vrijdag 15 december 2017

Het bos en de muzische boom

Het leven hier in het bos in het Nonnenhuisje is leuk, die conclusie kan ik zeker trekken, zo na een half jaar. De zomer was mooi, het bos weelderig, het gras groen en de kommetjes wijn koud.
De herfst was kleurrijk, het bos werd oranje en het gras werd geplet, omdat Zoon2 met zijn step per dag veertig keer op en neer ging. En zijn vriendjes ook. De Kapitein kwam, zag en overwon, het hart was warmer dan ooit en de kommetjes wijn immer koud. De verwarming ging omhoog en de kaarsjes langzaam aan.
De winter begon en het bos werd wit, het gras onbegaanbaar, het paadje onzichtbaar en ik stapte de deur uit, en stond tot aan mijn knietjes in de sneeuw.

De verwarming ging stuk, de douche was koud, het bos kraakte van alle sneeuw, maar binnen was het dus ijskoud, nondenju warm onder een dekentje.

Sinterklaas was met alle hysterie voorbij, Zoon1 werd twaalf en het werd dus evenwel, volgens traditie, tijd voor de kerstboom.

Vanaf dat ik weer alleen woon, sinds een paar jaar, zie ik dat soort dingen als een enorm ding. Dat ik dus zelf wel even regel. Net als alles feitelijk, maar toch zijn er bepaalde ijkpunten. Dat is koken voor mezelf. Dat is het zelfstandig regelen van feestelijkheden zoals verjaardagen, dat zijn de dingen zoals helemaal zelf een lamp vervangen (met het juiste formaat fitting), met een hamer spijkers in de muur slaan, een eigen Netflix abonnement hebben en de koelkast schoonmaken. Ook al ben ik de enige die dat ziet.
En ook een kerstboom kopen, neerzetten, versieren en dus heel volwassen kerst-achtig zijn. Net als mijn ouders vroeger. Of vroeger toen ik een volledig gezin had, omdat je dat soort dingen dan doet.

Aldus toog ik naar de plaatselijke kerstbomenverkopert. Toen ik nog in mijn andere huis woonde, keek ik twee jaar lang de man heel vrindelijk aan, probeerde iets rondborstigs in mijn stem te leggen en deed feitelijk verder gewoon nogal onbenullig, wat resulteerde in dat hij die twee jaar mijn vers aangeschafte boom twee trappen op tilde en tot in mijn woonkamer bracht.
Wat scheelde was natuurlijk dat ik een paar meter verderop woonde.

Het Landgoed echter, waar ik nu huis, is iets verder weg. En ook al kan ik best heel charmant zijn als ik wil, ik voorzag natuurlijk al dat het dit jaar op mezelf aan zou komen. Dus nam ik mijn fiets ter hand en oefende alsnog op mijn lieftalligste uitdrukking. Komt altijd wel van pas immers.

Nadat ik was bijgekomen van mijn flauwte, bij het aanzien van de huidige prijzen van de, oh, dennenboom, koos ik er eentje uit die mij redelijk geschikt leek. En die ik nog kon betalen en dan misschien ook nog een boterhammetje voor de Zonen zou kunnen kopen. Er zat iets van een pot onder ook nog, wat mij heel deugdelijk toekwam, en ik wilde na het pinnen, fluks mijn nieuwe boom optillen en huiswaarts fietsen.
Nou dat ging dus zomaar niet hoor. Looooodzwaar dat ding. Zo zag hij er helemaal niet uit, maar kan ook aan mij liggen natuurlijk, kerstboom-inschattings-gewijs.
Desalniettemin, was mijn charme oefening niet voor niks geweest, en mijn toneellessen uit 1995 ook niet, want ik voerde daar, al zeg ik het zelf, een zeer mooi stukje op, als zijnde een compleet hulpeloos iemand, in de regen, op de fiets, met een tas met boodschappen, een verregend kapsel en een gebroken nagel. En dan óók nog die kerstboom...zo keek ik weifelend in de einder.
Hopsa, zo tilde de meneer de boom van de grond en vroeg waar ik dan heen moest, en was ik met de auto? Toen bleek dat het antwoord was, dat het niet om de hoek was en ook nog eens, neen, met de fiets, toen zag ik bepaald wel aan hem dat hij het ook even niet zo goed wist allemaal.
Hij stond er echt een beetje zielig bij, met mijn boom in zijn handjes. Dus ik besloot dat het maar weer over was met de onzin en wees hem mijn barrelige fiets, en vertelde hem dat ik het echt suuuuuperfijn zou vinden als hij het ding even achterop zou zetten, dan zou ik me wel redden ja.

En zo geschiedde. Ik zeulde mijn nieuwe boom het halve dorp door, lopend, want van fietsen was geen sprake meer. Eenmaal thuis aangekomen, brulde ik naar Zoon1 om hulp, die helemaal niet onder de indruk was mijn haar vol dennennaalden en doorgelopen mascara. De boom kwam mijn huis in, liet een spoor van ellende achter op de vloer, en ik verschoof mijn ganse inrichting om plek te maken. Toen hij eenmaal stond, vond Zoon2 er weer wat van.
'Hij komt niet echt goed uit zo he, mamma, vind je ook niet?' Zo vond het kind.
Waarop ik besloot een complete stoel uit mijn woonkamer te verwijderen, om plaats te maken. Ik probeerde diverse krukjes uit, om het ding op te zetten. Hij viel er twee keer vanaf, wat 'm denk ik niet veel goed heeft gedaan. Want nu hij eenmaal staat, compleet met lichtjes, rendieren, paddenstoelen, ballen, sterren, hartjes en kabouters, helt hij vervaarlijk naar voren. Er zijn al een paar dingen uitgevallen. En ik dacht dat hij misschien wel wat water wilde?
Dus ik ging heel moederlijk met een maatbeker in de weer, waardoor ik nu een hele natte vloer heb.
Gelukkig doet de verwarming het wél weer.

Nou lijkt zeker of alles op rolletjes loopt hier. Is ook wel zo hoor. Op mijn manier. Soort van.
Ik sta elke dag om half zes op. En nu kan ik mij levendig herinneren dat er tijden waren dat ik op dit tijdstip ook wakker was, om heel andere redenen. De reden is nu allicht een heel stuk deugdelijker. Netjes ga ik aan het werk. Zoon2 vindt daar heel wat van. 'Ik dacht dat mammma's altijd lief waren' zo slaat hij me om mijn oren. Als ik vertel dat ik inderdaad weer vroeg in de ochtend weg ben.
'Je bent er nooit. NOOIT!' Zo buldert en weent hij.
Als ik hem dan uitleg dat ik nu eenmaal moet werken om geld te verdienen, om ons huiske te betalen, en eten en zo, en toetjes en koekjes, zo probeer ik in zijn genre te blijven, dan legt hij mij uit, dat ik het net zo moet doen als zijn vader, Echtgenoot1. Die heeft namelijk gewoon een huis gekocht, en dan héb je die gewoon. Niks nie huur betalen elke maand, zo probeert hij zijn domme, afvallige moeder uit te leggen.
Op zo'n moment knuffel ik het kind maar extra, en probeer het nogmaals uit te leggen. Maar het is nooit goed voor het moederhart.
Als ik dan daarna in de armen van de Kapitein zucht, dat het toch soms allemaal een gedoe is, dan krijg ik een kommetje wijn en is alles weer goed.
Maar dan was ik Zoon1 vergeten. Die heeft het hele tafereel zo eens aangehoord en zegt dingen als: 'Moeder, doe eens chill. Het is gewoon part of the deal allemaal, doe niet zo spastisch.'
Waarna ik al helemaal in complete verwarring geraak en mijn zoon bekijk, die met zijn schoenmaat 40 door mijn huis stampt, werkelijk overal boeken en kleding neergooit, alleen maar series kijkt en af toe eens wat schoolboeken inziet, maar die straks weer met een tranen trekkend goed rapport thuiskomt. Met een tien voor muziek.

Wellicht is het het muzikale talent van zijn vader. Of is het het ruisende bos, waarin hij woont. De muzische boom, of de perceptibele liefde hier in huis.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten