vrijdag 15 november 2019

Geloven.

Het begon allemaal met dat Zoon2 ineens niet meer in Sinterklaas bleek te geloven. Vorig jaar al. Maar daar kwamen we natuurlijk pas onlangs achter. Bleek dat hij het allemaal al wel zo'n beetje wist, maar het zielig vond voor ons. Al die moeite die we deden met telefoontjes van Sinterklaas, geklop op de ramen en zakken vol cadeaus voor de deur en dat we dan Piet zagen wegrennen en alles. Daar stond het kind dus kennelijk al grinnikend in zijn knuistjes naar te kijken, achter onze bezwete ruggen.

Desalniettemin wordt toch het Sinterklaas journaal gekeken, (maar hoef ik er niet meer met een pieten pet op hoofd naast te zitten) krijg ik een gedetailleerd verslag hiervan, terwijl het Sint Maarten snoep naar binnen wordt gewerkt. Want daar ben je kennelijk als bijna-tien-jarige nog lang niet te groot voor. Hoe hard het ook regent.

Gelukkig wordt het leed van het ongeloof voor Zoon2 wat verzacht door het feit dat zijn baby zus over een paar jaar gewoon weer vrolijk meedoet, en hij dan dus ook weer midden in de zakken vol plezier zit. Dat hij dit jaar voor het eerst wel zelf gedichten moet maken, neemt hij maar voor lief.
Me dunkt ook, want hij kan kennelijk ook zelf YouTube filmpjes maken en Instagram Stories. Tot mijn afgrijzen en tot groot plezier van Zoon1 en zijn vrinden.

Zelf begon ik te geloven, dat het nu toch echt winter wordt. Voor iemand die in zomerkleding loopt en hooguit een 'herfst jas' draagt zolang het nog licht is om twee uur in de middag, vond ik het bepaald koud afgelopen week. En keerde ik de kast om, om een sjaal te vinden. Die bij jas past. Ons bos wordt bruin, oranje en geel. Ons boompje bestaat uit takken, zonder de bloesem. De heg is opeens niet groen meer. Opeens! Ons gras lag vol met bladeren, en, na de aanschaf van een heuse bladerenhark, na een kale middag, wederom. Het was een heel volwassen middag, dat wel. Ik ging ramenlappen en de man deed bladeren harken. Elke vijf minuten keken wij elkaar vol ongeloof aan. En nadien keken wij elkaar na elke fles wijn heel verheugd aan. En terecht.

En toen. Zoon1 had een Grootouder project op school. Hij ging naar zijn oma om haar te interviewen, en gisteren mocht ik het resultaat lezen. Natuurlijk was ik überhaupt van het hele project niet op de hoogte geweest, maar daar kijk ik al niet meer van op. Saillant detail was echter, dat ik het mocht lezen om elf uur in de avond, toen ik al een uur bezig was geweest om, soort van lafhartig, want zat zelf in een film, te proberen het kind in bed te krijgen.
Net toen ik het echt zat was en aan het dreigen en chanteren sloeg (opvoedmethode hier), was hij ineens lief en mocht ik lezen en natuurlijk eventueel spelling fouten eruit halen en zoooooo. Mijn moederhart was reeds volledig in puin door zijn oprechte hulpvraag aan mijn gevoelige punt, dus ik hapte meteen toe en nam zijn laptop ter hand, stuurde hem uit tandenpoetsen en las vervolgens mijn moeders levensverhaal in de woorden van mijn eigen kind. Nou, niet dat ik het allemaal al niet zo ongeveer wist, maar ik las het uit een ander oogpunt. Een nog weer andere generatie. En dat alles in mooi Nederlands en alles. Ik kon wel janken.

Zo ook vanmorgen. Zoon2 is al drie dagen ziek thuis, dus die liet ik slapen. De Man was voor dag en dauw reeds in Amsterdam, en ik werd dus wakker, met de geruststellende gedachte van een kalme ochtend en slechts 1 persoon in mijn huishouden die voor ongeveer half negen moest ontbijten. Nou, ik heb bepaald wel erger meegemaakt.
Dacht ik.
Ik bracht Zoon1 een kopje koffie om half acht, zoals het kind verzocht had via zijn denkbeeldige roomservice app, waar ik op reageer in goede bui of anderszins feestelijke dagen.
Daarbij de notitie, dat als Zoon1 in goede bui is, en nog in bed, en net wakker, hij me doet denken aan toen hij 2 was. Warm, lief, slaperig, schattig, ingewikkeld in dekens, rode wangetjes van de slaap, lief tegen zijn moeder en pratend met kleine stem.
Terwijl ik hem kus, hij het toelaat dat ik zijn rug aai, hij zegt 'Goedemorgen moemoe' en ik nog net niet van pure liefde het afgrijselijke Bumba op zijn laptop aanzet, begint het.
Nadat ik hem voor de derde keer heb 'wakker gemaakt'.

Ik: Kalm aan de koffie in de ijskoude ochtend op mijn geliefde terras. Maar met geruststellende sigaret.
Zoon1: RAAAAHHH. Laptop doet niet wat ik wil!!!!!!! Mamma!!!!!
Ik: Hmmm?
Zoon1: GAAT NIET LUKT NIET LUKT NIET ALLES IS KAPOT
Ik: Ja nou ja, ik kan er nu echt niks meer mee schatje
Zoon1: IK MOET NU DIT DOEN EN HET GAAT NIET EN AAAARRGHHH
Ik: Liefje, wil je niet tegen mij schreeuwen alsjeblieft? En hier had ik dus puur mijn eigen controle ja. Geen wijn. Echt niet.
Zoon1: Oh. Het gaat alweer.
Ik: Nou, zie je? Alles komt gooooooeeed.
Zoon1: NEEEEEE. RAAAAAHHHHHHHHH
Ik: Wat nu? Wat nuuu????
Zoon1: ALLES is jouw schuld en wil je ALSTUBLIEFT je mond houden nu!!
Ik: Nou nou, vind je t nodig?
Zoon1: NEEEEEEE NU EVEN NIET!!!!!!!!
Zoon1: (...)
Zoon1: Mammaaaaa?
Ik: ehhh....ja?? En trouwens, je moet over 5 minuten naar school, dus wil je nu ALSTUBLIEFT je tanden poetsen, je haren kammen en je brood meenemen.
Zoon1: Heb je NU even een recente foto van oma?

Nou, en zo liep dus de ochtend. Neen, ik schudde niet even een recente foto van mijn moeder uit mijn mouw. Belachelijk natuurlijk, volgens het kind. Wat ik wel deed, is mijzelf een beetje fatsoeneren, want ik ging mijn contract tekenen deze ochtend. Bij mijn nieuwe baan.
En over geloven gesproken.
Of het nou is in Sinterklaas, een laptop die irritant doet, een Zoon die zijn weg wel vindt, een huisje in het bos, waar het ook weer zomer wordt, waar alles weer groen en roze wordt, of een carriere van hartjes in de koffie voor anderen, of koffie in de lerarenkamer....het komt altijd allemaal wel weer goed.

Gelukkig geloof ik zelf nog steeds wel een beetje in dingen. De zakken voor de deur, de man naast mij in bed, de Zonen( soms )nog warm en zacht, vrienden, wijn, een nieuwe baan en natuurlijk gewoon in Sinterklaas.