dinsdag 1 december 2020

Wij hebben een poes tegenwoordig

Wij hebben een poes tegenwoordig. Ze is wit, veertien jaar en heet Josefien. Zoon1 noemt haar Jacobien, waar ik geheel tegen mijn zin in, elke keer weer om moet lachen.

Ze is eigenlijk van de goede vrind van mijn Zuske, maar hij is op een wereldreis en kon haar niet meenemen. Het schijnt dat dat nogal een gedoe is, als je bijvoorbeeld van Egypte naar Costa Rica gaat. Ik weet dat soort dingen niet, want ik kom doorgaans niet veel verder dan Nunspeet.

Ze had een pleeggezin gevonden, maar daar waren katten waar ze ruzie mee maakte, dus moest ze daar weg. Nu is De Man hier in huis niet onwijs fan van katten. Dat weet ik omdat ik al een paar jaar elke paar maanden toespelingen maak op zulks een huisdier, maar hij was niet te vermurwen, hoeveel plaatjes van schattige baby poezen ik ook stuurde. Maar nu bleek dat Josefien niet bij haar pleegmoeder kon blijven en dat kwam mijn Zuske met een desolate blik vertellen, terwijl zij een paar biertjes koud legde voor De Man. Zij zou naar het asiel moeten. Op veertienjarige leeftijd. En ze is al zo mager. Ja, een bedroevend beeld.

De Man is een lieverd en had bovendien helegaar geen zin in eindeloos gezeur van mij (en Zoon2, de grootste dierenvriend hier in huis) dus ging akkoord met de adoptie van Josefien. Zoon2 en ik togen opgewekt naar de winkel voor vlees en brokjes en snoepjes en de moeder van de vrind kwam het poezenkind brengen. Verheugd kweelde ik tegen haar dat ze reuze welkom was en dat ze een fijne oude dag zou hebben hier in het bos, met als bijkomend voordeel voor iedereen, dat ze muisjes kon vangen.

Ze heeft zes dagen achter de bank gezeten.

Daarna kwam ze tevoorschijn en tot mijn grote plezier werd ze met de dag vriendelijker. Er was een kopje, er waren wat spingeluiden en soms liep ze, overdag, zelfs dwars door de kamer.

Wij lieten in de nacht de deur naar de slaapkamer open, want mocht ze eenzaam, alleen, ellendig of verdrietig zijn, dan zou ze op bed kunnen springen voor de broodnodige fysieke aanraking. Dit geheel tegen de wens in van de helft van mijn huishouden.

Na verloop van tijd ging ze daadwerkelijk eten, en hoé. Inmiddels zitten we op tweemaal daags een zalm-gerecht, van het duurste merk. Iets anders blieft ze niet. Dat weet ik, omdat dan het meurende prakje blijft staan, nadat ze er een paar keer aan gelikt heeft,en met een blik, die in het midden hangt tussen teleurgesteld en hooghartig, in de plantenpot gaat zitten, waardoor er de hele tijd overal aarde ligt.

Inmiddels krijgt zij de spijzen die haar voorkeur hebben, maar de plantenpot is kennelijk nog steeds favoriet.

Ik kreeg de verzekering dat zij een buitenpoes was. Ze houdt erg van buiten, wat goed uitkomt hier op het landgoed, en zou verder, zoals een bejaard dametje betaamt, lekker op een warm plekje liggen en blij zijn met wat aandacht en peuzelarij.

Nou. Ze houdt inderdaad van elke drie minuten van binnen naar buiten lopen en andersom. Ze houdt inderdaad van warme plekjes. Bijvoorbeeld op de laptop als je net iets aan het schrijven bent. Of zoals vorige week, toen De Man een online les gaf en ze op het toetsenbord liep en er dertig Hoge School studenten opeens een zwart scherm hadden.

Ze zou niet heel erg knuffelig zijn, maar daar zou ik wel even verandering in brengen. Ik pak haar de hele tijd op, want ik geloof erin dat dat gewoon gewenning is. Dat heb ik bij de Zonen ook gedaan vanaf dat ze baby zijn. En ik heb hártstikke knuffelkinderen. Als ik dat wil.

Van de week had ze de kattenbak heel vies gemaakt. Ik ging een beetje over mijn nek, dat doe ik nogal snel, dus daar kijkt niemand van op, maar ik had wel het ding even buiten gezet om even te luchten. Was ik vergeten.

En toen stond er iemand hier in huis met zijn sokken in de poep die opeens bij de bank op het kleed lag. Ik wil niet zeggen wie het was, maar hij was niet blij. Ik ging het opruimen. Want dat had ik beloofd. 'Ja, we krijgen een poes in huis, maar IK ZAL ALLES DOEN, ECHT, NEE ECHT! BELOOFD!!!' Tot dusver was dat goed gegaan.

Maar poep uit een hoogpolig tapijt halen..... Twee keukenpapiertjes verder hing ik brakend boven de gootsteen. En werd het werk mij uit handen genomen. Ik kon er heus niks aan doen.

De volgende dag ging ik grondig stofzuigen. Omdat ik gewoon best wel huishoudelijk ben. En ik het vermoeden had dat er vlooien in huis waren, ook dat. Ik kwam bij onze voordeur en het matje dat daar ligt, vanwege omdat vooral Zoon2 nogal eens voetbalt in een modderpoel en hij daar zijn voeten kan vegen. En ik zag iets onwijs goors. Poep. Wederom. Ik walgde, zei niks, braakte niet, en rolde het ding op en kiepte het naar buiten. Vervolgens vroeg ik Zoon1 of hij misschien zo vriendelijk wilde zijn om de vuilniszak en 'oh ja dat oude matje' even naar de container te brengen. Opgelost. Niemand hoefde dat te weten.

Bij de dierenwinkel in Het Dorp vroeg ik naar anti-vlooienspul, waar nog wat verwarring ontstond omtrent mijn doel. Wilde ik gif op mijn huisdier spuiten, of alleen in mijn huis? Nou, beiden niet perse, maar aangezien ik niet moordlustig ben, ging ik toch voor het huis-gif. Het bleek een heel ingewikkelde spuitbus te zijn, dus voordat ik het vermeende veiligheidskapje eraf had, had ik mezelf al duchtig bespoten en bijna om zeep geholpen, als ik de winkelmeneer zou geloven. Ik waste maar gewoon goed mijn handen, zoals tegenwoorig sowieso, en sprayde daarna royaal in het rond, waar ik de verdere huisgenoten maar karig van op de hoogte bracht. Geen paniek zaaien denk ik altijd maar.

De deur zette ik open, waardoor de hele middag ons huis op een vrieskast leek, en ik maar raaskalde over een koude herfst.

Maar verder gaat het Josefien goed. Ze schreeuwt luidkeels om haar ontbijt, wat nu de taak is van Zoon2, als hij hier is. Dat vond ik opvoedkundig en zelfzuchtig een goed besluit. Vanaf klokslag drie uur in de middag begint zij om haar diner te schetteren, wat ze, naar gelang mijn humeur, ongeveer om vier uur krijgt en de rest van de dag ligt zij in de plant, op de vensterbank of draalt zij rond haar etensbak, hopend op een late dis.

Het geeft zoveel plezier he, een huisdier. Van de week was ze drie uur niet in huis. Ik maakte me grote zorgen. En daarna kwam ze gewoon aangewandeld en riep om eten. Wat dat betreft is het gewoon Zoon1, maar dan wat kleiner en met heel scherpe nageltjes.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten