Natuurlijk weet ik precies welke wijn het lekkerste is, welk voorgerecht een groot succes en was alle bediening de liefste.
Tijdig togen wij huiswaarts omdat Zoon1 nog voetbal wilde kijken, en nadat het andere kind te bedde lag, zetten wij ons neer in onze bostuin, kwam De Man ook weer thuis en maakten wij een vuurtje aan en nog wat fleskes open. Kortom, een bijzonder mooie lente avond. De volgende morgen was wat minder fris, maar daar wisten wij wel raad op hoor. Na zeven koffie en wat herstelwerkzaamheden aan gezicht, kapsel en algemeen welbevinden.
'Een fietstocht! WIJ GAAN EEN FIETSTOCHT MAKEN!' Zo riep ik, en pakte heel moederlijk flesjes water in en smeerde zo wat met zonnebrand over de kindergezichtjes. Zoon2 nam Vriend2 mee, en Zoon1 besloot thuis te blijven. Want de puber ligt op een zonovergoten dag liever de hele dag in bed met zijn telefoon, zo ben ik inmiddels gewend, en heb ik besloten te accepteren.
'Misschien ga ik nog wat met mijn vrienden doen' zo mompelde het kind.
'Als je weggaat, doe dan de deur dicht alstublieft' deed ik vriendelijk maar beslist.
Aangezien de vorige keer dat zulks aan de hand was, nog net niet ons hele huis was leeggegeten door de plaatselijke hertjes en aanverwante bosbewoners, omdat de deur wagenwijd had opengestaan, toen de Zoon was vertrokken terwijl wij niet thuis waren. Urenlang.
En zo pakten wij de fiets en togen duin-waarts. Terwijl ik het na 300 meter al bloedheet had, de man opeens de weg wist in het voor hem vrij onbekende westerse duinlandschap en de jongens duizelingwekkend hard van de heuvels fietsten, besefte ik het me.
Ik ben mijn ouders.
'Godnondenju', zo bulderde ik tegen de oase van rust om mij heen.
Toen ik even later moest afstappen vanwege een
'Jezus, moooeedeeer' waren Zuske en ik dan onverbiddelijk en wij lachten haar uit.
En nu overkwam mij hetzelfde.
De Man rolde met zijn ogen, en ik zag verwarring. Hij kent mij als een onuitputtelijke doorzetter, als het gaat om lange nachten, jolijt en pleizier, ik sta op na zeer korte nachten en als het moet kan ik best wel heel zware boodschappen tassen tillen. Maar nu bleek ik broos, gebrekkig en bijzonder onbezield.
Zwetend en aan flesjes water lurkend sleepte ik me achter de mannen aan. Desalniettemin genoot ik van de tocht. Ja, ik zweette me ongans. Ja, ik moest bij elke helling afstappen, maar ik moest ook een paar keer even aan de kant gaan staan omdat ik zo hard moest lachen. Om de andere fietsers en wandelaars. Mensen met helmen op, mensen met fietspakjes aan, fietsschoenen, rugzakken, bidons en bananen in hun buideltas en een keer een mevrouw waarvan zelfs Zoon2 opkeek en zei: 'HHAHAHAHAH mamma, zag je dat?' Het had iets te maken met een zekere leeftijd en een outfit slechts geschikt voor iemand van minstens 50 jaar jonger.
Een zondagmiddag, en wat je allemaal niet tegenkomt... Het is hilarisch.
Zelf knapte ik zeer op, toen wij na een kilometer of tien bij een terras aankwamen.
Er was een koud biertje, er waren lekkere broodjes en De Man maakte veel grappen, dus ik lachte maar weer eens heel hard. Zoon2 nam als lunch zijn laatst ontdekte favoriet: Garnalenkroketten. Ze mochten cola drinken en wij mochten nog een biertje. De kindjes hadden nog genoeg energie om te voetballen en het eten was uitstekend en niet te duur. Kortom, een zeer fijne tussenstop.
Op de terugweg haalden we nog een ijsje en omdat we via een andere route terugreden en ik mijn veerkracht weer had hervonden, was dit zeer ontspannen en sneller dan gedacht waren we weer thuis. Waar de jongens wederom aan het voetballen sloegen.
Wij zetten ons maar weer eens aan de tafel in de tuin neer. Ik bekeek mijn bruin geworden armen, besprak met De Man mijn sportieve inslag op de terugweg, keek eens op Facebook, en we dachten net voorzichtig aan de zondagmiddagborrel, toen wij wat geruis hoorden.
Het bleek Zoon1. Knipperend met zijn ogen tegen het voor hem volledig onverwachte zonlicht, kwam hij, gekleed in lange broek en trui alsof het hartje winter was, naar buiten gesloft.
Was beetje vergeten dat hij er ook nog was. Eerlijk.
'Zoon1!!' Riep ik oprecht verrast uit.
'Ja wat? Schreeuw niet zo. Wat gaan we eten?' Zo was hij liefdevol en blij dat we terug waren.
En dat was ook nog een puntje.
Want op de terugweg had ik een gesprekje met Zoon2. Hij kwam zo eens naast mij fietsen, en sprak de historische woorden:
'Ik heb vanmorgen besloten dat ik vegetarisch word.'
'Ooohh?' Was ik oprecht verbaasd.
En toen kwam zijn verhaal. Die ochtend had hij een heel naar filmpje gezien, van een ezeltje dat helemaal geen eten en drinken kreeg en heel hard moest werken.
En aangezien hij dierenarts wil worden -'Ik ben heel goed met dieren mamma, dat weet iedereen'- had hij dus zijn besluit genomen.
'Okee liefje, dat is hartstikke goed natuurlijk. Maar je weet dat wij geen ezeltjes eten?' Vroeg ik maar even voor de zekerheid.
Ja nee, dat wist hij natuurlijk al wel, maar dat had er dan weer niks mee te maken.(?)
Hij begon een hele verhandeling over dat hij dan geen dieren meer zou eten. En als er dan een keer gehaktbrood was, of er kwam een sateetje voorbij, nu ja, dan zou hij alles nog eens heroverwegen, maar in principe, neen, geen vlees meer.
Over het sateetje heb ik nog even heel hard gegrinnikt, zonder dat hij het doorhad, maar verder was ik best heel pedagogisch vond ik. Ik prees hem over zijn idee, zijn dierenliefde en ik beloofde hem het goede nieuws te vertellen aan zijn vader en mijn best te doen om lekker voor hem te koken, zonder vlees.
Hij zei wel nog even, dat hij voortaan zijn garnalenkroketten dan zonder vlees zou bestellen. Toen kon ik het niet langer inhouden he, en bolderde werkelijk zo hard, dat alle omringende dorpen het wel hoorden denk ik.
De Man moest uitleggen aan het geschokte kind, van het gebrek aan vlees in een garnaal.
Zoon1 was, zoals ik had verwacht, bijzonder sceptisch over deze gang van zaken. Nu kan zijn broertje al niet veel goeds doen, maar hem zijn vlees ontzeggen, dat is toch wel het uiterste. Zondag aten wij pasta met garnalen. Dat was naar ieders zin.
Maandag en dinsdag waren ze bij hun vader, dus heb ik weinig tot geen inzicht in hetgeen in de pannen ligt, maar vandaag kwam Zoon1 thuis en toen ik mededeelde dat we spaghetti met rode saus gingen eten, zag ik het kind bleek worden.
'Mamma. Zit er soja gehakt of zoiets ranzigs in de saus?' Was hij werkelijk een beetje huilerig.
Ik ging naar hem toe en zei: 'Zoon. Wat denk je nou? Ken je me niet? Natuurlijk niet. Gewoon gehakt, en voor Zoon2 maak ik een sausje zonder vlees.'
De opluchting en dankbaarheid op zijn gezicht.
Gewoonweg ontroerend.
Ik dacht aan mijn Zuske, die ooit ook een keer vegetarisch was. Totdat ze ontdekte dat ze dan geen gehaktballen meer kon eten, zoals onze moeder ze maakt.
Ach, het zal wel weer een fase zijn. Zolang er zomeravonden zijn, kan ik het best hebben allemaal.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten