vrijdag 15 april 2022

Hoe gaat het? Goooooooeed! In De Polder.

'Hoe iiiiis het? Hoe bevaaaalt het? Hoe gaaaat het daar? ' Vliegt mij om de oren deze weken. Sinds we in De Polder wonen.
De antwoorden daarop, mijnerzijds, zijn tot dusver ongeveer hetzelfde, de afgelopen zes weken. 'Het is leuk, het huis is fijn, ik weet een beetje de weg, nee ik ken de buren nog niet echt, ja ik mis mijn vriendinnen, ja ik mis mijn werk, ja ik mis heel erg de kinderen, nee ik mis niet eens echt mijn oude lieve boshuisje, geen idee wat mijn nieuwe postcode is en ja, we zijn redelijk uitgepakt en ingeburgerd.'

We zitten hier dus nu. De verhuizing was er een uit de boekjes. Niet de meeste boekjes hoor, en ik kan het weten, maar eentje zoals in de boekjes staat van normale mensen die met een verhuiswagen van het ene dorp naar de andere stad gaan en dan zonder al teveel gedoe gewoon overgaan. Een bijzonder soepele verhuizing was het. Met sterke mannen en helemaal geen schade en alles binnen 1 dag. Natuurlijk schonk ik koffie voor de mannen, serveerde broodjes kroket en deed in overmoedige en misschien overvriendelijke bui uitspraken als: neeeee, er hoeft bijna niks naar de zolder qua kasten of zo... Terwijl natuurlijk bleek dat er best wel wat veel zware dingen twee trappen op moesten, toen we eenmaal ter plekke waren. Maar daar deed niemand zichtbaar moeilijk over. Heel professioneel allemaal. (Terwijl ik in hoekje van de tuin staande, De Man die kwestie liet oplossen.)

Ergens in de middag stond eigenlijk alles waar het moest staan, qua grote dingen. Daarna begon het Grote Uitpakken. Wat aanzienlijk sneller ging dan gedacht, en toen de volgende dag Zoon1 op de stoep stond, Zoon2 had al een nachtje in zijn nieuwe kamer doorgebracht, kwam het kind in een bijkans gespreid bedje terecht, tot ieders verbazing en anders wel de mijne.

Inmiddels zijn we een paar weken verder en is er bijna sprake van een geregeld bestaan in onze Zonnige Tussenwoning.
Sinds ik de eerste keer 48 minuten deed over het fietsafstandje van 5 minuten naar de buurtsuper, fiets ik er dagelijks heen, wel steeds via een andere route, maar volgens de Man is dat alleen maar goed voor mijn niet bestaande richtingsgevoel. Dat daar om de haverklap mijn lievelingswijn in de aanbieding is, vanaf de eerste dag al, wat ik als een teken van boven zag natuurlijk (als ex-Non-Huis-Bewoner) is een redelijke vergoeding voor het feit dat ze daar niet aan zelf-scannen doen. Wat betekent dat ik alle flessen op de band moet kletteren, ten overstaan van iedereen, dat men voor, achter- en zijwaarts van mij ziet wat ik ga eten vanavond en dat je ook nog eens snel je tas moet inpakken. Ik moet er nog steeds aan wennen.
Wat ook gek is, is dat ik niemand in de buurt ken en dus elke keer na een kwartier alweer thuis ben. In Het Dorp zei ik tegen mijn gezin en aanverwanten: Daaag, even naar de supermarkt! En zagen ze me de eerste veertien uur niet terug, want ik kwam de halve school, de buurt, oude bekenden, elke cassiere die ik kende en alle hondjes uit de omgeving tegen. Nu ben ik zo snel terug dat niemand eigenlijk doorhad dat ik weg was.

Qua uitpakken zijn we in het begin een heel eind gekomen, maar er staan natuurlijk her en der nog wel dozen, want na een week of twee excessief uitpakken, was ik er ongelooflijk klaar mee. Langzamerhand begin ik dingen te missen. Hela, waar is eigenlijk dat ene dingetje van die ene pan? Waar is de reserve oplader van de dinges en waar in godsnaam is mijn krultang die ik zelden gebruik maar die ik NU wil hebben en die altijd onderin de kast van de badkamer lag? En ik wil PERSE morgen tomaten uithollen met dat superhandige dingetje dat ik drie jaar geleden kocht en die ik nooit heb gebruikt! Om maar niet te spreken van het kistje dat vol zit met sleutels van alle huizen waar ik ooit heb gewoond (nooit ingeleverd, dus ik kan half Haarlem binnenkomen, zeg dat maar tegen niemand), want daar zat volgens mij ook dat grappige briefje in van iemand van vroeger en ik kan niet meer leven zonder dat ik dat briefje heb. WAAR IS DAT?
Zulks vraag ik dan op dringende toon aan de Man, terwijl hij thuis probeert te werken ook al hebben we nog geen wifi. Terwijl hij natuurlijk ook geen idee heeft.
Ja, het is leuk met mij samenleven.

In praktische zin ben ik serieus de helft van mijn toiletspullen kwijt. Wat een aantal dingen kan betekenen:
Ik ben prachtig van nature.
Hier in de polder ligt mijn lat lager.
Misschien had ik idioot veel spullen.

Ik stel voor dat we dat in het midden laten en dat ik vertel over mijn ándere kwalijke zaken: Mijn gescheurde enkelbanden, die daarna opeens een breuk in de middenvoet leken, die daarna toch gescheurd waren maar toen kwam er artrose bij. Mijn buitengewoon hinderlijke huisarts die me een paracetamol voorschreef na 6 weken malheureus gehink, die me toen een orthopeed voorschreef maar niet over de brug kwam en nu weer op vakantie is.... Ik heb besloten me per ommegaande uit te schrijven en gewoon weer aan het werk te gaan. Zodra ik weer normale schoenen aan kan. Kennelijk is dit een vanaf nu permanente staat van zijn in mijn linkervoet. Daar kan ik mee leven. En bier tappen ook.
Net toen ik tot dit verhelderende inzicht kwam, voelde ik me een beetje niet lekker zeg.
CORONA.
Godnondenju, appte ik de hele wereld en z'n moeder.
Bijna als laatste der mohicanen zeg. Ik was er bijna blij mee, eeeeeiiindelijk zeg!
Tot ik als de wederopstanding van de Dood (Pasen...toeval)? in de Zonnige Tussenwoning rondscharrelde, de ene voet nauwelijks voor de ander kreeg en kwijnend tegen de Man verkondigde dat ik wel even moest gaan liggen, om de volgende 36 uur niet meer op te staan.

Nu vind ik mijzelf niet perse heel aanstellerig (behalve als het mijn haar of een gebroken nagel aangaat), maar ik voelde me niet goed hoor hee. Twee nachten lag ik zwetend in de echtelijke sponde, mij voor te stellen hoe ik afgevoerd zou worden met zuurstoftanken, de Zonen jammerend aan mijn zijde, de Vriendinnen ballonnen voor mij oplatend en iedereen en elke toevallige voorbijganger wringend in hun handjes. Ik had namelijk best wel een pijntje in mijn rug door al het liggen en ook had ik een snotneus en koorts hoor. De Man lag Netflix kijkend naast mij, Zoon2 zat op zijn XBox en Zoon1 zat ergens op een feestje. Dus ik denk dat de ernst een beetje beperkt was naar mijn kant. Ondanks mijn gerichte gezucht en gesteun.
Evenwel, gaat het alweer. Na mijn zieltogende paar dagen lustte ik best wel weer een kommetje wijn en nadat ik precies 1 ochtend geen koffie wilde (OH NEE, NOOIT MEER GEUR EN SMAAK), is ook dat gevaar geweken.

Een hoop van mijn allerliefste beminden hebben inmiddels de tocht naar De Polder aangevangen en hebben hier ons nieuwe bestaan bewonderd en ingeluid, ik hoop dat er nog vele volgen. Want ik ontvang altijd graag iedereen, maar ik zit niet meer om de hoek. En ik heb al een aantal keer de trein genomen naar mijn geliefde Dorp, ik ga ook weer terug natuurlijk, want hier is nu eenmaal nu waar mijn huis woont. Gelukkig hebben we een logeerkamer en zijn de Zonen groot genoeg om ook met de trein te kunnen komen. Om de week voor nu, wat een aanslag is op het moederhart hoor. Ik snap opeens helemaal niks van leerplicht en toetsweken, maar dat zal wel aan de plattelandslucht liggen.

Het goede nieuws is, is dat ik een verhuisdoos vond met een schaar en een pak verf. Ik was het bijna verleerd.
Dus hoe gaat het?

Goooooooooeeeeed!

zaterdag 5 februari 2022

De stoelen, de toekomst en het bier.

'Nah, ik voel me wonderlijk goed' kwam Zoon1 vanmorgen monter naar me toe terwijl ik nog heerlijk in de echtelijke sponde lag. Het was vroeg, want het kind ging werken, ik niet, dus ik lag er nog in. Nou, dat vond ik fijn om te horen, zeker op dat tijdstip, waarop er doorgaans met deuren wordt geslagen.
'Ja, want ik heb toch best veel biertjes gedronken gisteren.' Sprak het minderjarige nageslacht.
Nou, dat vond ik reuze gezellig voor het kind, zo deelde ik hem mede. En gaf hem wat moederlijk advies over een colaatje en een lekker goed broodje. Ja, voor opvoedkundig advies kunt u gerust uw kind naar mij sturen.
Met een mengeling van trots (kind van zijn moeder, bovendien eerlijk naar zijn moeder) en twijfel (minderjarige hersenen nog in ontwikkeling, bovendien erg eerlijk naar zijn moeder) wentelde ik mij nog maar even in mijn nieuwe donzen dekbed. En bedacht mij dat ik inderdaad midden in de nacht wakker was geworden door een prikkende vinger en een flitslicht van de telefoon in mijn ogen. Het was Zoon1 die vrolijk op mijn bedrand zat, en meldde dat hij thuis was. Ik vind dat een fijne gang van zaken. Ik ben niet zo'n moeder die handenwringend in de huiskamer zit te wachten tot een Zoon veilig thuis is, maar weten dat het wel het geval is, dat kan ik zeker waarderen.

Vervolgens probeerde ik uiteindelijk maar het bed te verlaten. De Man was ook al reeds de deur uit en Zoon2 wenste wel een ontbijt. Met een hoop gedonder en misschien een beetje gevloek stapte ik de woonkamer binnen.
Dat komt namelijk zo... Ik heb een nogal suffe klapper gemaakt van de week. Uit het niks en nergens om, sloeg ik al struikelend tegen de vlakte, daarbij mijn voet zó verkeerd neerzettend, dat ik de volgende dag naar het ziekenhuis moest. Eerst dacht ik dat het nog wel meeviel, maar toen het allemaal zo erg dik en pijnlijk werd, moest ik toch maar foto's laten maken en zulks. Lang verhaal kort, gescheurde enkelbanden, krukken, een interessant schouwspel van zwellingen en kleuringen en zelfs uit bed stappen is een gedoe.
Ja, lekkere timing. Wekenlang zat ik thuis vanwege lockdowns en quarantaine, in blakende gezondheid van lijf en leden. En hét moment dat ik fijn weer achter de bar kon, voor gezelligheid en salaris en zo, zit ik met het been omhoog. En moet er verhuisd worden.

Maar dat was heus niet alles hoor.
Namelijk een dag na mijn noodlottige neergang, togen de Man en ik naar NoordHollandNoord om bij de Notaris eens even een duchtige handtekening te zetten. Ik verheugde mij al op de champagne die wij zouden drinken na dit volwassen uitstapje.
Niks van dat al hoor. Vlak voor het tekenen verbleekte de Notarismevrouw, mompelde dat ze wat moest uitzoeken en verdween voor een kwartier. Bij terugkomst bleek er een behoorlijke kink in de kabel. Ons nieuwe huis stond onder beslag. De oude eigenaar had her en der kennelijk wat rekeningen niet betaald en een boze schuldeiser had beslag gelegd.
Dat was niet het feestelijke moment waar ik een foto van wilde maken. De Man en ik keken elkaar paniekerig aan boven onze mondkapjes en na wat verdere uitleg en geruststelling (Alleskomtgoedheuswaar) van de Notaris, konden wij huiswaarts keren. Zonder huis, maar met een zwaar gemoed. Nu zijn wij geen sombere types, dus we schoten niet direct in een depressie, maar we schonken ons een kalmerend kommetje in en wisten niet zo goed wat te zeggen.

Alles is goed gekomen, dankzij goed werk van slimme mensen en twee dagen later reden we wederom die kant op, om ditmaal thuis te komen met sleutels en een contract dat vele tonnen heeft gekost. Een mens zou voor minder een gat in de lucht springen. Die eer was voor nu aan de Man besteed, omdat ik anders misschien ook wel mijn nek zou breken. Ik reken overal op tegenwoordig.

Daarna hield het feest aan, want Zoon2 moest nog trakteren op school sinds hij een maand geleden jarig was geweest. Hij had er specifieke wensen over die ik maar respecteerde, want, zo bedacht ik mij huilerig; het zou de laatste keer zijn.
Zestien jaar lang ben ik minimaal twee keer per jaar bezig geweest met traktaties. En dat waren nog maar de verjaardagen. Op het kinderdagverblijf, de peuterschool, de basisschool, de zwemles en de voetbal. En dan waren er nog het afscheid van de diverse educatieve instellingen. De verhuizingen die gepaard gingen met een kartonnen huisje met een doosje rozijntjes erin. De viering van nieuwe broertjes en zusjes en zelfs een keer dat Zoon2 er op stond om te vieren dat er weer eens een tand uit zijn bakkesje was. Ik heb me gek gevouwen, gesneden, gekleurd, gebakken en gesmeerd, krulletjes om briefjes gehangen en gezichtjes op druiven getekend. Deze laatste keer bleef het bij een vrolijk bakje, gevuld met glutenvrije -en vegan snoepjes. Dit schreef ik niet met droge ogen.
Ik ben dankbaar voor het feit dat het grootste deel van hun trakteer-bestaan, de Zonen nog met roze koeken konden aankomen waar ik een olijk snuitje op had gesmeerd met chocola.
Evenzogoed was het de laatste keer. En daar dacht ik lang over na.

Om het tranentrekken nog even door te voeren, nam ik afscheid van mijn lievelingsstoelen. Zeven jaar geleden, op het dieptepunt van mijn bestaan (jaja) kreeg ik van lieve vrienden van mijn ouders, een paar stoelen, zodat ik mijn arme billekes niet op de koude grond hoefde te vleien. (Ik schreef nog net niet, dat ik in lompen was gehuld en zwavelstokjes verkocht, dus geen postume zorgen.) Het waren twee fraaie, vintage stoelen in een groene stof. Waarschijnlijk best geld waard, maar ik wilde liever zitten dan eten in die tijd. En dun dat ik was. Jarenlang zat ik daarop aan tafel, at ik met de Zonen, met daarna terecht vervlogen semi-liefdes, keek ik Netflix, dronk ik kommetjes en lachte ik heel hard met de Vriendinnen. Ik verhuisde ze mee naar het Boshuisje en daar zat ik erop met De Man en moest vaak zo hard lachen dat ik er misschien wel eens op geplast heb zelfs. Er viel eten op en uiteindelijk waren ze niet meer zo mooi. En toen kwam Het nieuwe Huis. En was het tijd voor nieuwe stoelen. We kochten zes oude kerkstoelen en die werden van de week bezorgd. Heel erg leuke en ze zitten goed en staan mooi. Maar ik zat nog steeds op mijn groene. Gisteren draaide de Man een treurig muziekje en vond het tijd dat ik afscheid nam. Hard huilend viel ik in zijn armen, daar schrok hij wel een beetje van hoor, dat merkte ik wel. Hij schonk rap een kommetje wijn voor mij in en vermeed het onderwerp 'stoel' angstvallig.
Maar vandaag was ik sterk en volgens de norm normaal, en ik verruilde de twee. Ik ging zitten en dit stukske schrijven.

En net als alles weer een beetje volgens het conventionele ging, kreeg ik een appje van Zoon1, die een beroepskeuzetest had gedaan. Hij moet immers komend jaar examen doen en een studie gaan kiezen. Met veel capslock en uitroeptekens kreeg ik het bericht: PAARDENFLUISTERAAR!!!! Dat was uit de, serieuze, online test gekomen. (Zoon1 heeft denk ik nog nooit een paard vriendelijk aangekeken.)
Nadat ik mijzelf weer van de grond had geraapt, waar ik op was gevallen van het lachen (en dat met mijn blessure), appte ik het kind terug dat ik ook wel graag het linkje van de test zou willen. Met een goed gemoed deed ik de test, wie weet wat de toekomst voor mij in petto had immers.
SPORTINSTRUCTRICE!!! Kwam eruit.

Zoon1 en ik moesten bijkans aan de beademing. (Het behoeft geen uitleg, als iemand mij ook maar een beetje kent.)

Tot zover zijn academische toekomstplannen en mijn eventuele carriere wijziging, waar ik toch al niet op zat te wachten. Geef mij maar lekker tien bier op de tap en zeker geen sport.
Wat dat betreft lijkt Zoon1 nog meer op mij dan ik al dacht.

dinsdag 25 januari 2022

Over een week krijgen we de sleutel. En wat er verder gebeurde.

Ach, er gebeurde weer zoveel. Een tijdje geleden begon ik een stukske waarin ik wilde schrijven over het piano optreden van Zoon1, wat tranentrekkend was. Letterlijk, ik zat naast Echtgenoot1 heel onopvallend mijn uitgelekte mascara weg te smeren. Wat hij als rechtgeaard Ex natuurlijk volledig negeerde. Ik denk dat hij, samen met een heleboel anderen al blij was dat ik niet wenend het podium oprende, maar voor de zekerheid werd ik genegeerd in mijn emotie. Terecht wel.

Zoon2 had vervolgens een scala aan schattigheden, want hij was toen nog maar elf en heeft nog een zacht gezichtje. Sinds kort is hij twaalf en vooralsnog merk ik weinig verschil. Ik weet dat dat ijdele hoop is, maar ik wentel me er nog even in. Het kan immers altijd erger dan geschreeuw en gescheld tegen de Xbox.

Dat stukske is verloren gegaan wegens mijn verregaande slechte omgang met mijn laptop, maar het geeft niet. Want er kwam zoveel meer nog.

Zoon1 heeft verkering. Van het serieuze soort op die leeftijd. Ik weet het zelf nog goed, want het is immers pas 26 jaar geleden dat ik dat ook had. En ook al herken ik het een en ander, die twee zijn toch anders. Ze zitten samen op de bank als een getrouwd stel, maar dan die van het leuke soort. Het soort dat ik ook ben. Het is vooral allemaal leuk voor mij, want ik heb eindelijk eens een meisje in huis. Ik praat met haar over kapsels en oorbellen en zo. En dat doe ik met de Vriendinnen ook, maar het is anders met een zestien-jarige. Ik hang natuurlijk met verve de leuke schoonmoeder uit en dat gaat me heel natuurlijk af. Vind ik zelf.

Wat betreft de Corona, wat een onvermijdelijk onderwerp is, ontsprongen wij de afgelopen twee jaar redelijk de dans. Buiten wat afgelaste bruiloften, saaie Koningsdagen en gemiste kroegbezoeken om, waren wij gezond en kwam ik maar tien kilo aan. Wat nog meevalt, gezien het aantal Thuisbezorgd-maaltijden en kommetjes wijn. Maar toch had het ons te pakken zeg. Wat betreft positieve testen is eigenlijk alleen Zoon1 de gedupeerde. Die testte deze week positief. Maar daar ging een lange tijd van toestanden aan vooraf. Dan weer waren zijn vrienden positief, dan weer de Schone Dochter, dan weer de halve school. Zoon2 test gestaag negatief, maar zit om de haverklap thuis vanwege zijn klasgenootjes of nu dan zijn broer. Zelf merkte ik het vooral aan mijn werk, aangezien dat achter de bar is. Behoeft geen uitleg. De Verkering werkt thuis, want werkt in het onderwijs en het is een wonder dat wij elkaar nog zo leuk vinden. Precies de helft van onze relatie hebben we ongeveer 24/7 samen doorgebracht in ons huisje in het bos. Dat kan niet anders dan goed zitten dunkt mij.

De Zonen kregen ook nog een broertje, aangezien Echtgenoot1 samen met zijn Vriendin twee pubers en een peuter nog niet genoeg vonden, en dat is een waarlijk snoezige baby. Toen hij uitgebreid naar mij lachte, was ik verrukt zeg, maar Zoon2 zei, na mijn loftuiging, dat hij dat naar iedereen doet. Dus dat was weer een illusie armer, maar ik ben blij dat het een opgewekte baby is, want dat lijkt me wel onontbeerlijk in zo'n gezin. Verder bedoel ik dit niet odieus. Alleen zeg ik het wat snaaks. Dat zijn mooie woorden voor mijn gevoel van jolijt voor hen, met een klein sprankje leedvermaak, wat je alleen kunt hebben als moeder van twee grote zelfstandige Zonen die kijkt naar een jong gezin dat tobberig bezig is met tandjes, de peuter-nee-fase en nul vrije tijd. Verder niks dan liefde hoor.

Voorts kwam het lang gevreesde, maar altijd verwachte bericht, dat ons Boshuisje tegen de vlakte gaat. Toen ik hier kwam wonen, bijna vijf jaar geleden, zou het maar een kleine twee jaar duren, dit woongenot. Dat we hier nu al zo lang zitten is een vloek, maar vooral een zegen geweest. Een zegen omdat het hier geweldig is. Met de hertjes in de tuin, het uitzicht op het bos, nauwelijks buren, naast de school van Zoon2, vijf minuten van mijn werk, Vriendin1 op twintig meter afstand, een vooroorlogs lage huur, Zuske en de Ouders op fietsafstand en het is de plek. De plek waar ik oprecht weer gelukkig werd. Mezelf werd, met een baan, een inkomen, een fijne plek voor de Zonen, de plek waar ik De Verkering uitnodigde op onze eerste date en waar we samen gingen wonen. Wat ik nooit gedacht had weer te gaan doen. Iedereen die hier komt vindt het fijn. Er komen ook heel veel mensen, want het is zo heerlijk hier. En we hebben altijd een volle koelkast. En het is een vloek, want waar gaan we ooit weer zoiets vinden. Niks zal vergelijkbaar zijn met dit huisje. Het huisje zonder trappen, het huisje zonder kosten, het huisje waar je niet je voeten hoeft te vegen, want de vloerbedekking was in 2003 al afgeschreven volgens de normen van het normale. Het huisje zonder voordeur, de zijdeur staat altijd open, het huisje waar iedereen gewoon binnenloopt. Het huisje in het bos.

Nou, dan moet je net De Verkering hebben. Die komt namelijk uit Noord-Holland Noord, en is daarbij de rationele persoon in onze relatie, en kocht voor ons een huis. Want waar ik altijd gewoon graag doe of er niks aan de hand is, en het lot zo'n beetje mijn leven laat bepalen, (met wisselend resultaat) zag hij zijn geest al dwalen en bedacht dat er waarschijnlijk niét een elfje zou komen aanvliegen die ons een nieuw boshuisje zou aanbieden voor weinig. (Ik bladerde in mijn sprookjesboek en achtte die kans nog best aanwezig).

En dus gaan we verhuizen. Wonen in De Stad alhier, is onmogelijk, want veel te duur, zelfs in de wijken waar ik nooit zou willen wonen. Het Dorp is al helemaal niet te doen, Het Naburige Dorp ook niet, want alles hier is gewoon groot, duur, en anders groter en duurder. Dus we gaan naar Het Noorden. Schagen. De Verkering heeft dit plan al ongeveer een jaar in mijn oren gefluisterd. Zachtjes laten inweken, ingemasseerd en opgebouwd. Tot ik niet anders kon dan toegeven dat het het enige juiste plan was. Het is waar hij vandaan komt. Er zijn huizen te vinden voor prijzen waar we hier ongeveer een schuurtje kunnen pachten voor een jaar.

En we zijn gaan kijken. Naar de stad er dichtbij, naar de dorpen eromheen. Ik vond overal wat van, maar ik wende ook aan het idee. We bekeken een hoop huizen, deden een heel aantal biedingen, maar werden voortdurend overboden, met bedragen waar we rustig een klein stalletje in Bloemendaal van hadden kunnen kopen.

En toen was er toch eentje. Een huis waarvan ik oprecht dacht, dat het goed voelde. Ik zag al mijn krukjes en kastjes daar wel staan en het is een zoete straat in een nette buurt, vlakbij een station, vlakbij het centrum, en er is een Hema. De Verkering maakte de hypotheek rond, ik begon zo zoetjesaan na te denken over behangetjes en een nieuwe bank. Zoon1 is enthousiast, Zoon2 moet nog erg wennen, maar dat komt wel goed.

Over een week krijgen we de sleutel.

Ik denk dat er nog wel wat uitgesmeerde mascara zal volgen. Als het maar niet in mijn kommetje lekt.