maandag 10 maart 2014

Zutphen, de receptiemeneer en bijna in Berlijn.

Zuske en ik hadden een uitje. Wij waren in het bezit van een bon om gratiesj in een hotel te kunnen overnachten, ooooveral in Nederland, en wij kozen voor Zutphen. Omdat er nergens anders meer plek was. Haha. Hahahhaa.
Maar neen, natuurlijk ook omdat het een prachtige Hanzestad is en alles. Toevallig wist ik uit betrouwbare bron dat er, in tegenstelling tot een paar jaar geleden, een Hennes zou zijn. Nu, dan durf ik wel. Een mens wil toch iets vertrouwds zien, immers.

Zuske en ik waren beiden wat haastig, zaterdag ochtend, dus we hadden allebei gewoon een stuk of wat outfits in een tas geslingerd, alsmede de belangrijkste zaken voor een nachtje weg, zoals mascara en sigaretten.
En gingen naar de trein. Als ik met Zuske weg ga ergens heen, vertrouw ik altijd op háár organisatievermogen en denk vervolgens nergens aan. Laat me een trein inslepen, stap uit wanneer zij dat zegt en ik koop gewoon koffie, meer niet.

Het bleek een beste reis zeg. Compleet met een uur reizen in een Duitse trein, met allemaal vakantiegangerts erin.
Wij aten een broodje, wij kletsten nogal luid over dagcréme, camping-kantines en slechte films, en hielden totaal niet de tijd in de gaten. Zodat we ineens stil stonden in Apeldoorn, al geruime tijd. En daar moesten we er eigenlijk uit.

'RAAHHH' deed Zuske helemaal niet hard.
'WAAAAAAT?' Krijste ik in haar gezicht.
'WE MOETEN ERUIIIIIT' 'ANDERS ZITTEN WE STRAKS IN BERLIJN!'bleek het geval.
'MOEHAHAHHAHAHAHAHAHAHHAHAHAHAHA' deden wij eerst, waarna we omslachtig al onze tassen, jassen, zooi en pakjes drinken bij elkaar graaiden en met veel kabaal de trein verlieten.
Nadat we een kwartiertje nogal hard lachten op het station, stapten we verder nogal kalm de trein naar Zutphen in.

Deden een half uur over de 'slechts 500 meter lopen' naar het hotel en checkten onszelf in.

Een fraai hotel. Een prima kamer. Een nogal groot bed en een vrindelijke welkomstboodschap op de televee in de kamer.
En zo togen wij de stad in. Kochten voor zeer weinig geld een aantal truitjes, namen onszelf een fruitsapje, keurden de Hennes af, pasten langdurig zonnebrillen en eind van de middag zetten wij ons op het mooie terras van het hotel. Waar wij, naar bleek later, schandelijk dure wijn dronken. Maar hee, we zaten in de zon. We converseerden aangenaam met elkander en waren in ons nopjes.
Nadat we ons gefatsoeneerd hadden, zochten we begin van de avond een etablissement op om wat te eten. Dat lukte wonderwel, waarna we nog even een stadswandeling van een kilometertje of tien deden om een pin-machine te zoeken. Het eten was desalniettemin daarna uitstekend, het bedieningsmeisje meer dan aardig en wij sloten nog vriendschap met een groepje oude dames aan de tafel naast ons.

Na de koffie zochten wij een uitspanning om eens duchtig wat biertjes te drinken. Vonden een alleraardigste kroeg-achtige, waar wij ons aan de bar zetten. De barmeneer hield nogal van zijn bierglas-gooi-draai-kunsten en daar waren wij totaal niet van onder de indruk zeg. Hij had een fraaie baard, maar een akelige lok voor zijn ogen en nadat ik hem gnuifend een paar keer had gepersifleerd tegen Zuske, was voor hem de lol er aardig af, zeg maar. Wij besloten tot een vertrek en togen naar een kroeg waar wij, zo was ons verteld, konden gaan dansen.
Wij stapten binnen. En zagen zo'n 40 mannen. En geeneen vrouw.
Gejoel was ons deel.
Schichtig zetten wij ons ook daar aan de bar, waar wij hoorden dat het een vrijgezellenfeest betrof, die zo zouden vertrekken, maar dat het 'straks wel anders zou worden'. Nu zijn wij best goed van vertrouwen, in de medemens uit het Oost'n, dus wij namen maar nog eens een bier en verbaasden ons over het een en ander.
Na uren was het nog steeds nogal stillekes, en wij besloten tot een bezoek aan het rookgedeelte.
Wij kwamen terug. EN DE HELE TENT STOND STAMPENSVOL. Opeens. Zomaar uit het niets!

Een dansje deden we. Raakten onze jassen kwijt. Moesten muntjes kopen. Kregen een smerig drankje en een lellijke stempel en net toen we dachten, dat het toch waarlijk een feestelijke avond was, moesten we halsoverkop de tent uit. Ging sluiten. Terwijl het nét éindelijk druk was. Raaarr.
Kregen bijna onze jas niet terug. Maakten daar een beetje amok over. Kregen toch onze jassen terug. En liepen terug naar het hotel.

'Halloooooo' kweelden wij tegen de receptie-meneer. 'Doet u ons nog even een wijntje, gaerne?' Lachten wij hard en onbehoorlijk.

'Maar natuurlijk dames, droge witte?' Was het antwoord.
Stomverbaasd over zoveel aardigheid en begrip, sloten wij de man in ons hart.
Schreven een uitmuntende evaluatie over hem, gingen slapen, en werden wakker ná het ontbijt.

En eind van de middag waren we, na een nogal brakke en toch luidruchtige reis, weer in Haarlem.
Gisteren ging ik vroeg naar bed.
En droomde over bierglasdraaiende meneren, de bijna-reis-naar Berlijn en Zussen-Uitstapjes. Immer een feest.






Geen opmerkingen:

Een reactie posten