zondag 23 februari 2014

Proost op het leven en de dood.

Het was bijkans leven en dood vandaag zeg hee. Ja, het is niet dat we op een gewone zondag niks meemaken hoor.

Allereerst waren Echtgenoot en ik vanmorgen een beetje dood. Vanwege omdat we gisteren ons de wijn nogal lieten smaken. Dat kan zo wel eens gebeuren natuurlijk. Wij gingen daar heel volwassen mee om en stonden op uit ons sterfbed om de Zonen maar gewoon wat ontbijt te doen toekomen. Zo zijn we dan ook wel weer.

Echtgenoot probeerde zijn lichaam weer levend te krijgen door te gaan sporten, en ik ging zowat dood alleen al bij de gedachte daaraan, en dronk daarom maar gewoon koffie en liet de hond uit. Is ook beweging en alles.

Zoon1 keek naar ijshockey en Zoon2 fietste buiten rond met zijn Vriend1 en ik deed zo'n beetje halfslachtige pogingen om bedden te verschonen. Ben er halverwege maar mee opgehouden. Een mens moet de zondagsrust serieus nemen, bedacht ik me.

In de middag hadden wij plannen. Wij gingen namelijk op bezoek bij mijn Favo Ex, die met zijn vrouw een baby heeft gekregen. Ik was een beetje laat met het bezoek, want het kindeke is reeds wéken geleden geboren, maar Favo Ex en ik hebben een manier van communiceren waar weken overheen gaan voor er daadwerkelijk dingen gebeuren en gepland worden. Dat is zeg maar ook een van de honderd redenen waarom wij niét samen zijn gaan huwen en baren. haha.Hahaha.Hahahahaha
Maar ik verheugde me enorm en het was ook érg leuk. Zijn vrouw zag er alweer stralend uit, er waren voor de Zonen zalige koekjes, en het kiiiiindeke. Och het kindeke. Zo lief en nieuw en vers en prachtig en zoet met een klein mondje en mooie grote ogen. Bijna had ik hem stiekem in mijn tas gestopt. Maar dacht niet dat dat de vriendschap ten goede zou komen op zich. En hij had ook net enorm gepoept trouwens.

Toen wij weer weggingen praatte ik zo met de Zonen en Echtgenoot over hoe leuk het was, en ach, wat een lief baby'tje en alles, en wij fietsten door Haarlem Noord over een idyllisch paadje, met de zon in ons rug en ik dacht, wat een fijne dag, én het is bijna borreltijd.

Maar toen.

Zag ik in een ooghoek, het wapperende riempje van mijn achterzitje op de fiets, en het stuur van de fiets van Zoon1, die elkaar ontmoetten. Ik gilde heel hard, en hoorde een KLAP van jewelste achter me. Ik sprong van fiets, gooide die in de heg en keek achterom, waar ik Zoon1 krijsend zag staan, handjes voor zijn gezicht en zijn fiets op de grond. Bloed sijpelde heel dramatisch door zijn vingers, op de grond, op zijn jas, en hij brulde écht heel hard. Ik werd een beetje doof, zeg maar. Toen ik hem tegen me aan drukte. 'Sssst stil maar jongen' suste ik. En tegelijkertijd: 'ECHTGENOOOOOOT, KOM HIERRRRR, HET GAAT NIET GOOOOOOOOOEEDDD' krijste ik niet zo heel beheerst in de einder, waar de man met Zoon2 fietste.

Mensen stopten, mensen keken, ik diepte een viezig servetje op uit mijn jaszak en een toevallig aanwezig flesje water uit mijn tas, en begon te redderen. 'Mijn tand, mijn tand' kermde het kind. En ja hoor, een tand lag op apegapen in het mondje. Ik trok hem er zo uit zeg. Tot afgrijzen van Zoon1. Maar hee, wat moet je anders.

Tot ons pleizier, ondanks alles, was het een melktand. 'MAAR HIJ ZAT NOG NIET LOS!' Was Zoon1 zéér ontsteld.

'Mijn tanden gaan er ook wel eens uit hoor' deed Zoon2 ondertussen heel meelevend tegen zijn broer.

Toen was er een meneer die het opwekkende bericht bracht dat hij het zág gebeuren. Dat het er héél akelig uit zag. En dat wij zéker naar het ziekenhuis moesten. Want misschien was er wat met zijn káák
'Ohw' keken Echtgenoot en ik elkaar aan en begonnen paniekerig naar telefoons te zoeken.

Kijk, normaal schrikken wij niet meer zo van vallen en bloed en dinges, maar als iemand die wij niet kennen ineen kennis van zaken lijkt te hebben....gaan we natuurlijk meteen in de schrikachtige modus. Zo gaan die dingen.
Hup, belden wij de huisartsenpost. Ja, wij moesten inderdaad maar even langskomen.
Aldus fietste Echtgenoot rap naar huis, met de fiets van de onfortuinlijke Zoon aan zijn hand, om de scooter te halen om daarmee heel ambulance-esque naar het ziekenhuis te gaan. Zoon2 vond heel monter dat het allemaal maar 'echt heel zielig voor zijn lieve broer was', de lieve broer liep snikkend en bloedend naast me en ik keek zo eens naar het geschaafde gezichtje en de dikke lip en schudde een beetje mijn hoofd. Ik wist ook niet iets anders te doen.

De man pikte het kind onderweg op, Zoon2 en ik gingen naar huis, waar Zoon2 direct zijn eerste prioriteit weer oppakte: buitenspelen. En ik schonk mij een rustgevende wijn in.

Zoon1 en Echtgenoot kwamen thuis. Alles ok. Behalve natuurlijk een kapotte broek, een missende tand, een gehavend gelaat en een gedeukt ego voor het kind. 'Waarom val ik ALTIJD?' Weende hij. Ik had er geen antwoord op.

En zo was er nieuw leven, bijna dood en een bijna dood-ervaring en nu kom ik zélf net ook weer tot leven. Het is immers bijna 22.00 uur. Dan knap ik altijd enorm op. En feitelijk is het niet zondag- maar zaterdagavond. Want de hele boel heeft vakantie. Proost hoor. Op het leven he.



3 opmerkingen:

  1. Yeah! Een kristelblogje op de maandagochtend. Love it! En never ever geloof dat een vreemde jouw kind beter kent dan jij zeg, zeker niet als het op bloed, geschreeuw en weet ik het wat aankomt. Oeh zeg, had je een eeuwigheid op de huisartsenpost gescheeld,. (Sprak de moeder die twee keer niet met haar bloedje naar de huisartsenpost ging terwijl het achteraf om een breuk ging,.. :-0. )

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Hahah Leonieke. Goed om te horen! En oeii...breuken hebben wij nog tegoed denk ik.

    BeantwoordenVerwijderen