zondag 31 december 2017

Poepen in de disco

Het was een memorabel weekend. Er was namelijk een uitje gaande. Een uitstapje voor Vriendin1, 2, Zuske en ik. De tocht ging naar Vriendin3 die net Baby2 heeft gekregen, en aansluitend zouden wij een stad verderop gaan om te kletsen, eten, en misschien ook wel een kommetje wijn te drinken met elkander.
Vriendin1 en ik hadden, vanwege wat kleine onenigheidjes en misschien wat geschreeuw en ook wat over en weer gedrein en gezanik, een tijdje geen contact gehad.
Een jaar of twee.
We bleven wel van elkaar op de hoogte hoor, door Vriendin2 en Zuske, dus er was feitelijks niks wat we niet van elkaar wisten zo door de tijd heen. Maar gewoon elkaar een kus geven en weer elkaars nagellak lenen, nee, dat gebeurde toch niet.
Totdat er een kindeke op aard kwam. Zeg maar.
Want Vriendin3 kan er ook allemaal niks aan doen en worp zo haar Dochter ter aarde en natuurlijk moesten we er allemaal heen. Ze woont in een stad hier ver vandaan. En zo werd er een hotel geboekt en deden Vriendin1 en ik gewoon toch beiden water bij de wijn en besloten gewoon maar weer te lachen om elkaars grappen en dat ging uitstekend.
Sterker nog, ik heb drie leggings versleten door al het lachen.

De trip nam plaats in een gruwelijk lelijke auto, die echt helemaal niks deed voor ons imago. Elke keer dat we iemand inhaalden moesten we bbukken, teneinde niet per ongeluk herkend te worden. Wij zijn veel te knap om in zulks een vervoersmiddel gezien te worden. Vonden wij.

De heenreis verliep soepel. Voor ons doen dan. Er was een klein akkefietje met ruitenwisservloeistof, we raakten de auto kwijt en reden drie keer dezelfde afslag voorbij, maar toen kwamen we aan hoor. Vriendin3 was stralend, haar Zoon om op te vreten, haar Verkering de liefste en dan Dochter1....och. Het kleine baby meisje, met haar mondje en haar handjes en haar piepkleine voetjes. We kregen een heel fijne lunch, we lachten heel hard, waar baby niet eens van schrok, dus ze is meteen 1 van ons, en ik maakte een tocht door de keukenjungle met de zoon des huizes. Het begon als een malle te sneeuwen en toen moesten we maar weer eens gaan. Twee van ons vielen bijna van een trapje, maar uiteindelijk zaten we weer in de auto en gingen we naar de volgende stad. Nijmegen de geeeeeksteeeee zo bolderden wij en nadat we na maar een paar kleine hindernisjes bij het hotel kwamen, zat de stemming er nog steeds goed in hoor.

Er was een appartement voor ons klaar. Er stonden fleskes wijn klaar en iedereen was ontzettend aardig. We ontdekten de mini bar, we trokken lootjes wie in het bed mocht en wie op de slaapbank, trokken nog een keer of drie de lootjes tot iedereen een slaapplek had, dronken onze gratis wijn, smeerden make up op en gingen de stad in.
Na vier meter lopen zagen wij een kroeg naar onze gading, maakten vrienden met de barman en bestelden ons maar eens een fleske als aperitiefje.
Er werd gerookt, we bestelden nog wat, vroegen naar een leuk restaurant, en tot ons grote plezier was dat naast de kroeg. Houden wij van.
In het restaurant besloten wij tot de aanschaf van een fleske wijn, hadden een langdurig gesprek met een merkwaardige ober, bestelden een grote diversiteit aan gerechten en, vooruit, nog maar een fleske.
Het eten was meer dan lekker, de ober werd allengs vreemder en de wijn smaakte prima zeg.
Nadat we een koffie hadden gedronken, besloten we dat het toch waarlijk wel tijd werd voor een biertje zo langzamerhand, en we wilden disco dansen ook nog.
Eenmaal buiten werd besloten tot een avondwandeling, en wij doorkruisten de stad, zagen heel veel winkels waar we de volgende dag heen zouden gaan en we verdwaalden bijna. Gelukkig was er een kroegje, en daar was ook een biertje te verkrijgen. Aldaar vroegen we aan de barmannen waar we dan toch zouden kunnen dansen? En dat bleek te kunnen in ons restaurant, waar de tafels opzij zouden worden gezet. Nah! Opgewekt togen wij weer die kant op, en ontwaarden dan wel een paar tafels aan de zijkant, maar niks nie dansende mensen. Dus weer naar het buur-cafe, waar we een bonnetje openden aan de bar, een aantal biertjes dronken en waar Zuske en ik besloten dat we iets teveel hadden gegeten. Helaas hoefden we niet te poepen, wat allicht zou helpen.
Vriendin2 had daar helemaal geen last van hoor. Zij poepte de ganse dag en avond of het een lieve lust was, waar we wat psychologie tegenaan gooiden, maar het uiteindelijk maar hielden op gezonde darm flora.

Vriendin1 vond het tijd voor de bedstede. Het was half tien. Wij lachten haar uit.
Vriendin2 vond het tijd voor een glaasje water. Nu vooruit, dat mocht.
Zuske en ik vonden het tijd voor de disco. En daar gingen we dus maar weer heen. Weer een deurtje verderop.

Vriendin1 was opeens verdwenen, dus ging de rest van ons maar even roken. Je moet toch wat.
Na geruime tijd gingen we toch maar naar binnen waar voornoemde vriendin gewoon braaf stond te wachten met een paar biertjes. Evenwel was er nog steeds niet écht disco gaande, dus gingen we maar weer verder met kletsen ondertussen hupsten we maar een beetje heen en weer. En er werd weer gepoept. In de disco. Wel in de wc hoor, zo zijn we dan ook wel weer. Toen we ontdekten dat er van ons gewenste disco-dansen weinig terecht aan het komen was, namen wij de beslissing om terug te gaan naar ons appartement en de mini bar.
Eenmaal daar voelden we ons enorm thuis, dus we zetten een muziekje aan, we trokken wat fleskes open en ontdekten een schaal met zakjes chips. Vriendin2 besloot op de salontafel te gaan staan, die met een heus kabaal omkiepte, inclusief alle decoratieve glazen vaasjes die erop stonden en dat vonden we natuurlijk hilarisch.
Ik kreeg ineens erge last van mijn heup blessure die ik de dag ervoor had opgelopen, omdat ik op het oxboard van Zoon2 had gespeeld, en ietwat onfortuinlijk was afgestapt en Zuske vond het tijd voor een rondje diepzinnige vragen. In het kader van de wederopbouw van de vriendschap en alles, waarvan niemand meer wist dat er ooit een kink in de kabel had gezeten.
Vooral niet nadat we nog maar weer eens door de gang naar de mini bar waren gelopen.

Verder was het al met al een ontzettend volwassen aangelegenheid allemaal. Ik had namelijk mijn verstandige jas aan. 32 38 moest ik daar voor worden, om niet meer in weer en wind in een leuk klein jasje te lopen, desnoods met een hippe muts op, maar geenszins echt bestand tegen welke omstandigheid dan ook, laat staan eventuele regen, wind of andere onverkwikkelijkheden.
Echter, sinds ik de Kapitein aan mijn zijde heb, heb ik ook een deugdelijke jas. Mijn Zuske vertelt het aan iedereen: Hahha kijk, daar is Zus, MET HAAR VERSTANDIGE JAS! De meeste mensen reageren daar niet perse heel enthousiast op. Maar die kennen mij natuurlijk ook niet al sinds jaar en dag in winterse omstandigheden met dode vingers, blauwe lippen en afgestorven romp.

Vriendin2 werd heel enthousiast over mijn jas, want zij is zelf wel een type van wandelschoenen en zo, en Vriendin1 wilde me meteen meenemen naar een outdoor winkel, omdat ik, in mijn jas, serieus genomen zou worden. Voor de aankoop van bijvoorbeeld een waterdichte handdoek of zo iets. Of wat je dan ook koopt als je zo'n winkel in gaat.

Wat we ook ontzettend volwassen vonden, is dat we het halve litertje rode wijn dat we gratisj hadden gekregen bij aankomst, niet eens hebben opgedronken, maar in plaats daarvan op onze sokken naar de bar zijn gelopen om witte wijn te halen. Wijsheid komt dus echt met de jaren.

We werden wakker uiteindelijk, en kregen de koffie machine niet aan de praat. De cappuccino cupjes gaven een soort van witte fledder, de koffie was helegaar geen koffie en Zuske werd bepaald onpasselijk omdat haar koffie chocolademelk bleek te zijn.
Desalniettemin viel er weer genoeg te lachen. Vooral nadat we ontdekten wat we allemaal op de mini-bar-lijst moesten invullen. Dat was gewoon een kwestie van tellen wat er op het aanrecht stond. Nou dat viel niet mee hoor. Het tellen, én de som.

Dientengevolge, moesten wij dus mét lijst ons uitchecken bij de balie van het hotel. De man van het hotel vond ons dus wel duidelijk heel leuke gasten, want hij zei: Leuk gehad, dames?
JAAAA! Wat een leuk hotel! Brulden wij. En stopten onze tassen vol met gratis appels en folders.
Ook de lelijke auto stond weer voor ons klaar.
Op de terugweg namen we allemaal een Big Mac. En Vriendin2 niet. Zij braakte bij het idee en nam een cappuccino.
En ik had het jaar niet anders willen eindigen.

vrijdag 22 december 2017

Een net blouseje en de andere nuance.

Een net blouseje, dat moest t kind aan natuurlijk, Zoon2. Naar het kerstdiner op school. Zulks bleek ik niet in huis te hebben, dus moest er gisteren nog even naar het huis van Echtgenoot1 worden gegaan. Dit nadat ik samen met De Kapitein naar de bouwmarkt ging, omdat mijn bed aan het instorten was geslagen. Het bed dat eerder ook al voor een deel ineens los klapte, en ook met attributen van de bouwmarkt weer in elkaar was gezet door de man. Dientengevolge heb ik nu buiten een hamer en wat spijkers, ook helemaal zelf wat schroeven en een heuse schroevendraaier in huis. Dit alles in een knus tasje. De Gereedschaps Tas. Het wordt nog wat met mij zeg.
Evenwel was het bed nu aan de andere kant ingestort. Dit heeft waarschijnlijk alles te maken met het feit dat het een Zweeds Warenhuis meubel betreft, in combinatie met mijn overmatige frequentie aan verhuizingen in de afgelopen jaren. Dit alles is niet alleen niet goed voor de toestand van de mens, maar ook niet voor het welzijn van sommige soorten meubilair, zo blijkt.

Bij dit alles ging Zoon2 gezellig mee, want was maar weer eens vrij van school. De afgelopen weken is het staking, studiedag en zomaar-vrij wat de klok slaat hier op het schooltje. Natuurlijk kom ik achter zulke dingen pas op het laatste moment, dus raakte de laatste tijd meer dan eens in een paniekerige staat, omdat ik gewoon dacht te gaan werken, en ineens met een Zoon zat, die ik op school had bedacht. Gelukkig zijn er lieve collega's die me konden helpen, dus hoefde ik het kind niet moederziel alleen op het landgoed achter te laten.

In het kader van werk en dinges en dat ik de afgelopen jaren mijn punten qua schoolouderhulp wel gehaald had, vond ik zelf, had ik me dit jaar helemaal nergens voor opgegeven. Geen versiering, geen worstjes in bladerdeeg, geen fruitspiesjes en geen serveren in de klas in een glitterjurk. Wel zo rustig even, dacht ik. Echter ontkom je er toch niet helemaal aan natuurlijk. Zo bedacht ik me op de valreep dat ik eigenlijk elk jaar een aardigheidje aan de juffen doe toekomen. Een kerstpresentje, een kleinigheidje, een troepje. Fluks zocht ik in mijn kastje, waarin ik dingen en spullen bewaar. En vond zowaar een aantal dingen en spullen, die ik heel creatief, al zeg ik het zelf, bij elkaar flatste, en zo opeens een aantal KERSTBOOMORNAMENTEN maakte ja. Zoon2 was in zijn nopjes, en ik eigenlijk ook zeg.
Het viel me nog mee van mezelf, vooral in het licht van deze week, waarin ik mezelf heeeeeeel erg druk vind. Ja maar echt hee. Echtgenoot1 is op vakantie met zijn Verkering1 en zodoende heb ik de Zonen én Hond1 extra in huis, op mijn werk ben ik vet druk met het maken van kerstboompjes in de cappuccino en thuis stapelt de was zich, as we speak, enorm op. Laat staan dat ik bezig ben met het voorbereiden van een kerstdis, een ontbijt, een brunch of een andersoortig stemmig samenzijn. Met kerst ga ik werken. En ergens op de tweede dag ga ik met de Zonen eten bij de Ouders. De Kapitein is niet aan mijn zijde, de Zonen zijn bij andere familie, ik vind het allemaal wel prima.
Natuurlijk was er deze week wel een avond met de meisjes. Zuske en ik verheugden ons op een fijne bijpraat met Vriendin2 en wat kommetjes wijn.
Hatsa, kwam daar Vriendin2 aanzeilen, met een verdacht ogende tas. Verdacht, omdat hij niet rinkelde van fleskes wijn, nee hij ritselde. En knisperde.
En klingelde een weinig bovendien.
Wat bleek.
Zij had zich dus wél opgegeven. Op school. Om namelijk menukaarten te maken voor de klas van haar Dochter1. En toevallig moesten die net af zijn, de ochtend na de borrelavond bij mij thuis.
Welnu! Knippen en plakken hoor! Wij vermaakten ons eigenlijk opperbest zeg, wij waren ook helemaal fanatiek en alles en bedachten plannen voor een eigen knutselclub, en we deden lijm op kwasten en we knipten kerstballen of het een lieve lust was.
Bijkomend voordeel was dat we aanzienlijk minder kommetjes wijn dronken, omdat we zo druk doende waren, dan normaal. Het eindresultaat mocht er ook zijn hoor, dat moet gezegd. De gele en rode en roze snippers papier liggen hier nog steeds door het Nonnenhuis verspreid, want stofzuigen komt er ook niet echt van, maar hállo wat hadden de kleuters een mooie menukaart binnen drie minuten onder de tomatensoep gesmeerd.

Voorts kwam Zoon1 thuis met een rapport waarvan de tranen me in de ogen sprongen, zo prachtig. Opa en oma zullen ook wel een traantje laten denk ik, dat er toch nog iets van hun eigen dochter1 zo goed terecht aan het komen is. Hij straalt immers zijn succes op mij af, zo zie ik dat wel hoor. Ik zal allicht binnenkort een eenhoorn met een regenboog in de koffie kunnen maken. Zoiets.
Ook zit het kind tegenwoordig op rugby. Vertrekt opgewekt in een schone outfit, komt volledig uitgeput en smerig terug en slaapt een gat in de volgende dag.

En over outfit gesproken ja, had Zoon2 dus gisteren inderdaad zijn mooie blouseje aan. Naar het kerstdiner. Was het eerst nog nodig dat ik hem moest overtuigen van het feit dat hij niet in zijn gescheurde broek en vlekkerige trui mocht gaan, eenmaal het witte gestreken overhemdje aan (ik bleek de strijkbout mee te hebben verhuisd zeg!), zag hij opeens zelf de noodzaak van gekamde haartjes in, en kwam met een midden scheidinkje de badkamer uit. Ik kon wel janken zeg.
Hij zat naast zijn mattie aan de tafel in de klas, at tot zijn grote vreugde 'kleurrijke soep' en terwijl hij dat deed, dronken De Kapitein, een aantal lieve schoolmoeders, vaders, en ik, glühwein op het schoolplein.
De soep kwam er vervolgens inderdaad zeer kleurrijk uit, in het holst van de nacht, in het midden van zijn bed.
En zo gaan we de kerstvakantie in.
Weer een einde van een jaar, die dit jaar bepaald een andere nuance heeft, en een ander prospect dan de voorgaande jaren. Fris als het blouseje van Zoon2, hoopgevend, zoals het rapport van Zoon1, aanbiddelijk, zoals zij nu eenmaal zijn, kostelijk, zoals mijn cappuccino, liefdevol en elementair met de Vriendinnen, meer dan genoeglijk met Echtgenoot1 en diens lieftallige Verkering en dat alles bij elkaar, met De Kapitein.













vrijdag 15 december 2017

Het bos en de muzische boom

Het leven hier in het bos in het Nonnenhuisje is leuk, die conclusie kan ik zeker trekken, zo na een half jaar. De zomer was mooi, het bos weelderig, het gras groen en de kommetjes wijn koud.
De herfst was kleurrijk, het bos werd oranje en het gras werd geplet, omdat Zoon2 met zijn step per dag veertig keer op en neer ging. En zijn vriendjes ook. De Kapitein kwam, zag en overwon, het hart was warmer dan ooit en de kommetjes wijn immer koud. De verwarming ging omhoog en de kaarsjes langzaam aan.
De winter begon en het bos werd wit, het gras onbegaanbaar, het paadje onzichtbaar en ik stapte de deur uit, en stond tot aan mijn knietjes in de sneeuw.

De verwarming ging stuk, de douche was koud, het bos kraakte van alle sneeuw, maar binnen was het dus ijskoud, nondenju warm onder een dekentje.

Sinterklaas was met alle hysterie voorbij, Zoon1 werd twaalf en het werd dus evenwel, volgens traditie, tijd voor de kerstboom.

Vanaf dat ik weer alleen woon, sinds een paar jaar, zie ik dat soort dingen als een enorm ding. Dat ik dus zelf wel even regel. Net als alles feitelijk, maar toch zijn er bepaalde ijkpunten. Dat is koken voor mezelf. Dat is het zelfstandig regelen van feestelijkheden zoals verjaardagen, dat zijn de dingen zoals helemaal zelf een lamp vervangen (met het juiste formaat fitting), met een hamer spijkers in de muur slaan, een eigen Netflix abonnement hebben en de koelkast schoonmaken. Ook al ben ik de enige die dat ziet.
En ook een kerstboom kopen, neerzetten, versieren en dus heel volwassen kerst-achtig zijn. Net als mijn ouders vroeger. Of vroeger toen ik een volledig gezin had, omdat je dat soort dingen dan doet.

Aldus toog ik naar de plaatselijke kerstbomenverkopert. Toen ik nog in mijn andere huis woonde, keek ik twee jaar lang de man heel vrindelijk aan, probeerde iets rondborstigs in mijn stem te leggen en deed feitelijk verder gewoon nogal onbenullig, wat resulteerde in dat hij die twee jaar mijn vers aangeschafte boom twee trappen op tilde en tot in mijn woonkamer bracht.
Wat scheelde was natuurlijk dat ik een paar meter verderop woonde.

Het Landgoed echter, waar ik nu huis, is iets verder weg. En ook al kan ik best heel charmant zijn als ik wil, ik voorzag natuurlijk al dat het dit jaar op mezelf aan zou komen. Dus nam ik mijn fiets ter hand en oefende alsnog op mijn lieftalligste uitdrukking. Komt altijd wel van pas immers.

Nadat ik was bijgekomen van mijn flauwte, bij het aanzien van de huidige prijzen van de, oh, dennenboom, koos ik er eentje uit die mij redelijk geschikt leek. En die ik nog kon betalen en dan misschien ook nog een boterhammetje voor de Zonen zou kunnen kopen. Er zat iets van een pot onder ook nog, wat mij heel deugdelijk toekwam, en ik wilde na het pinnen, fluks mijn nieuwe boom optillen en huiswaarts fietsen.
Nou dat ging dus zomaar niet hoor. Looooodzwaar dat ding. Zo zag hij er helemaal niet uit, maar kan ook aan mij liggen natuurlijk, kerstboom-inschattings-gewijs.
Desalniettemin, was mijn charme oefening niet voor niks geweest, en mijn toneellessen uit 1995 ook niet, want ik voerde daar, al zeg ik het zelf, een zeer mooi stukje op, als zijnde een compleet hulpeloos iemand, in de regen, op de fiets, met een tas met boodschappen, een verregend kapsel en een gebroken nagel. En dan óók nog die kerstboom...zo keek ik weifelend in de einder.
Hopsa, zo tilde de meneer de boom van de grond en vroeg waar ik dan heen moest, en was ik met de auto? Toen bleek dat het antwoord was, dat het niet om de hoek was en ook nog eens, neen, met de fiets, toen zag ik bepaald wel aan hem dat hij het ook even niet zo goed wist allemaal.
Hij stond er echt een beetje zielig bij, met mijn boom in zijn handjes. Dus ik besloot dat het maar weer over was met de onzin en wees hem mijn barrelige fiets, en vertelde hem dat ik het echt suuuuuperfijn zou vinden als hij het ding even achterop zou zetten, dan zou ik me wel redden ja.

En zo geschiedde. Ik zeulde mijn nieuwe boom het halve dorp door, lopend, want van fietsen was geen sprake meer. Eenmaal thuis aangekomen, brulde ik naar Zoon1 om hulp, die helemaal niet onder de indruk was mijn haar vol dennennaalden en doorgelopen mascara. De boom kwam mijn huis in, liet een spoor van ellende achter op de vloer, en ik verschoof mijn ganse inrichting om plek te maken. Toen hij eenmaal stond, vond Zoon2 er weer wat van.
'Hij komt niet echt goed uit zo he, mamma, vind je ook niet?' Zo vond het kind.
Waarop ik besloot een complete stoel uit mijn woonkamer te verwijderen, om plaats te maken. Ik probeerde diverse krukjes uit, om het ding op te zetten. Hij viel er twee keer vanaf, wat 'm denk ik niet veel goed heeft gedaan. Want nu hij eenmaal staat, compleet met lichtjes, rendieren, paddenstoelen, ballen, sterren, hartjes en kabouters, helt hij vervaarlijk naar voren. Er zijn al een paar dingen uitgevallen. En ik dacht dat hij misschien wel wat water wilde?
Dus ik ging heel moederlijk met een maatbeker in de weer, waardoor ik nu een hele natte vloer heb.
Gelukkig doet de verwarming het wél weer.

Nou lijkt zeker of alles op rolletjes loopt hier. Is ook wel zo hoor. Op mijn manier. Soort van.
Ik sta elke dag om half zes op. En nu kan ik mij levendig herinneren dat er tijden waren dat ik op dit tijdstip ook wakker was, om heel andere redenen. De reden is nu allicht een heel stuk deugdelijker. Netjes ga ik aan het werk. Zoon2 vindt daar heel wat van. 'Ik dacht dat mammma's altijd lief waren' zo slaat hij me om mijn oren. Als ik vertel dat ik inderdaad weer vroeg in de ochtend weg ben.
'Je bent er nooit. NOOIT!' Zo buldert en weent hij.
Als ik hem dan uitleg dat ik nu eenmaal moet werken om geld te verdienen, om ons huiske te betalen, en eten en zo, en toetjes en koekjes, zo probeer ik in zijn genre te blijven, dan legt hij mij uit, dat ik het net zo moet doen als zijn vader, Echtgenoot1. Die heeft namelijk gewoon een huis gekocht, en dan héb je die gewoon. Niks nie huur betalen elke maand, zo probeert hij zijn domme, afvallige moeder uit te leggen.
Op zo'n moment knuffel ik het kind maar extra, en probeer het nogmaals uit te leggen. Maar het is nooit goed voor het moederhart.
Als ik dan daarna in de armen van de Kapitein zucht, dat het toch soms allemaal een gedoe is, dan krijg ik een kommetje wijn en is alles weer goed.
Maar dan was ik Zoon1 vergeten. Die heeft het hele tafereel zo eens aangehoord en zegt dingen als: 'Moeder, doe eens chill. Het is gewoon part of the deal allemaal, doe niet zo spastisch.'
Waarna ik al helemaal in complete verwarring geraak en mijn zoon bekijk, die met zijn schoenmaat 40 door mijn huis stampt, werkelijk overal boeken en kleding neergooit, alleen maar series kijkt en af toe eens wat schoolboeken inziet, maar die straks weer met een tranen trekkend goed rapport thuiskomt. Met een tien voor muziek.

Wellicht is het het muzikale talent van zijn vader. Of is het het ruisende bos, waarin hij woont. De muzische boom, of de perceptibele liefde hier in huis.