zaterdag 28 december 2013

Charlie en Wolfgang

Toen wij hier ruim twee jaar geleden kwamen wonen, in Het Dorp, was ik vol goede verwachtingen. Hallo, Bloémendaal. Nette mensen, leuke huizen, nogal veel The North Face jassen helaas, maar gelukkig ook veel wijn dacht ik zo. Bleek veel van te kloppen natuurlijk. Wist ik wel.

Nu woon ik niet in een van de villa's waar dit Dorp nogal in grossiert, maar in een nogal normaal wijkje, eigenlijk het énige normale wijkje in gans Bloemendaal.

Ze doen hier niet aan straten, maar alleen maar in Lanen en alles. Wij wonen ook niet in een ordinaire straat, neen, in twee Namen. Heel boeiend en grondsoort-esque en natuurlijk en alles. Dat klinkt meteen al leuk he.

Op dag twee hier, ontmoette ik meteen de Dorpsgek. Die heb je overal wel natuurlijk, maar bij ons woont hij ook echt tegenover ons. Met zijn vrouw, die ook niet bepaald het toonbeeld van intelligentie en klasse is. Dat klinkt natuurlijk allemaal niet zo aardig, maar het is wel waar. Nu ben ik zelf ook niet bepaald het toonbeeld van enig degelijk fatsoen, mag ik toch hopen, maar zij gaat wel een stapje verder hoor.

De eerste tijd negeerde ik de overburen compleet. Ze wonen, heel Bloemendaal-achtig ook méters van ons vandaan hoor, maar kom ze toch steeds tegen. Ik hou ergens wel van een beetje rare mensen, maar ergens ook weer niet, té raar vind ik griezelig.
En zo zei ik tegen de Zonen, dat ze eigenlijk maar beter niet met ze moesten praten.
'Kinderen, praat maar niet met die mensen weet je wel, die ene. Als ik er niet bij ben.'

Zoon1: 'Die gekke mensen?'
Zoon2: 'Welke gekke mensen?'
Ik: 'Neenee, niet gékke mensen. Dat mag je niet zeggen.'
(...)
Ik: 'Maar ja. Die ja.'

Enige tijd later liep ik zo eens rond, op zoek naar Zoon2, die in de buurt aan het kijken was of Vriend1 misschien in de speeltuin was, en kwam het schrikbarende beeld tegen, van Zoon2, HAND IN HAND, met Gekke Overbuurman1.
'Raaahhh, Zoon2, kom maar hiiiiieeer liefje!' Deed ik zo'n beetje gillend maar verder heel kalm.

Nu wil het feit, dat zij-van-de-overkant een kat hebben, die Charlie heet. En die laten ze 28 keer per dag uit, wat inhoudt dat ze het beest loslaten en er zelf zo'n beetje achteraan sloffen, voortdurend zijn naam roepend. Hij schijnt ook een koninklijke onderscheiding te hebben, Charlie, en met het hiernamaals te kunnen overleggen. Allemaal heel boeiend.

Vaak sta ik op mijn balkonneke te roken denken, en dan komen ze weer voorbij met de uitlaatservice en tegenwoordig roep ik dan van 'halloooo' want ik ben inmiddels de humor er van gaan in zien, en dan krijg ik regelmatig een heel verhaal, over diverse onbegrijpelijke dingen des levens, waar ik dan zo'n beetje op reageer. Ik vind de man ook een beetje zielig, en best wel sympathiek ergens. De vrouw kan ik niet uitstaan. Zij heeft heel vies haar, een afgrijselijke kledingsmaak en ze is bovendien buitengewoon RAAR. En niet op een leuke manier. Ik zie haar ook elke ochtend, om 07.45 érgens vandaan komen fietsen. Wáár kom je vandaan op dat tijdstip? Als je niet nachtverzorgende bent of iets. En dat is zij zeker niet. Dat intrigeert mij dan he. Maar ook weer niet dat ik het haar vraag, want ik praat liever niet met haar. Lastige kwestie.

Hoe dan ook, ging ik vanmiddag met de jongens boodschappen doen. Wij waren zo doende met de fietsen en alles in onze voortuin, toen zij-van-de-overkant weer aan kwamen wandelen. Echter, riepen zij niet:'Charliiieeee' maar: 'Wolfgaaaaaang!'

'Euh?' Dacht ik.

Dus, geheel tegen mijn principe in, ging ik het gesprek aan zeg.

'Hela. Hebben jelui een nieuwe kat?' Deed ik enorm geïnteresseerd.
En daarna dacht ik; oeiiiiii. Want ze stopten met de wandeling en kwamen zo heel olijk onze tuin binnen. Ik zag Zoon1 al kijken. Die weet meestal wel wanneer zijn moeder iets doms van plan is, maar kon het dit keer niet meer voorkomen.

'Ja nee, wij hebben áltijd al twee katten.' Hoorde ik.

'Oh. Ik dacht alleen Charlie.' Zei ik alweer een beetje minder enthousiast.

En wat bleek zeg. Ze hebben al heeeeeel lang (twee dagen) een andere kat. Die kwam aanlopen. En Wolfgang heet. Dat had hij namelijk even verduidelijkt. De kat.

'Ach. Wat énig.' Fietste ik snel weg, onderwijl nog even Zoon2 achterop hijsend en Zoon1 toesprekend dat hij dit keer even niet van zijn fiets moest vallen.

En zo dacht ik later, dat het toch geen wonder is, al die vermiste katten in de buurt.

Maar zolang Zoon2 inmiddels heel goed weet wat ik bedoel, als wij ons wekelijkse vraaggesprek voeren;

Ik: Kind, je mag wel naar buiten, maar je mag noooooit met andere mensen mee gaan he!
Zoon2: Nooit?
Ik: Alleen met Zuske, opa en oma, Vriendin2 en Buurman1 en de oma van Vriend1.
Zoon2: Ok.
Ik: En als iemand zegt: Hela kindje, ik heb baby honden en snoep en roze prinsessenjurken in mijn huis, kom je mee?
Zoon2: Jeeeejj!
Ik: NEEEEEE DUS!
Zoon2: Weeehhhh.
Ik: Ok. Sorry. Maar nee.
Zoon2: Ok.
Ik: Je weet wat ik bedoel?
Zoon2: Niet met die mensen praten die jij niet leuk vindt, met poes Charlie.
Ik: HEEL GOED. KNAPPE JONGEN.
Zoon2: Doei. Gekke lieve mamma.
Ik: Weehhhh.

Maar nou ja, zoals mijn moeder zou zeggen: de grootste gek is ongevaarlijk.

Ik ga Wolfgang in elk geval een beetje in de gaten houden. Arm beest. Die komt natuurlijk éigenlijk uit een villa.














2 opmerkingen:

  1. :-) wat jammer dat jou overbuurvrouw geen blogje heeft! Dank voor een jaar genieten van je blogjes, en alle goeds voor 2014 voor jou en je mannen!

    BeantwoordenVerwijderen