dinsdag 25 januari 2022

Over een week krijgen we de sleutel. En wat er verder gebeurde.

Ach, er gebeurde weer zoveel. Een tijdje geleden begon ik een stukske waarin ik wilde schrijven over het piano optreden van Zoon1, wat tranentrekkend was. Letterlijk, ik zat naast Echtgenoot1 heel onopvallend mijn uitgelekte mascara weg te smeren. Wat hij als rechtgeaard Ex natuurlijk volledig negeerde. Ik denk dat hij, samen met een heleboel anderen al blij was dat ik niet wenend het podium oprende, maar voor de zekerheid werd ik genegeerd in mijn emotie. Terecht wel.

Zoon2 had vervolgens een scala aan schattigheden, want hij was toen nog maar elf en heeft nog een zacht gezichtje. Sinds kort is hij twaalf en vooralsnog merk ik weinig verschil. Ik weet dat dat ijdele hoop is, maar ik wentel me er nog even in. Het kan immers altijd erger dan geschreeuw en gescheld tegen de Xbox.

Dat stukske is verloren gegaan wegens mijn verregaande slechte omgang met mijn laptop, maar het geeft niet. Want er kwam zoveel meer nog.

Zoon1 heeft verkering. Van het serieuze soort op die leeftijd. Ik weet het zelf nog goed, want het is immers pas 26 jaar geleden dat ik dat ook had. En ook al herken ik het een en ander, die twee zijn toch anders. Ze zitten samen op de bank als een getrouwd stel, maar dan die van het leuke soort. Het soort dat ik ook ben. Het is vooral allemaal leuk voor mij, want ik heb eindelijk eens een meisje in huis. Ik praat met haar over kapsels en oorbellen en zo. En dat doe ik met de Vriendinnen ook, maar het is anders met een zestien-jarige. Ik hang natuurlijk met verve de leuke schoonmoeder uit en dat gaat me heel natuurlijk af. Vind ik zelf.

Wat betreft de Corona, wat een onvermijdelijk onderwerp is, ontsprongen wij de afgelopen twee jaar redelijk de dans. Buiten wat afgelaste bruiloften, saaie Koningsdagen en gemiste kroegbezoeken om, waren wij gezond en kwam ik maar tien kilo aan. Wat nog meevalt, gezien het aantal Thuisbezorgd-maaltijden en kommetjes wijn. Maar toch had het ons te pakken zeg. Wat betreft positieve testen is eigenlijk alleen Zoon1 de gedupeerde. Die testte deze week positief. Maar daar ging een lange tijd van toestanden aan vooraf. Dan weer waren zijn vrienden positief, dan weer de Schone Dochter, dan weer de halve school. Zoon2 test gestaag negatief, maar zit om de haverklap thuis vanwege zijn klasgenootjes of nu dan zijn broer. Zelf merkte ik het vooral aan mijn werk, aangezien dat achter de bar is. Behoeft geen uitleg. De Verkering werkt thuis, want werkt in het onderwijs en het is een wonder dat wij elkaar nog zo leuk vinden. Precies de helft van onze relatie hebben we ongeveer 24/7 samen doorgebracht in ons huisje in het bos. Dat kan niet anders dan goed zitten dunkt mij.

De Zonen kregen ook nog een broertje, aangezien Echtgenoot1 samen met zijn Vriendin twee pubers en een peuter nog niet genoeg vonden, en dat is een waarlijk snoezige baby. Toen hij uitgebreid naar mij lachte, was ik verrukt zeg, maar Zoon2 zei, na mijn loftuiging, dat hij dat naar iedereen doet. Dus dat was weer een illusie armer, maar ik ben blij dat het een opgewekte baby is, want dat lijkt me wel onontbeerlijk in zo'n gezin. Verder bedoel ik dit niet odieus. Alleen zeg ik het wat snaaks. Dat zijn mooie woorden voor mijn gevoel van jolijt voor hen, met een klein sprankje leedvermaak, wat je alleen kunt hebben als moeder van twee grote zelfstandige Zonen die kijkt naar een jong gezin dat tobberig bezig is met tandjes, de peuter-nee-fase en nul vrije tijd. Verder niks dan liefde hoor.

Voorts kwam het lang gevreesde, maar altijd verwachte bericht, dat ons Boshuisje tegen de vlakte gaat. Toen ik hier kwam wonen, bijna vijf jaar geleden, zou het maar een kleine twee jaar duren, dit woongenot. Dat we hier nu al zo lang zitten is een vloek, maar vooral een zegen geweest. Een zegen omdat het hier geweldig is. Met de hertjes in de tuin, het uitzicht op het bos, nauwelijks buren, naast de school van Zoon2, vijf minuten van mijn werk, Vriendin1 op twintig meter afstand, een vooroorlogs lage huur, Zuske en de Ouders op fietsafstand en het is de plek. De plek waar ik oprecht weer gelukkig werd. Mezelf werd, met een baan, een inkomen, een fijne plek voor de Zonen, de plek waar ik De Verkering uitnodigde op onze eerste date en waar we samen gingen wonen. Wat ik nooit gedacht had weer te gaan doen. Iedereen die hier komt vindt het fijn. Er komen ook heel veel mensen, want het is zo heerlijk hier. En we hebben altijd een volle koelkast. En het is een vloek, want waar gaan we ooit weer zoiets vinden. Niks zal vergelijkbaar zijn met dit huisje. Het huisje zonder trappen, het huisje zonder kosten, het huisje waar je niet je voeten hoeft te vegen, want de vloerbedekking was in 2003 al afgeschreven volgens de normen van het normale. Het huisje zonder voordeur, de zijdeur staat altijd open, het huisje waar iedereen gewoon binnenloopt. Het huisje in het bos.

Nou, dan moet je net De Verkering hebben. Die komt namelijk uit Noord-Holland Noord, en is daarbij de rationele persoon in onze relatie, en kocht voor ons een huis. Want waar ik altijd gewoon graag doe of er niks aan de hand is, en het lot zo'n beetje mijn leven laat bepalen, (met wisselend resultaat) zag hij zijn geest al dwalen en bedacht dat er waarschijnlijk niƩt een elfje zou komen aanvliegen die ons een nieuw boshuisje zou aanbieden voor weinig. (Ik bladerde in mijn sprookjesboek en achtte die kans nog best aanwezig).

En dus gaan we verhuizen. Wonen in De Stad alhier, is onmogelijk, want veel te duur, zelfs in de wijken waar ik nooit zou willen wonen. Het Dorp is al helemaal niet te doen, Het Naburige Dorp ook niet, want alles hier is gewoon groot, duur, en anders groter en duurder. Dus we gaan naar Het Noorden. Schagen. De Verkering heeft dit plan al ongeveer een jaar in mijn oren gefluisterd. Zachtjes laten inweken, ingemasseerd en opgebouwd. Tot ik niet anders kon dan toegeven dat het het enige juiste plan was. Het is waar hij vandaan komt. Er zijn huizen te vinden voor prijzen waar we hier ongeveer een schuurtje kunnen pachten voor een jaar.

En we zijn gaan kijken. Naar de stad er dichtbij, naar de dorpen eromheen. Ik vond overal wat van, maar ik wende ook aan het idee. We bekeken een hoop huizen, deden een heel aantal biedingen, maar werden voortdurend overboden, met bedragen waar we rustig een klein stalletje in Bloemendaal van hadden kunnen kopen.

En toen was er toch eentje. Een huis waarvan ik oprecht dacht, dat het goed voelde. Ik zag al mijn krukjes en kastjes daar wel staan en het is een zoete straat in een nette buurt, vlakbij een station, vlakbij het centrum, en er is een Hema. De Verkering maakte de hypotheek rond, ik begon zo zoetjesaan na te denken over behangetjes en een nieuwe bank. Zoon1 is enthousiast, Zoon2 moet nog erg wennen, maar dat komt wel goed.

Over een week krijgen we de sleutel.

Ik denk dat er nog wel wat uitgesmeerde mascara zal volgen. Als het maar niet in mijn kommetje lekt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten