donderdag 4 april 2019

Hoe haal ik het ook in mijn hoofd. Maar, blijven lachen.

Vandaag was Zoon2 boos op mij. Het was me tot het eind toe niet geheel duidelijk waar zijn onvrede vandaan kwam, hoewel ik toch echt mijn best deed.
Eerst dacht ik dat het was, dat hij mij vertelde dat hij morgen weer naar de Schooltuin ging, en dat hij dus, nog steeds, geen eigen schepje heeft. Omdat ik dat niet geregeld heb. Ook al weet ik nauwelijks van het bestaan van de tuin af. Voordat ik er ook maar een woord over kon zeggen, ter eigen verdediging natuurlijk, ontdekte hij helemaal zelf dat hij het mij ook niet verteld had. En dat ik er dus niks aan kon doen.
Vol verbazing, maar met genoegen, at ik verder van mijn nasi. De deugdelijke dis van hedenavond.

Vlak daarna stond hij onder de douche. Mokkend, met zijn ruggetje naar me toe. Zonder om te kijken pakte hij zijn tandenborstel aan. Ik zag de schoudertjes, de billetjes, en de kleine beentjes vol met blauwe plekken van al het voetballen. En ik keek ernaar.
Nog steeds compleet in het ongewisse, over wat hem toch zo boos maakte op mij.
Ik maakte een paar flauwe grappen inzake poep, plas, zijn vader en zijn broer, en er kon wat licht gegrinnik vanaf (hij is negen he) en net toen ik dacht dat het leed alweer voorbij was, zei hij: 'Wat denk je hier nu eigenlijk mee te bereiken, mamma?'

Normaal gesproken bulder ik dan van het lachen, als een deel van mijn nageslacht zo uit de hoek komt. Maar ik was stomverbaasd zeg.
'Huh?' Deed ik heel intelligent.

'Ja mamma, ik vind jou gewoon nu stom, dat kan toch zeker gewoon?'
Ik kon niet anders dan hem gelijk geven. Natuurlijk kan dat. Hoewel ik die mening liever naar iemand anders gericht zie, dan naar mij, zijn liefhebbende moeder. Bijvoorbeeld gewoon naar mijn mais-plukkende buurman, of de ronduit onsympathieke kerel die het voetbalteam van Purmerend coacht.
Ik vind ook zo vaak wat stom. Kind van zijn moeder.

Sterker nog, ik kan hele lijsten aanleggen van dingen waar ik minder aardigheid in heb. Dingen die ik ronduit kolderiek vind. Of waar ik met mijn ogen van rol.

Soms vertel ik die dingen aan mensen. Soms lach ik er met Collega's of met Zoon1 over, heel vaak met het Zuske en de Vriendinnen, natuurlijk met De Verkering en af en toe met toevallige voorbijgangers.

Het is misschien zelfs wel eens zo dat ik er wat over schrijf.

Mogelijkerwijs vorige week.

En somtijds heb ik, mogelijkerwijs, incidenteel, wel eens niet helemaal gelijk.
Zo nu en dan, overdrijf ik een weinig.
Zijn dingen helemaal niet zo stom. En was het ook een beetje onvriendelijk wat ik schreef.

Zo betichtte ik een aantal mensen van een landerig, misschien zelfs verveeld, bestaan. En ik ken ze niet eens. En zijn ze ook verder gewoon hartstikke aardig. Elke dag.
Het kan zo zijn, dat een, of enkele, inwoners van Het Dorp zich aangesproken voelden, en dat helegaar niet leuk vonden.
Nu kon wat ik schreef, van toepassing zijn geweest op elke gast in elk etablissement, in elk dorp. Maar we wonen hier in Het Dorp, en ik nu eenmaal ook.

Nu wil ik alleen maar even zeggen, sorry hoor. En dat aankomende week, elke verveelde huismoeder lieve dame die zich niet juist bejegend voelde, bij mij aan de bar een chocoladetruffel mag komen halen. Voor bij de cappuccino.
Om het goed te maken. Een vredesduif, een handreiking. Het codewoord is: blijvenlachen.

Maar, dan niet naast de haard gaan zitten. En dan klagen dat het te warm is. Joe!

Oh. En Zoon2 en ik hebben het weer goedgemaakt hoor. Het bleek dat ik hem een kusje had gegeven. En dat bliefte hij niet. Hoe haal ik het ook in mijn hoofd.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten