkondigde hij.

Ik pakte mokkend wat pakjes drinken en koekjes in, om het gevoel van vroeger terug te halen, en hoopte daarmee ook mijn schaats-kwaliteiten op een spirituele manier weer tot leven te wekken.

Gingen we hoor. In de regen.
'Nou ik ga echt niet in de regen hoor hee' zo deed ik heel olijk.
'Er is een dak hoor' was Echtgenoot opgewekt.

'Ugh wat een rij' was ik mijn immer vrolijke zelf.
'Zanik niet zo' deden mijn mannen.

En maar twee uur later, toen we allemaal schaatsen aanhadden en alles, toen stonden we op het ijs. Welnu, dat ging nog best aardig. Viel niet meteen op gezicht. Zonen ook niet. Echtgenoot vloog natuurlijk in binnenbaan voorbij alsof hij dat al jaren doet, wat ook zo is, Zoon1 nam mij daar een aanloop waar ik een beetje wit van wegtrok, máár, bleef staan en ging zo van klotsklotshatselrambam op nog best een aardig tempo aan mij voorbij. Zoon2 vond het allemaal geweldig en hing met een verrukt gezicht aan onze handen en sprong een paar keer hard op en neer. 'Want dat doen vier-jarige-kinderen' zo wist hij.

Na een aantal rondjes, een pakje drinken en een koekje, deden wij nog zo wat rondjes en toen wilden de Zonen naar het binnenplaatsje, waar rekjes zijn en waar je kleinere rondjes kunt maken. Via een doodenge trap klotsten wij zo met schaatsen en al daarheen. Ik vond het maar gevaarlijk en alles, maar volgens Echtgenoot was dat ook alweer aanstellerij.
Zoon2 kaapte een rekje en was toen helemaal niet meer te houden. Zwierde als een ware professionele schaatsert rond en wij moesten steeds KIJKEN EN HEM NIET HELPEN. Zoon2 liet zijn kunsten zien, namelijk als een dolle afzetten, met een soort hink-stap-sprong dwars over het ijs gieren en daarna trots omkijken. Ik kon ze wel opvreten. Ik nam de hand van Echtgenoot en liet me heel jaren '50 meenemen op een paar rondjes. Wilde dat ik zo'n mof om mijn handen had en een hoedje op. Volgende keer aan denken.

Na een uurtje was ik koud en er zat van. Vond mezelf al heel on-authentiek bezig en begon een beetje te klagen.

Ik kan vrij goed klagen, dus de mannen vonden het allemaal heus wel goed dat ik vast zou gaan en dan zou ik wel even boodschappen doen zeker.
Liep de levensgevaarlijke trap weer af, ontdeed mij van de schaatsen, brak een nagel, en liep terug naar de fiets.
Zwaaide nog even naar de jongens die mij niet leken te missen, en reed naar de Albert Heijn, voor ons avondmaal en wat flessen wijn.

Bij de kassa stond een vervelende mevrouw mij ontzettend in de weg, maar ik omzeilde haar vervelende in de weg sta-erij door de boodschappen gewoon zo'n beetje om haar heen in mijn plastic tas te slingeren. Paar flesjes wijn eerst, want zwaar, daarna allerhande diner-benodigdheden en daarbovenop brood en de eieren. Mijn moeder heeft het mij netjes geleerd immers.
De eieren waren te veel.

KRAAAAAKKK brak de tas, viel op de grond en ik riep misschien wel heel hard 'FUCK' maar dat weet ik niet meer zeker.
Mensen keken een beetje. En mensen snoven een beetje. Want vrij rap verspreidde zich een alcohollucht door de ganse winkel.
Namelijk waren de flessen een beetje gebroken en lag er zeg maar een zwembad van wijn op de grond.

'Oeiiiiiii er is geloof ik wat gebroken' zei ik tegen het kassa meisje.

'Ohhh dat geeft niet, pak maar een nieuw tasje en een nieuwe fles. Ik bel wel even iemand.' verwarmde zij mijn hart.

'Oeiiii het zijn geloof ik wel twee flessen' vertelde ik haar, na nadere beschouwing van het rampgebied.

'Ohhh dat geeft niet, pak maar twee nieuwe flessen hoor' wilde ik haar omhelzen.

'Eh. Oei? Ze zijn alle drie stuk.' Was ik haar irritantste klant EVER.

' Pak maar. Niet erg.' Ga ik haar nomineren voor beste kassiere EVER.

En zo liep ik de winkel in. Nam nieuwe flessen. Een nieuw tasje. Pakte alles heel voorzichtig in. En kwam een moeder van school tegen. Die nogal moest lachen om het geheel. Ik daardoor ook. Wat misschien niet zo netjes was, aangezien er inmiddels een speciaal dweil-team aan het werk was. Door mij. En ik maar lachen. En ik lach niet zachtjes he.

Kom daar voorlopig maar even niet.

Net als op schaatsbaan. Zien we volgend jaar wel weer. Op de cursus.







zondag 23 februari 2014

Proost op het leven en de dood.

Het was bijkans leven en dood vandaag zeg hee. Ja, het is niet dat we op een gewone zondag niks meemaken hoor.

Allereerst waren Echtgenoot en ik vanmorgen een beetje dood. Vanwege omdat we gisteren ons de wijn nogal lieten smaken. Dat kan zo wel eens gebeuren natuurlijk. Wij gingen daar heel volwassen mee om en stonden op uit ons sterfbed om de Zonen maar gewoon wat ontbijt te doen toekomen. Zo zijn we dan ook wel weer.

Echtgenoot probeerde zijn lichaam weer levend te krijgen door te gaan sporten, en ik ging zowat dood alleen al bij de gedachte daaraan, en dronk daarom maar gewoon koffie en liet de hond uit. Is ook beweging en alles.

Zoon1 keek naar ijshockey en Zoon2 fietste buiten rond met zijn Vriend1 en ik deed zo'n beetje halfslachtige pogingen om bedden te verschonen. Ben er halverwege maar mee opgehouden. Een mens moet de zondagsrust serieus nemen, bedacht ik me.

In de middag hadden wij plannen. Wij gingen namelijk op bezoek bij mijn Favo Ex, die met zijn vrouw een baby heeft gekregen. Ik was een beetje laat met het bezoek, want het kindeke is reeds wéken geleden geboren, maar Favo Ex en ik hebben een manier van communiceren waar weken overheen gaan voor er daadwerkelijk dingen gebeuren en gepland worden. Dat is zeg maar ook een van de honderd redenen waarom wij niét samen zijn gaan huwen en baren. haha.Hahaha.Hahahahaha
Maar ik verheugde me enorm en het was ook érg leuk. Zijn vrouw zag er alweer stralend uit, er waren voor de Zonen zalige koekjes, en het kiiiiindeke. Och het kindeke. Zo lief en nieuw en vers en prachtig en zoet met een klein mondje en mooie grote ogen. Bijna had ik hem stiekem in mijn tas gestopt. Maar dacht niet dat dat de vriendschap ten goede zou komen op zich. En hij had ook net enorm gepoept trouwens.

Toen wij weer weggingen praatte ik zo met de Zonen en Echtgenoot over hoe leuk het was, en ach, wat een lief baby'tje en alles, en wij fietsten door Haarlem Noord over een idyllisch paadje, met de zon in ons rug en ik dacht, wat een fijne dag, én het is bijna borreltijd.

Maar toen.

Zag ik in een ooghoek, het wapperende riempje van mijn achterzitje op de fiets, en het stuur van de fiets van Zoon1, die elkaar ontmoetten. Ik gilde heel hard, en hoorde een KLAP van jewelste achter me. Ik sprong van fiets, gooide die in de heg en keek achterom, waar ik Zoon1 krijsend zag staan, handjes voor zijn gezicht en zijn fiets op de grond. Bloed sijpelde heel dramatisch door zijn vingers, op de grond, op zijn jas, en hij brulde écht heel hard. Ik werd een beetje doof, zeg maar. Toen ik hem tegen me aan drukte. 'Sssst stil maar jongen' suste ik. En tegelijkertijd: 'ECHTGENOOOOOOT, KOM HIERRRRR, HET GAAT NIET GOOOOOOOOOEEDDD' krijste ik niet zo heel beheerst in de einder, waar de man met Zoon2 fietste.

Mensen stopten, mensen keken, ik diepte een viezig servetje op uit mijn jaszak en een toevallig aanwezig flesje water uit mijn tas, en begon te redderen. 'Mijn tand, mijn tand' kermde het kind. En ja hoor, een tand lag op apegapen in het mondje. Ik trok hem er zo uit zeg. Tot afgrijzen van Zoon1. Maar hee, wat moet je anders.

Tot ons pleizier, ondanks alles, was het een melktand. 'MAAR HIJ ZAT NOG NIET LOS!' Was Zoon1 zéér ontsteld.

'Mijn tanden gaan er ook wel eens uit hoor' deed Zoon2 ondertussen heel meelevend tegen zijn broer.

Toen was er een meneer die het opwekkende bericht bracht dat hij het zág gebeuren. Dat het er héél akelig uit zag. En dat wij zéker naar het ziekenhuis moesten. Want misschien was er wat met zijn káák
'Ohw' keken Echtgenoot en ik elkaar aan en begonnen paniekerig naar telefoons te zoeken.

Kijk, normaal schrikken wij niet meer zo van vallen en bloed en dinges, maar als iemand die wij niet kennen ineen kennis van zaken lijkt te hebben....gaan we natuurlijk meteen in de schrikachtige modus. Zo gaan die dingen.
Hup, belden wij de huisartsenpost. Ja, wij moesten inderdaad maar even langskomen.
Aldus fietste Echtgenoot rap naar huis, met de fiets van de onfortuinlijke Zoon aan zijn hand, om de scooter te halen om daarmee heel ambulance-esque naar het ziekenhuis te gaan. Zoon2 vond heel monter dat het allemaal maar 'echt heel zielig voor zijn lieve broer was', de lieve broer liep snikkend en bloedend naast me en ik keek zo eens naar het geschaafde gezichtje en de dikke lip en schudde een beetje mijn hoofd. Ik wist ook niet iets anders te doen.

De man pikte het kind onderweg op, Zoon2 en ik gingen naar huis, waar Zoon2 direct zijn eerste prioriteit weer oppakte: buitenspelen. En ik schonk mij een rustgevende wijn in.

Zoon1 en Echtgenoot kwamen thuis. Alles ok. Behalve natuurlijk een kapotte broek, een missende tand, een gehavend gelaat en een gedeukt ego voor het kind. 'Waarom val ik ALTIJD?' Weende hij. Ik had er geen antwoord op.

En zo was er nieuw leven, bijna dood en een bijna dood-ervaring en nu kom ik zélf net ook weer tot leven. Het is immers bijna 22.00 uur. Dan knap ik altijd enorm op. En feitelijk is het niet zondag- maar zaterdagavond. Want de hele boel heeft vakantie. Proost hoor. Op het leven he.



donderdag 20 februari 2014

De update, de haaientand en de Porsche.

Ja dat is niet best he mense. Twee weken liet ik u in het ongewisse. Dat is niet wat een netjes meisje betaamt.

Het kwam omdat ik nogal doende was. Met zoveel dingesen en alles. We vierden feest met Zoon1 en togen daartoe naar een museum, waar ze kinderpartijtjes organiseerden, wat nogal leuk was. Hoewel ze er wel nogal op gesteld waren dat er door de acht jongens en meisjes niet te hard gepraat werd. Nu ja, daar zei ik maar niks van. Omdat ze namelijk allemaal twee haaientanden mee naar huis kregen van 55 miljoen jaar oud. Dat is toch wat. Ik heb er ook eentje. Vanwege omdat ik, niet heel zachtjes, zei: 'Oehhw coool, dat wil ik ook wel!' En toen mocht ik, als ware ik ook een acht-jarige, een haaientand uit het kommetje zoeken. Ik was in mijn nopjes hoor.

Verder begaf ik me met De Vriendinnen naar een aantal feestjes, waar we nogal wat bier dronken en dansten en misschien daarna van de fiets vielen, en elkaar de volgende dag WhatsAppjes stuurden met de foto's.

De Echtgenoot sloeg weer aan het drinken, na zijn alcohol-loze maand. Ik ontkurkte heel olijk een paar flessen Prosecco, om het te vieren, hij ging naar de kroeg en wist de weg niet meer naar huis. Ik zeg, alles weer als vanouds.

Zoon1 kreeg zijn rapport mee naar huis, wat weer tranentrekkend goed was. Wij spraken met zijn juffen en hoorden zóveel goeds over het kind, en zóveel slims, dat ik thuis voor de zekerheid de babyfoto's er maar eens bijpakte, om nog eens na te kijken of hij inderdaad wel uit míjn buik is gekomen. Zag Echtgenoot ook al steeds een beetje argwanend mijn kant op kijken, terwijl hij toch zelf gezién heeft waar het kind vandaan kwam. Het is een raadsel mensen. Kijk de Echtgenoot is slim heur, en ik heb natuurlijk ook een brein waar je U tegen zegt, zeg maar ook mijn kwaliteiten, maar Zoon1 slaat werkelijk alles. Nu gaat hij ook meedoen met een of andere wiskunde wedstrijd, en heeft hij komende week zijn typecursus afgerond. Ik denk dat ik maar eens ga informeren naar de Hersenchirurg opleiding. Het kind moet toch weer een hóbby hebben!

Zoon2 heeft het ook naar het zin op school en komt dagelijks naar buiten gerend met een tekening voor mij, waar ik vanzelfsprekend iedere keer bijzonder blij mee ben. Hele muur hangt vol met A4-tjes met paarse strepen. Eeeenig. Hij heeft een date gehad met het leukste meisje in zijn klas en vindt zichzelf tegenwoordig overal Te Groot voor. Ook voor zelf naar de wc gaan. En zelf schoenen aantrekken.

Hond at vandaag de blokfluit van Zoon1 op. Waar beide Zoons ERG over in mineur waren, 'onze blokfluiiiiiit weeeehhh' loeiden ze. En ik gaf Hond zo eens een extra aai over zijn hoofd. Well done, seinde ik hem in.

En nu is het vakantie voor de jongens. Echtgenoot werkt morgen nog, en dan is ook hij de hele week vrij. We gaan niet op vakantie, hoewel ik er even aan dacht om gewoon alle hypotheken niet te betalen en gewoon te gáán. Stelde dat idee voor aan Echtgenoot. Die het om een of andere reden geen goed plan vond. Dus dan gaan we maar gewoon films kijken en bijvoorbeeld heel vaak tosti's maken. Een mens heeft niet veel nodig he.

Ook de auto niet, zo bleek. Want die verkochten we eindelijk. Aan een grote negermeneer, waar Zoon2 ademloos naar keek. Dat zie je niet vaak hier he, in Het Dorp. Het kind was bepaald onder de indruk, en ook zeer in zijn nopjes. Wilde spelletjes spelen en tekeningen maken voor de man, die én neger was, én Belgisch sprak, met een prachtig Surinaams accent. Dat zag Zoon2 wel zitten allemaal. Het kind houdt wel van wat avontuur. Dat zag ik in zijn ogen, terwijl hij met zijn handjes zijn prinsessenjurk gladstreek.

Wij zijn dus nu autoloos, waar ik nog niet veel van merkte, aangezien ik er toch al nauwelijks in zat. Het is voor de jongens wellicht niet zo slecht, bedacht ik me nog, om het positieve in te zien van ons teveel aan huizen en gebrek aan auto's. Er worden hier namelijk tegenwoordig kinderen naar school gebracht in goednieuwe witte Porsches. Vriendin2 en ik hebben er ERG om gelachen. En een beetje om gehuild, ook. De Zonen interesseert het natuurlijk niks, maar ik vind het wel aardig, om ze op deze, al dan niet vrijwillige manier, het verschil te laten zien van wat er hier allemaal woont. Bijna geen donkere mensen. Wel mensen met hele grote en nieuwe auto's, maar ook wij, met een schmutzige hond en met zonder auto. Ik vind dat wel opvoedkundig ja. Komt er misschien toch nog wat van ze terecht.

Verder dronk ik natuurlijk in de afgelopen tijd ook een paar glaasjes wijn. Dat u niet denkt dat er hier iets mis gaat of zo.